Beducht voor volatiliteit in obligaties en aandelen, komen convertibles bij steeds meer beleggers in beeld. Fondsmanagers van Deutsche Asset & Wealth Management (Deutsche AWM) spelen hierop in.
Dit stellen portefeuillemanagers Marc-Alexander Kniess en Simone Schley van het Deutsche Invest Convertibles team in een gesprek met Fondsnieuws.
Sovency II
Kniess: ‘We zien interesse niet meer alleen van traditionele convertible bond beleggers. Ten eerste, zijn het vastrentende beleggers die zich willen indekken tegen een rentestijging; ten tweede, aandelenbeleggers die zenuwachtig worden na zes jaar van koersstijgingen; en ten derde, komt interesse van Solvency II-beleggers.’
De laatste groep vormen institutionele beleggers, met name verzekeraars, die onder nieuwe Europese regels vallen. Met als doel de solvabiliteit van de sector te verbeteren, worden aanvullende eisen gesteld aan het bufferkapitaal. Beleggingen worden hierbij naar risico gewogen. Converteerbare obligaties zouden er gunstig uitspringen.
Monetair beleid
Kniess voorziet voor 2015 stijgende volatiliteit. Hij wijst op ‘normalisering’ van het beleid van de Federal Reserve. Tegelijkertijd gaat de Europese Centrale Bank over tot kwantitatieve verruiming en ook de Bank of Japan blijft verruimen. ‘Intussen kan je je afvragen of China iets moet doen en ook instapt.’
De centrale banken doen dit over het algemeen door middel van interventie op de obligatiemarkten. Ze drijven zo beleggers uit staatspapier, in de richting van bedrijfsobligaties, asset backed securities, high yields en convertibles.
Ondanks de opkoopacties, is het niet gezegd dat de rente maar een kant op kan, zo bleek maar weer rond de verkiezingen in Griekenland. Kniess: ‘Ook in Italië komen verkiezingen eraan en vervolgens in Spanje.’
Meer volatiliteit
Intussen reageren valutakoersen en grondstoffenprijzen – met name die van olie – heftig. ‘Januari was een maand met veel volatiliteit en in de rest van het jaar kan dit nog toenemen’, zegt Kniess.
Beleggers zullen hun blik verder weer verleggen van ECB-president Mario Draghi naar macro-economische data en bedrijfscijfers. ‘Dat zal volatiliteit meebrengen’, aldus Kniess. ‘Beleggers in aandelen zouden wel eens slapeloze nachten kunnen beleven.’
Delta nabij 50
Het Deutsche Invest I Convertibles fonds van Kniess en Schley probeert maximaal te profiteren van stijgende volatiliteit. Een converteerbare obligatie is te ontleden in een obligatie en een calloptie. Als de koers van het onderliggende aandeel nabij de uitoefenprijs van de optie ligt, is de gevoeligheid voor volatiliteit het grootst.
Ofwel de sweet spot – zoals Kniess het noemt – ligt nabij een delta voor de convertible van 50. Als de koers ver onder de uitoefenprijs is, is de convertible te vergelijken met een gewone obligatie met een delta van 0. Als de koers ver erboven ligt, gedraagt de convertible zich als een aandeel met delta 100.
Derivatenmarkt
Kniess geeft het voorbeeld van een convertible van Intel. De koers van het aandeel was zo ver opgelopen dat de delta nabij de 90 lag. ‘We hebben verkocht en de opbrengst herbelegd in een andere convertible van Intel met een delta van 60’, aldus de beleggingsstrateeg.
Als er geen alternatieve convertibele met een delta nabij de 50 voorhanden is, wordt gekozen voor op de beurs verhandelbare opties. Kniess benadrukt echter dat Deutsche Invest niets moet hebben van synthetische over-the-counter constructies, waar andere convertible-fondsen zich vaak wel van bedienen.
Hoop op aanbod
In tegenstelling tot Noord-Amerika, is het in de Europese markt van geringere omvang vaak moeilijk een hoge-delta convertible in te ruilen voor een lage. De derivatenmarkt kan dan uitkomst bieden. ‘Maar natuurlijk hopen we op meer aanbod op de primaire markt’, voegt de portefeuillemanager toe.
Omdat het resultaat een paar jaar terug scheefgetrokken werd door de zwakte van de dollar, is besloten het in Luxemburg genoteerde fonds – dat deel uitmaakt van het FN Universe – volledig te hedgen naar euro’s. Dit drukte vorig jaar het resultaat, dat desondanks 6,4 procent bedroeg. Ook waren de waarderingen begin vorig jaar hoog, wijst Kniess.
Januari-effect
Januari bleek vervolgens geen slecht instapmoment. ‘De MSCI Wereld-index [euro hedged] had een negatief resultaat, terwijl ons fonds al op een plus van 1 procent staat’, zegt de Deutsche-manager.