De valutacrisis in Turkije trekt haar sporen in de opkomende markten. Beleggers vrezen dat ook de economie in landen als Zuid-Afrika en Indonesië geraakt zullen worden, en sloegen maandag aan het verkopen. De vraag is of die angst terecht is of dat hier sprake is van een typisch geval van kuddegedrag, waarbij Turkije als opkomende markt de hele beleggingscategorie in het verdomhoekje zet.
De Turkse lira verloor maandag opnieuw aan waarde, hoewel een spectaculaire koersval zoals op vrijdag uitbleef. Met die dalende koers van de lira ging ook de Zuid-Afrikaanse rand omlaag, de munt verloor kortstondig bijna 10 procent ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Maar ook de koers van bijvoorbeeld de Indonesische roepia stond onder druk.
‘Het frustrerende is dat de goeden onder de kwaden lijden,’ zegt Wim-Hein Pals, hoofd opkomende markten bij vermogensbeheerder Robeco. ‘Beleggers vertonen nu risicomijdend gedrag.’
De Zuid-Afrikaanse of de Indonesische economie hebben geen bijzondere blootstelling aan Turkije, waardoor een koersdaling van de lokale munt in reactie op de Turkse crisis op het eerste gezicht volstrekt onlogisch lijkt. Maar het zou niet de eerste keer zijn de dat opkomende markten als geheel onderuitgaan, zonder veel aandacht voor de lokale eigenaardigheden van de getroffen landen.
Taper tantrum
Het bekendste trauma voor beleggers is de ‘taper tantrum’ van 2013. Toen ontstond er een vlucht uit de opkomende markten nadat het Amerikaanse stelsel van centrale banken had aangekondigd het eigen stimuleringsprogramma af te gaan bouwen, ‘tapering’ in jargon. Het vooruitzicht op hogere rentes en een hogere koers van de dollar deed Amerikaanse beleggers hun geld ‘naar huis’ halen, met dalende koersen in de opkomende markten tot gevolg.
In dat licht gezien zijn de dalende koersen in Zuid-Afrika weer niet zo heel vreemd: het land kampt, net als Turkije, met een tekort op de lopende rekening. Dat maakt Zuid-Afrika, net als Turkije, afhankelijk van buitenlands kapitaal en dus kwetsbaar voor een kapitaalvlucht.
‘Ramaphosa voordeel van de twijfel’
Maar Zuid-Afrika is dan wel een risico, maar nog lang geen Turkije, benadrukt Maarten-Jan Bakkum, beleggingsstrateeg opkomende markten bij NN Investment Partners. ‘Turkije en het beleid van president Erdogan vormen al veel langer een zorgelijk verhaal. Ik geef de nieuwe regering van Zuid-Afrika van president Cyril Ramaphosa vooralsnog het voordeel van de twijfel.’
Ook Indonesië wordt door Bakkum onder het rijtje risicolanden geschaard, net Brazilië en Argentinië. Maar de strateeg benadrukt dat de beleggingscategorie er als geheel goed voorstaan, en voorziet geen grote crisis.
Tequila-crisis
‘De meeste andere opkomende landen hebben niet zulke grote tekorten op de lopende rekening. Bovendien is er absoluut nog geen sprake van paniek. Dat zie je pas als echt de gehele beleggingscategorie wordt getroffen. Tijdens de Tequila-crisis in de jaren ‘90 zag je dat de Mexicaanse peso onderuit ging en daarna de Hongaarse forint. Die twee landen hebben echt geen enkele relatie tot elkaar, behalve dat ze allebei binnen de categorie opkomende markten vallen.’
Beleggers vluchtten maandag naar de veilig geachte Amerikaanse staatsobligaties, waarvan het rendement de afgelopen dagen met zo’n tien basispunten is gedaald. Beleggers in opkomende markten verwachten dat het sentiment van beleggers nog wel even bedrukt blijft, tenzij er een oplossing wordt gevonden voor de Turkse crisis.
IMF
‘Argentinië staat er ook niet best voor maar daar heeft de regering wel het juiste gedaan,’ zegt Wim-Hein Pals van Robeco. ‘De rente is drastisch verhoogd en de regering heeft hulp gevraagd bij het Internationaal Monetair Fonds. Dat maakt dat het Argentijnse probleem is ingekapseld, maar dit zie ik Turkije niet zo snel gebeuren’.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 14 augustus 2018