Obligaties blijven een belangrijke rol spelen in een gebalanceerde beleggingsportefeuille. Maar de wijze hoe je het obligatiegedeelte van een portefeuille invult moet veranderen. Actief beheer wordt meer dan ooit noodzakelijk.
Vermijd rigide benchmarks. Flexibiliteit is essentieel. Overweeg alternatieve strategieën en niet-publieke leningen en obligaties. Volgens BlackRock verdubbelt de markt van private credit tot 3.500 miljard dollar tegen 2028. Die worden meer en meer toegankelijk voor de particuliere vermogende belegger.
Niet meer vanzelfsprekend
Niet alle beleggers hebben een dynamisch tot zeer dynamisch risicoprofiel. Een regel zegt dat het gewenst percentage aandelen in uw portefeuille niet meer mag zijn dan 100 minus uw leeftijd. Als je dan weet, dat het gros van het vermogen in handen is van babyboomers en generatie X, dan mag de gemiddelde portefeuille bestaan uit maximaal 56 procent aandelen. Day is dicht in de buurt van de gekende, traditionele verhouding aandelen:obligaties van 60:40.
Nu de rente op obligaties opnieuw behoorlijke tot zeer aantrekkelijke niveaus bereikt, blijven de publieke categorieën een belangrijke rol spelen in een portefeuille. De gemiddelde couponrendementen (de zogenoemde Yield to Maturity (YTM)) variëren van 2,5 procent bij veilige overheidsobligaties tot zelfs boven de 10 procent bij bepaalde obligaties van groeilanden (data per 19 april).
Als jaarlijkse inkomsten in uw portefeuille zijn deze rentes op dit niveau zeker mooi, los van enige fiscaliteit uiteraard. Maar obligaties als diversificatie zijn niet meer zo vanzelfsprekend. De bloedrode negatieve rendementen van obligaties in 2021 en 2022 liggen nog vers in het geheugen. Een brede, gemengde en gebalanceerde portefeuille daalde in 2022 maar liefst -13 procent in waarde. Dat was het slechtste rendement sinds de jaren tachtig.
Positief is negatief
Demografie, energietransitie, toenemende overheidsschulden, geopolitieke spanningen en een industriële onshoring of deglobalisering zorgen voor meer volatiliteit en dispersie in economische groei, inflatie en rente. Daardoor worden periodes van positieve correlatie tussen obligaties en aandelen in de toekomst frequenter.
Beschouw de theoretische LT-rente als een optelsom van reële economische groei, inflatieverwachtingen en een term premium (een hogere vereiste vergoeding voor obligaties op lange termijn door een toenemend aanbod). De eerste twee componenten worden volatieler in de komende jaren. Bijgevolg zal de rente op obligaties en aldus de koersen (vooral bij fondsen en ETF’s) meer schommelen dan in het verleden.
Oude wijn in nieuwe zakken
Vervullen traditionele overheids- en bedrijfsobligaties nog hun rol als diversificatie in het nieuwe regime? Obligaties blijven een essentiële rol spelen in een portefeuille, dat staat vast. Maar de focus ligt meer op inkomsten (via coupons) dan op kapitaalgroei. De groeiende populariteit bij particuliere beleggers van fondsen en ETF’s met vaste vervaldagen en een relatief hoge YTM bewijst dit.
Niettemin kunnen beleggers een aanzienlijke kapitaalgroei realiseren indien de langetermijnrentes dalen. Een daling van 1 procent in de rente resulteert in een totaalrendement van tienjarige obligaties (inkomsten en meerwaarde) van maar liefst 13 procent.
Waar wacht je nog op, zou je denken. Toch wordt dit meer onvoorspelbaar dan vroeger. Een actief en flexibel beheer is dus de boodschap. En voor succesvolle beheerders is die toegenomen volatiliteit bij obligaties net de brandstof om alpha te genereren. Veel strategen van toonaangevende Wall Street-fondshuizen adviseren nochtans om de looptijd van de obligaties in portefeuille stilaan te verlengen tot maximaal tien jaar. Het huidige niveau van de langetermijnrente is een unieke opportuniteit om in te stappen en kapitaalgroei te realiseren. Of was dit instapmoment november vorig jaar? Voorspellen is uiterst moeilijk, zeker als het de toekomst betreft.
Om de nefaste impact van onvoorspelbaar stijgende rentes te beperken, raad ik vooral looptijden aan tussen drie en vijf jaar. De yields zijn aantrekkelijk en neerwaartse dalingen beperkter bij rentevolatiliteit. Het herinvesteringsrisico bij kortere looptijden kun je opvangen door een ladderstructuur in te bouwen.
Democratisering is een goede zaak
Er zijn voldoende alternatieven om de diversificatierol van traditionele overheidsobligaties over te nemen. Een belangrijke categorie is alternatieve strategieën. Die vind je vooral terug bij actieve fondsen die wereldwijd en flexibel kunnen beleggen in diverse sectoren van de obligatiemarkt. Die beheerders investeren zonder veel beperkingen en zijn niet gebonden aan een benchmark. Met de bedoeling een mooi totaalrendement te realiseren zonder te veel afhankelijk te zijn van de richting van de rente. Daarbij maken ze vooral gebruik van afgeleide producten. Meer nog, ze kunnen zelfs short gaan om voordeel te halen uit oplopende rentes en renteverschillen (spreads).
Ook in de private markten zijn er opportuniteiten via niet-publieke leningen en obligaties (private credit of private debt). De yields of inkomstenrendementen zijn meestal hoger dan bij de klassieke obligaties en de rente is meestal variabel. De selectie van een uitstekende beheerder met bewezen track record is hier wel essentieel.
De verwachtingen voor het langetermijnrendement die verschillende grote vermogensbeheerders vooropstellen voor private debt schommelen tussen 8 en 10 procent per jaar. En private credit is niet alleen meer weggelegd voor pensioenfondsen en grote family offices. Door de nieuwe ELTIF-regelgeving in Europa en innovatieve operationele fondsstructuren, kan de ‘gewone’ vermogende particulier soms al instappen vanaf 100.000 euro of nog lager.
Democratisering is een goede zaak.
Stephan Desplancke is oprichter van Toward Wealth Management, heeft 15 jaar bij BlackRock gewerkt en is columnist van Investment Officer.