Met fiduciair beleid, gericht op het ontzorgen van klanten, probeert Kempen zijn positie te versterken in een markt die groeit naar een defined contribution-model.
Kempen blaast daar een stevig deuntje in mee. Zo beheert het huis nu, samen met moederbedrijf Van Lanschot Kempen, circa 70 miljard euro - een forse stijging ten opzichte van de ruim 35 miljard die men in 2011 begeleidde of onder beheer had.
Vooral Kempen groeit met zijn fiduciaire dienstverlening sterk: van 20 naar pakweg 50 miljard euro, zeggen Gerard Roelofs (foto), hoofd client solutions en Robin Schouten, fiduciair manager pensioenfondsen.
In een gesprek met Fondsnieuws vertellen de tot 2016 bij NN IP werkzame Roelofs en Schouten dat ‘ontzorgen’ in de optiek van Kempen betekent dat naast goed beleggen en goed selecteren van externe managers, ook wordt gezorgd voor implementatie van de strategie, risicomanagement etc.
‘Het klopt dat je, gelet op de pensioensector en de consolidatie die daar plaatsvindt, schaal nodig hebt voor strategie, research en reporting,’ zegt Roelofs, die een uitdagende, maar kansrijke toekomst voor fiduciair managers ziet.
De toekomst? CIDC
Voor de pensioensector is het middelloon, met 70 procent van het gemiddeld verdiende salaris, al langer het uitgangspunt. ‘Maar voor de toekomst gaan we naar wat wij een “CIDC” noemen. Dat is een collectieve individuele defined contribution.’
Volgens Roelofs komt dat neer op een combinatie van een individuele pot, waarbij het risico langs collectieve lijnen wordt gestructureerd en de uitkomst in opbrengst niet meer vastligt, maar wel wat je er in stopt. ‘Hoewel regering en sociale partners er in Den Haag nog niet echt uit zijn, is dat wel de lijn waarlangs de ontwikkelingen zullen gaan.’
Roelofs denkt dat het “CIDC” vooral aangeboden kan worden via lifecycle structuren. ‘Op het DC-vlak zullen de grootste innovaties plaatsvinden.’ Hij denkt daarbij onder meer aan de mogelijkheid van doorbeleggen na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Door langer te blijven beleggen in risicodragende categorieën neemt de pensioenopbrengst toe.
Een andere mogelijkheid die collectieve oplossingen voor individuen bieden, is dat er in illiquide beleggingen kan worden belegd. Volgens Schouten is dat in een gemeenschappelijk vehikel mogelijk, waarbij illiquide beleggingen als hypotheekobligaties en onroerend goed het risico verminderen en rendementspotentieel verhogen. Hiermee wordt een groot nadeel van de individuele pensioenpotten met enkel aandacht voor liquide beleggingen verholpen.
Uitdaging: communicatie aan deelnemers
Een uitdaging vindt Roelofs in de praktijk van individuele pensioenoplossingen de communicatie met deelnemers. Maar daar doet Kempen nu met EVI van Van Lanschot ervaring mee op. Daar wordt gewerkt aan een individueel dashboard, zodat een individuele klant in één oogopslag ziet waar hij staat en waar bijsturing nodig is om de lange termijndoelen te halen.
Roelofs is zich bewust van de trend naar schaalvergroting. Niet alleen voor fiduciair managers is de DC-markt een interessante; wet- en regelgeving staat toe dat ook pensioenfondsen, vermogensbeheerders, banken en verzekeraars op deze markt actief worden. Toch denkt Roelofs dat fiduciair managers een goed uitgangspunt hebben, omdat zij een holistische dienstverlening kunnen bieden.
Bovendien is één van de gevolgen van de krediet- en beurscrisis van 2008 geweest, dat pensioenfondsen, maar ook individuele klanten, veel kritischer zijn over de dienstverlening van ver op afstand gelegen partijen. Zo is het aantal buitenlandse aanbieders sinds 2008 fors verminderd, wat mogelijk ook de sterk gestegen rol van Kempen in Nederland verklaart.
Lees ook over de visie van BlackRock op het ontstaan van de DC-markt: