Bull versus bear
i-bVmNcFS.png

Afgelopen week hervond de “cheap money bubble” zijn dynamiek: de koersen herstelden, ondanks de aanhoudende nervositeit onder beleggers. Oorzaak voor het koersherstel: TINA - There Is No Alternative.

De koersdaling werd ingezet eind juli toen de S&P een recordstand bereikte van 3.035,86 punten en in 5 handelsdagen daalde tot 2.840,60 punten. Dat verlies volgde op een notitie van Goldman Sachs aan zijn klanten op 29 juli.

Hogere slotstand S&P

Daarin deed de zakenbank een voorspelling met twee gezichten: de S&P zal eind 2019 uitkomen op een slotstand van 3100 punten, wat een aanvullende winst in de rest van het handelsjaar van ongeveer 100 punten (3 procent) zou betekenen. Als dat juist is, dan stijgt de S&P dit beursjaar met 24 procent.  

Maar, voegde Goldman Sachs er bij monde van aandelenstrateeg David Kostin aan toe, die naar boven bijgestelde inschatting gaat gepaard met een afnemende groei van de winst per aandeel van 3 procent, tegenover de 6 procent waarvan men in november 2018 nog uitging. 

Kostin schreef dat hierdoor de koers/winstverhouding zal stijgen van een multiple van 16 zoals Goldman in zijn outlook voor 2019 nog voorspelde naar 17,6 keer de winst nu. Op zich maakt dat aandelen minder aantrekkelijk, maar zoals beleggers schouderophalend zeggen: There Is No Alternative. Want obligaties en ander schuldpapier leveren te weinig op. 

Het dillema is duivels 

Goldman Sachs is het daar mee eens: de hogere waarderingen worden veroorzaakt door het surrealistische beleid van centrale banken als de Federal Reserve die al voor 20.000 miljard dollar aan opkoopprogramma’s hebben verricht en nu wederom de rente verlagen, terwijl de Europese Centrale Bank voor september nieuwe ‘onconventionele maatregelen’ heeft aangekondigd. Beleggers hopen dat een tipje van de sluier deze week wordt opgelicht bij de officieuze jaarlijkse bijeenkomst van centrale bankiers in het Amerikaanse Jackson Hole.

De reden voor het expansieve beleid is zorg om de afnemende groei in hun economieën en in de wereldeconomie, het handelsconflict tussen de VS en China en een harde Brexit. In totaal hebben dit jaar al 30 centrale banken de rente verlaagd, terwijl ook devaluaties van nationale munten nu als middel in de strijd worden geworpen. 

Het dilemma voor beleggers is duivels, want de gebarsten bubbels van 2000 en 2007 laten zien dat Amerikaanse aandelenmarkten een ‘natuurlijk plafond’ hebben: als de marktkapitalisatie groeit tot 140 à 145 procent van het bruto binnenlands product (BBP) dan is een correctie vrijwel altijd een natuurlijk gegeven. 

Het plafond: 145 procent

Toen in januari 2018 de totale marktkapitalisatie van beursgenoteerde bedrijven tot 150 procent van het BBP was gestegen volgde er na korte tijd een correctie van 10 procent. En toen in oktober vorig jaar de marktkapitalisatie weer opliep tot 147 procent, gingen de beurzen met 20 procent onderuit. Vervolgens was de eerste helft van 2019 een van de beste perioden op de aandelenmarkten ooit, maar toen eind juli de teller van de marktkapitalisatie weer op 145 procent stond, gingen de aandelenkoersen andermaal onderuit. 

De beursgeschiedenis, zo schrijven Amerikaanse analisten, laat géén voorbeelden zien van aandelenmarkten die lang stand houden als de marktkapitalisatie zich boven de 145 procent van het BBP bevindt - een percentage dat toch weer dichterbij komt, nu de S&P na de op 15 augustus bereikte bodem van 2827,49 punten weer een herstel heeft ingezet. Oorzaak: TINA.  

Meer achtergronden op Fondsnieuws: 

 

Author(s)
Categories
Companies
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No