Wim Van Hyfte, Candriam
Wim van Hyfte_Candriam.jpg

Een holistische benadering van de energietransitie is cruciaal, schrijft global head of Responsible Investments & Research van Candriam Wim Van Hyfte. ‘We moeten als sector niet verzanden in de commercialisering van klimaatverandering.

Welke sociale functie heeft de financiële wereld in onze maatschappij? Die vraag verdient in het kader van de klimaatdoelstellingen een even eerlijk als urgent antwoord. Nagenoeg iedereen weet inmiddels dat als we het tweegradenscenario uit het Parijsakkoord negeren, we onszelf in een ongewis traject met zware klimatologische èn sociale gevolgen storten.

Achterstand wegwerken

Enkele uitzonderingen daargelaten is de Belgische financiële sector lange tijd grote afwezige in deze discussie geweest. Met een Belgisch kwaliteitslabel voor duurzame financiële producten wordt nu getracht die achterstand in rap tempo weg te werken.

Maar een sector die zich opwerpt als “cavalier seul” teneinde het eigen imago op te poetsen, riskeert zich te vergalopperen aan wat weleens de meest ingrijpende verandering in de geschiedenis van de markteconomie zal worden: ons economisch systeem in de duurzame richting duwen. 

De stroomsnelheid van de duurzame transitie gaat uiteindelijk worden bepaald door de manier waarop alle stakeholders in staat zijn met elkaar samen te werken; er zijn talloze facetten die mee moeten worden geïntegreerd in een zeer brede politieke en economische agenda. Het is dan ook de Europese Unie die als aanvoerder van het duurzaamheidsbataljon de leiding hoort te hebben.

Want zonder de juiste regulering komen we er niet; de markt is momenteel zelf nog niet in staat om de risico’s van de energietransitie juist in te prijzen. Sommige sectoren zullen zich moeten aanpassen willen ze in de nieuwe wereld nog een rol van betekenis spelen, terwijl nieuwe technologieën pas werkelijk kunnen doorbreken als ze via subsidiering de kans krijgen om zich binnen een gelijk speelveld te ontwikkelen. Zolang fossiele energie in een internationale context nog altijd wordt gesubsidieerd, zal de duurzame transitie blijven haperen. 

Om kapitaal werkelijk te heralloceren naar duurzame alternatieven, heeft de financiële sector als intermediair steun nodig van een weloverwogen en sturend reglementair kader die de niet-duurzame industrieën via aangepaste marktprijsmechanismen bestraft. De koolstofprijs zelf is hiervoor een uitermate geschikt instrument; de negatieve consequenties van het verbranden van fossiele energie worden nu nog niet in de prijs verrekend. Met andere woorden: wie vervuilt, betaalt daarvoor nog altijd niet de volledige rekening.

Geen waardig alternatief

Betekent dit dat we nu in sneltreinvaart alle fossiele energie uit onze markteconomie moeten bannen? Integendeel. Weinigen lijken te beseffen welke maatschappelijke gevolgen dergelijke desinvesteringen zouden hebben - die gedachtegang is in het licht van de huidige situatie zowel eenzijdig als naïef te noemen.

De meeste waarde-creatie zal uiteindelijk juist op gang worden getrokken door transitie, niet door desinvesteringen. Want laten we eerlijk zijn: voor bepaalde activiteiten bestaat er op dit moment simpelweg nog geen waardig alternatief. 

Ons elektriciteitsnet is allesbehalve klaar voor een massale overstap op elektrische wagens - de heibel over het nakende energietekort in ons land nog buiten beschouwing gelaten. 

In de transport-, chemie- en de bouwsector bijvoorbeeld, worden immense stappen vooruitgezet, maar voor bepaalde problemen hebben we kostprijsmatig nog niet de juiste oplossing. Ook de productie van cement en staal vraagt enorm veel energie, terwijl we nog lang niet in staat zijn om die CO2-emissie op grote schaal te vermijden. 

Of wat doen we met plastic? Men lijkt te vergeten dat het materiaal waar we nog steeds alles in verpakken op basis van olie wordt geproduceerd. 

En zonder de industrie die het meest in het verdomhoekje zit, de mijnsector, kunnen we hoegenaamd nog niet. Die heeft zelfs de sleutel tot bepaalde energie-oplossingen in handen: het zijn wel die bedrijven die grondstoffen als lithium, nikkel en kobalt naar boven halen.

Ik pleit daarom voor de juiste dosering pragmatisme. De financiële wereld heeft effectief een gigantische verantwoordelijkheid om kapitaal te heralloceren naar die industrieën en bedrijven die de energie-transitie uiteindelijk zullen waarmaken. Zij kan dit echter niet zonder een breder maatschappelijk debat rond duurzaamheid en de steun van regulatoren die enerzijds via subsidiering moeten ingrijpen in ons economisch model, en anderzijds met de juiste sturing de weg moeten plaveien naar een duurzame toekomst.

België mag, nee, moet daarin een leider zijn. 

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No