Praktisch alle multi-client fiduciair beheerders op de Nederlandse markt zijn onderdeel van een fondshuis, bank of verzekeraar, nu Blue Sky Group haar fiduciaire portefeuille afstoot. Is dat noodzakelijk? ‘Zonder die synergie kunnen wij geen fiduciair beheer aanbieden.’
Karin Roeloffs, hoofd fiduciair management van Aegon Asset Management is er zeer beslist in: ‘De synergie met andere afdelingen is noodzakelijk. Het zou voor ons onmogelijk zijn fiduciair management als geheel zelfstandige activiteit uit te voeren.’ Aegon AM beheert ongeveer 300 miljard euro, waarvan circa 30 miljard fiduciair. ‘De kennis en kunde van dat grotere geheel is voor het fiduciaire beheer onmisbaar.’
Geert-Jan Troost, hoofd institutionele klanten Nederland bij BlackRock, schetst op een andere manier de verhoudingen: ‘Het fiduciaire team in Nederland bestaat uit zes mensen. Maar bij de dienstverlening aan die fiduciaire klanten zijn wereldwijd honderden medewerkers van BlackRock betrokken. Dat is onontbeerlijk voor de kwaliteit die wij willen leveren.’
Ook voor Achmea Investment Management, waar het zwaartepunt ligt bij fiduciair management (men beheert ongeveer 135 miljard voor pensioenfondsen, op een totaal van 190 miljard euro assets under management), is die synergie cruciaal. ‘Het samenspel met de asset manager is de kern van de propositie’, stelt Twan van Erp, directeur strategisch portefeuilleadvies. Toch zegt hij dat Achmea IM wel ‘zou kunnen overleven’ met alleen de fiduciaire tak. ‘Want dat is een zelfstandige verdienpijler met een acceptabel rendement; zo is de dienstverlening ook opgezet en geprijsd.’ Tegelijkertijd geeft hij daarvoor een voorwaarde. ‘Daar hoort in belangrijke mate wel het interne beheer van het stuk LDI bij.’
De partijen die op de Nederlandse markt fiduciair beheer aan institutionele beleggers aanbieden, zijn onder te verdelen in twee categorieën: de managers die ontstaan zijn uit en nog steeds verbonden zijn aan een of twee (grote) pensioenfondsen, en de partijen die zich nadrukkelijk richten op dienstverlening aan vele fondsen en verzekeraars.
APG, PGGM en MN waren in 2023 de grootste drie fiduciaire managers en zij zijn alle drie (min of meer) te kwalificeren als single-client manager. De vijf partijen die hier over fiduciair beheer aan het woord komen, vormen samen de “subtop” van de Nederlandse markt en richten zich op meerdere fondsen en verzekeraars.
Beleggingsexpertise delen
Van Lanschot Kempen maakt gebruik van weer een andere combinatie, die met een private bank. ‘Dat is een heel logische, natuurlijke combinatie’, zegt Wilse Graveland, hoofd fiduciair management. Bijvoorbeeld vanwege het delen van beleggingsexpertise: ‘Veel pensioenfondsen zoeken nu bijvoorbeeld meer en meer de illiquide beleggingen op. Particuliere beleggers zijn daarin ook geïnteresseerd.’ Anderzijds gebruikt het fiduciair management de kennis en kunde op het gebied van technologie en communicatie waar de private bank over beschikt. ‘Bij het opzetten van online communicatiekanalen voor klanten van de private bank doen we bijvoorbeeld kennis op waarvan pensioenfondsen ook profiteren.’
Roeloffs (Aegon AM) noemt het voorbeeld van de “mini-bankencrisis” van begin 2023 in de Verenigde Staten. ‘Dan ben je op zoek naar inzicht: wat gebeurt hier precies, welke actie moeten we ondernemen? Die inzichten zijn dan beschikbaar in de organisatie, want wij hebben in de VS een credit team zitten dat antwoord heeft op elke vraag over bedrijfsobligaties.’
Een ander veelgenoemd voorbeeld is de organisatiebrede implementatie van regelgeving (SFDR, Dora), een kostbare aangelegenheid. Graveland (Van Lanschot Kempen): ‘We hebben vorig jaar nog een aantal miljoen geïnvesteerd om SFDR neer te zetten.’ Ook het gezamenlijk gebruik van sets ESG-data biedt schaalvoordelen en dat geldt zeker voor het delen van het risicomanagementsysteem. Troost (BlackRock): ‘Als wij voor een Amerikaanse klant een mooie nieuwe toepassing ontwikkeling in ons risicomanagementsysteem Aladdin, bijvoorbeeld om klimaatrisico’s inzichtelijk te maken, dan kan die voor het Nederlandse boek ook veel waarde toevoegen.’
Managerselectie
Tot slot ligt het in de combinatie asset manager/fiduciair manager ook voor de hand de externe managerselectie te delen. Philip Jan Looijen, lead portfoliomanager fiduciair management Nederland bij Goldman Sachs Asset Management, heeft daar een bijzondere ervaring mee. ‘Toen wij nog NNIP waren, hadden we met Altis natuurlijk een uitstekend managerselectieteam. Maar nu hebben we toegang gekregen tot wat Goldman Sachs in zijn geheel op dat gebied doet, en dat speelt zich af op een schaal die we nooit alleen hadden kunnen bereiken. Het is allemaal nog een graad robuuster en diepgaander.’
Waar leidt dit alles toe? Het eenvoudige antwoord op die vraag is schaalvergroting. Volgens Troost (BlackRock) is het juist de kruisbestuiving tussen fiduciair beheer en de activiteiten van een asset manager, private bank of verzekeraar die ertoe heeft geleid dat de afgelopen jaren een aantal (kleinere) partijen zich terugtrok van de Nederlandse markt. Zoals nu dus ook Blue Sky Group gaat doen, die een vermogen van 25 miljard fiduciair beheert, maar geen bredere organisatie heeft om de “lasten” daarvan te delen.
Looijen (Goldman Sachs) ziet de schaalvergroting ook doorzetten, mede omdat ook de trend van internationalisering zal doorzetten. ‘Nederland heeft qua regelgeving natuurlijk wel zijn eigen dynamiek, maar ons stelsel gaat toch telkens weer wat meer lijken op de Defined Contribution-regelingen die internationaal gebruikelijk zijn. Dus komen er ook steeds meer mogelijkheden de diensten daaromheen op wereldwijde platformen aan te bieden.’
Nederlandse spelers
Is die schaalvergroting dan een probleem? Een oligopolie zal niet in het belang zijn van pensioenfondsen, zo zei consultant Anton van Nunen onlangs in gesprek met Investment Officer. Looijen van Goldman Sachs ziet uitdagingen voor nationaal georiënteerde partijen: ‘Op de langere termijn wordt het voor puur Nederlandse spelers een complex verhaal, denk ik. Ik ben in ieder geval heel blij dat we zijn overgenomen.’
Troost (BlackRock) plaatst daar wel een kanttekening bij. ‘Het idee van een competitieve markt is dat de klant keuzemogelijkheden heeft. Volgens mij blijven die er, zelfs als het aantal fiduciair managers blijft afnemen. Want je ziet ook dat pensioenfondsen voor hele stukken dienstverlening te rade gaan bij gespecialiseerde aanbieders, anders dan de fiduciair in ieder geval.’
Het gaat dan bijvoorbeeld om de ALM-studie, ESG-dienstverlening, procesbegeleiding rond de Wtp, et cetera. De pensioensector wordt alleen maar complexer, dus is er meer behoefte aan specialistische kennis. Troost: ‘Bovendien is er qua governance ook veel te zeggen voor het inschakelen van andere adviseurs dan de fiduciair: het fonds zal dan beter zijn onafhankelijkheid kunnen behouden ten opzichte van de fiduciair.’