‘Hoewel wij de nummer twaalf van de wereld zijn in orde van beheerd vermogen, zijn we een relatief onbekende speler. Nu ik erover nadenk, we zijn waarschijnlijk de grootste asset manager waar mensen nog nooit van hebben gehoord.’
Aan het woord is Simon England-Brammer (foto), senior managing director EMEA en APAC van Nuveen. Met bijna 1.300 miljard dollar is de in 1898 opgerichte firma een van ‘s werelds grootste asset managers. Het fondshuis opereert echter enigszins onder de radar, of zoals England-Brammer verwoordt: ‘Onze naam zul je niet zien op de zijkant van een bus.’
Dat is, stelt England-Brammer, omdat moederbedrijf TIAA niet beursgenoteerd is. Het Amerikaanse pensioenfonds voor ruim 5 miljoen deelnemers (voornamelijk onderwijzers) heeft daardoor niet het doel aandeelhouders rijk te maken, maar leden aan te trekken en te behouden, legt hij uit. ‘Het is geen verplicht fonds, leden kiezen actief voor TIAA. Dus wij moeten twee dingen goed doen: beleggen en communiceren over die beleggingen.’
Daarbij maakt de relatie die vergelijkbaar is met die van APG en ABP volgens England-Brammer dat Nuveen eigenlijk meer een asset owner is dan een asset manager. ‘We zijn een balance sheet owner. We hebben pensioenverplichtingen die we moeten matchen, een diversificatie-mix die we aanhouden, etcetera.’
Het actief beleggende fondshuis is dan ook een langetermijnbelegger, die zich volgens England-Brammer niet druk maakt om kortetermijnvolatiliteit. ‘Oorlogen, de meest uiteenlopende scenario’s: in al die jaren heeft dat niks veranderd aan onze focus op stabiele inkomsten en een doel boven het inflatiecijfer. Dat is nog elk jaar gelukt.’
Overname
Nuveen is sinds 2014 onderdeel van TIAA. Het pensioengeld van de leden van het fonds is goed voor bijna een derde van het beheerd vermogen van Nuveen. England-Brammer weerspreekt dat Nuveen daarmee heel afhankelijk is van TIAA. ‘In alle belangrijke markten hebben we klanten. Tuurlijk, er zijn markten bij waar we ons nog aan het vestigen zijn. Na pensioenfondsen, verzekeraars en family offices, proberen we nu ook verder te diversifiëren naar bijvoorbeeld private wealth. En geografisch gezien zijn we al jaren ook buiten de Verenigde Staten actief. Dat begon zo’n acht jaar geleden met Europa, Azië-Pacific volgde vijf jaar geleden.’
De beleggingen van deze klanten zijn verdeeld over uiteenlopende beleggingscategorieën, waarbij ongeveer een derde is gealloceerd naar alternatives. England-Brammer: ‘Veel, zo niet alle institutionele beleggers hebben momenteel enkelcijferige allocaties naar alternatives. Intussen horen we in álle gesprekken die we hebben, dat ze dat graag richting 15 of misschien wel 20 procent willen brengen.’
Daarbinnen is vastgoed een beleggingscategorie waar veel institutionele beleggers zich comfortabel bij voelen en waar nog mogelijkheden zijn, volgens England-Brammer. ‘Vastgoed heeft zich de laatste jaren richting gezonde hoogtepunten bewogen, maar aan de schuldenkant is het voor risico gecorrigeerde rendementsprofiel nog altijd aantrekkelijk. Veel van het kapitaal gaat naar Amerikaanse schuld-structuren, maar ook naar de Britse markt en wat specifieke markten binnen Azië.’
Vooral midmarket-leningen en senior loans hebben de interesse van Nuveen binnen private credit. ‘Specifiek zien we veel kansen in infrastructuur, maar ook bij beleggingen in landbouw- en houtgrond.’
Ook Nederlandse beleggers hebben animo voor deze laatste categorie, zegt Jeroen Broers, die ook aanwezig is bij het gesprek. Daadwerkelijke beleggingen zullen volgens het hoofd Benelux volgen als het nieuwe pensioenstelsel is ingevoerd. ‘Nederlandse pensioenfondsen wachten met grote portefeuillewijzigingen even af. Je wil niet instappen en over twee jaar merken dat het geen zin heeft om erin te beleggen vanwege het nieuwe raamwerk.’
Uitdaging bij privaat
De uitdaging van private beleggingen, blijft de liquiditeit ervan, zeker voor de klantgroep die wordt gevormd door private wealth. England-Brammer: ‘Ze willen toegang tot alternatives, maar in een liquide vorm. De koppeling van die vraag aan het aanbod is lastig, hoewel er slimme oplossingen bestaan.’
Hij doelt bijvoorbeeld op een belegging in beursgenoteerde vastgoedfondsen of in wrappers waarin publiek en privaat vastgoed worden gecombineerd. England-Brammer: ‘Maar fundamenteel zouden grote private wealth platformen ook best wat meer kunnen beleggen in de minder liquide categorieën, waarom zou je je geld niet wat langer vastzetten?’
De populariteit van de categorie heeft bovendien tot een ander actueel probleem geleid: asset managers hebben moeite om het aangetrokken kapitaal aan het werk te zetten. England-Brammer: ‘Vastgoedaandelen, vastgoed-schuld, private equity: naar al die categorieën stroomt zoveel vermogen, dat de deployment rate van een paar kwartalen naar een paar jaar is gestegen. Een enorm probleem, je wil niet een paar jaar wachten.’
Asset managers kunnen grote leningen verstrekken aan één bedrijf of een tweede lening verstrekken aan een bedrijf waar al een goede relatie mee is, maar het belangrijkste blijft volgens England-Brammer schaalgrootte. Als grote speler kun je vaker meedingen, ook met deals die buiten de markt om gesloten worden.
ESG en impact-beleggen
Gevraagd naar populaire thema’s onder klanten, zijn ESG en impact-beleggen voor de hand liggend, al wijst England-Brammer daarbij in het bijzonder op de manier waarop impact-beleggen momenteel ingevuld wordt. ‘Meestal via private beleggingen, private equity in het bijzonder.’
Hij verwacht daar een verandering, met meer impact-beleggingen aan de publieke zijde van de markt. Wel vraagt dat om vooruitgang rondom het meten en rapporteren van én over impact-beleggen. ‘Veel institutionele beleggers hebben daar nog moeite mee, aangezien er geen gestandaardiseerde index of benchmark is. Zodra beleggers beter begrijpen welke impact ze hebben en hoe ze dat kunnen uitleggen aan klanten, zullen ze hun beleggingsgedrag ook gaan veranderen.’