‘De horizon van de wereldeconomie, en ook van Europa, ziet er goed uit. Alles wijst erop dat dat voorlopig zo blijft,’ zegt William De Vijlder, hoofd economisch onderzoek van de Franse Bank BNP Paribas.
De Vijlder, die in zijn vorige functie chief investment officer van BNP Paribas Asset Management was, wijst op de combinatie van een lage inflatie, sectoren die er vrijwel over het hele front goed voorstaan en macro-economieën die een robuust beeld laten zien.
De econoom wijst erop dat in het verleden recessies, en in het verlengde daarvan beurscrises, werden veroorzaakt door centrale banken, hoge olieprijzen, een vastgoedzeepbel of te hoge waarderingen. Nu blijft dat vooralsnog uit ook al is Wall Street al sinds maart 2009 bezig aan een opgaande lijn.
De Vijlder stelt dat de waarderingen redelijk zijn - in ieder geval in Europa, want Wall Street is duur. Er is slechts sprake van een vastgoedzeepbel in kleinere landen en regio’s.
Beurscorrectie moeilijk in te schatten
Tegelijkertijd erkent De Vijlder dat een recessie, of een beurscorrectie, zeer moeilijk in te schatten is. ‘Het is een torpedo die door een hele lange buis gaat.’ De reële economie staat er volgens hem goed voor. Wel kunnen endogene risico’s een groot effect hebben. Wat die risico’s precies zijn, is volgens hem moeilijk te zeggen, maar hij denkt aan een vertraging van de investeringen wanneer bedrijven van oordeel zijn dat zij voldoende capaciteit hebben.
‘Nu zie je echter dat de risicopremie daalt, waardoor de gevoeligheid voor ogenschijnlijk onschuldig nieuws groter kan worden en een eigen dynamiek kan veroorzaken.’ Hij denkt daarbij aan de mogelijkheid dat daardoor het vertrouwen in economische voorspellingen afneemt. Hierdoor zal men minder risico nemen, wat kan drukken op de economische groei.
Lange cyclus
Een concreet voorbeeld dat De Vijlder in dat verband noemt, is dat de economie op dit moment in een lange cyclus verblijft. ‘Hierdoor ligt de vraag compleet open wat er gebeurt als een centrale bank als de Amerikaanse Federal Reserve of de Bank of Japan de liquiditeit gaat afbouwen. De kans is aanzienlijk dat je dan een tragere groei krijgt omwille van stijgende rente.’
De Vijlder, een gepromoveerd econoom, erkent dat het vak veel complexer is geworden dan vroeger en haalt in dat kader de Groningse hoogleraar Jan Pen aan: ‘We weten maar weinig.’
‘De economie is gemondialiseerd en mede daardoor zijn de schokken van demografie, technologie en aanbod zo groot. We zitten in een periode van permanente onzekerheid. Maar dat schreef John Galbraith in zijn boek ‘The Age of Uncertainty’ ook. Daarvan zeggen we nu dat dat wel meeviel’, verklaart hij bij een bezoek aan Nederland.
‘Mensen zijn nostalgisch. Ze verlangen naar vroeger, omdat toen alles beter zou zijn geweest. Maar dat is omdat men weet hoe het is afgelopen. Nu weet men dat niet. Het is allemaal diffuus en fragiel.’