Drie jaar trok ABN Amro MeesPierson uit om samen met de ontwikkelingsbank FMO en asset manager Privium een impact fonds te lanceren. Het fonds is een voorbeeld van co-creation, dat de grootbank nu al enkele jaren toepast om klanten maatwerk te bieden.
Het fonds werd vorige week gelanceerd en open gesteld en is gebaseerd op het investeringsbeleid van FMO, een Nederlandse ontwikkelingsbank die investeert in bedrijven in ontwikkelingslanden. Hierbij zijn milieu- en sociale aspecten volledig in het beleid geïntegreerd, zodat sprake is van een meetbare impact.
Yvonne Bakkum (foto) van FMO Investment Management en Mark Baak van fondsbeheerder Privium Fund Management lichten de achtergronden van het fonds toe.
Impact investing is momenteel een relatief klein segment in de beleggingswereld, maar heeft de potentie snel te groeien. Bij de ontwikkeling lopen aanbieders echter wel tegen hindernissen op. Zo is vraag en aanbod niet altijd goed op elkaar afgestemd en kijkt de toezichthouder streng mee om producten ook ‘retail-proof’ te maken, zegt Yvonne Bakkum in en gesprek met Fondsnieuws. Zij is managing director van FMO Investment Management, de beleggingsonderneming die optreedt als beleggingsadviseur van het fonds.
Strenge due diligence
Bij de lancering van het FMO Privium Impact Fund keek daarom ook ABN Amro streng toe bij de due diligence, de allocatie van de investeringen en de beoogde omvang van het fonds. Vanwege het commitment en om het feit dat het zijn nek heeft uitgestoken heeft ABN Amro MeesPierson exclusiviteit gekregen, zegt Mark Baak van Privium dat de beheerder is van het fonds.
ABN Amro wilde – om tegemoet te komen aan de wensen van haar klanten - dat er van het fonds een euro share class kwam en dat er jaarlijks dividend zou worden uitgekeerd. Het verwachte rendement van het fonds is 2,5 tot 4 procent per jaar (2 procent dividend en jaarlijkse koersstijging). Binnen een jaar is het FMO Privium Impact Fund naar verwachting 100 miljoen euro groot.
Maar dat streefgetal is niet vanzelfsprekend te behalen: vorig jaar werd door NN Investment Partners en FMO een vergelijkbaar fonds gelanceerd voor institutionele beleggers. Maar de beoogde 100 miljoen euro is nog altijd niet opgehaald.
‘Lender of record’
FMO is - in de woorden van Baak - de “lender of record”. Projecten worden rechtstreeks door FMO gefinancierd, en het fonds dat ABN Amro op het schap neemt heeft een vergelijkbare (rechts)positie door te participeren in door FMO verstrekte leningen. De eerste projecten zijn inmiddels geselecteerd; Bakkum legt uit dat het fonds zich richt op projecten in de landbouwsector, duurzame energie, financiële dienstverlening en telecominfrastructuur.
De managementfee is 0,98 procent per jaar, inclusief overige kosten bedraagt de totale beheerfee 1,25 procent. Dat staat los van de adviesfee die ABN Amro zijn klanten vraagt. Het risicoprofiel van het fonds is gematigd, en in vergelijking met emerging market debt in harde valuta minder volatiel, zegt Baak.
‘Onze reputatie is een groot goed’
In het FD werd bij de bekendmaking van het fonds gememoreerd dat FMO zich terugtrekt uit de bouw van een waterkrachtcentrale in Honduras, omdat een milieuactiviste vanwege haar verzet was vermoord. Bakkum erkent dat dit incident bewijst dat een ontwikkelingsbank als FMO met een historie van 45 jaar onder het vergrootglas ligt.
‘Onze reputatie is een groot goed. Wij doen de selectie van projecten met de grootst mogelijke behoedzaamheid. We beogen met onze deelname vooral een positieve impact te hebben, maar een enkele keer gaat er ook wat mis bij een project, alle goede voorbereiding en toegepaste standaarden ten spijt.’
Privium is de beheerder van het fonds en zoekt volgens Baak steeds projecten waarin het kennis en kunde kan delen met experts in een bepaalde strategie, in dit geval FMO. Baak vertelt dat het fonds maandelijks verhandelbaar is .Dit houdt in dat jaarlijks een kwart van het fondsvermogen van participant zou kunnen veranderen. Dit is niet zijn verwachting, omdat beleggers die instappen een lange termijn horizon hebben.