‘Voor de gemiddelde deelnemer in een pensioenfonds bestaat de fiduciair manager niet’, zegt Kees Swinkels van Mercer, country business leader wealth bij Mercer Nederland. Maar de fiduciair is wel de partij die moet zorgen voor de juiste informatie, als er straks een beleggingsprofiel wordt gekozen. ‘We moeten samen leren om anders te praten.’
Hij werkt al meer dan dertig jaar in de pensioensector, waarvan de laatste vier jaar bij Mercer Nederland. Kees Swinkels (foto) heeft in die tijd veel langs zien komen: van aangetekende brief tot blockchaintechnologie. Hij ziet scherp waar de sector nog werk te doen heeft als het gaat om communiceren in het nieuwe pensioenstelsel.
Wat zijn bekende valkuilen in B2B2C-communicatie?
‘Ik zie prachtige tools waarmee deelnemers volop inzicht krijgen, maar waarbij vergeten wordt dat hulp nodig is bij het interpreteren van die informatie en bij het maken van financieel bewuste keuzes. ‘A fool with a tool is still a fool.’ Je bent nog niet klaar met het beschikbaar stellen van data.’
Zou de pensioensector meer gezamenlijk moeten doen?
‘Stel dat je drie keer van uitvoerder verandert en je wordt steeds net iets anders ingelicht over de keuzes die je moet maken. Het verleden heeft bewezen dat het uniformeren van data, zoals bij het UPO, helpend is voor de consument. In het slechtste geval gaan we het allemaal net even iets anders doen, in een poging om te outperformen op onze concurrenten. Werknemers zijn gebaat bij een uniforme aanpak vanuit de branche; helaas zie ik een beweging de andere kant op.’
Welk advies geef jij een fiduciair over deze communicatie?
‘Voor een fiduciair is het belangrijk om zoveel mogelijk real-time data door te geven en vooral de uitvoerder en het pensioenfonds te ondersteunen. Geef duiding van de impact op gemaakte keuzes. Dit uitleggen wordt een gezamenlijke activiteit, want voor de deelnemer bestaat de fiduciair niet. We moeten samen anders leren praten. Alle partijen hebben ongelooflijk veel kennis, maar ieder op zich onvoldoende om het op een goede manier over te brengen aan deelnemer. Als je een auto koopt, praat je ook niet rechtstreeks met de persoon die de motor in elkaar zet. Wat telt is de vertaling, van techniek naar iets wat voor de deelnemer behapbaar is.’
Zie jij goede en slechte voorbeelden?
‘Er zijn uitvoerders die een default-keuze geven als een deelnemer het te moeilijk vindt. Kies je geen lifecycle, dan wordt het een neutraal profiel. Kies je niet voor doorbeleggen, dan krijg je een vaste uitkering. Maar er zijn ook uitvoerders die zeggen: deze keuzes zijn zo belangrijk en hebben zoveel invloed op het pensioen, dat we geen default bieden. Je móet kiezen. Dat vind ik beter. Juist als een onderwerp eng is, zijn mensen geneigd om niet te kiezen. In dit geval met grote impact op hun financiële toekomst.
We roepen al zo lang dat er weinig interesse is in pensioen, ik denk dat dat niet waar is. Maar als je continu wordt geconfronteerd met informatie die je niet kunt plaatsen, dan verdiep je je er niet in. Een default is dan fijn, want dan hoef je niet prijs te geven dat je het eigenlijk niet begrijpt. De wijziging van het pensioenstelsel is een uitgelezen moment om de consument anders te benaderen.’
Gebruiken pensioenfondsen de technische mogelijkheden van personalisatie wel voldoende?
‘De systemen zijn er zeker toe in staat, maar daar is een slag te maken. Er was nooit een prikkel om veel inzicht te geven. Hoe monitor je dat mensen er echt iets mee gaan doen? Dit is een kans; de deelnemers moet straks op dag-basis kunnen zien wat de waarde van de pensioenbeleggingen is. Verzekeraars zijn het al gewend, dat is hun voordeel.’
Zijn deze ontwikkelingen een goed verdienmodel?
‘Iedereen in onze keten kan data verstrekken, iedereen is integer, maar interpreteren is een ander verhaal. Waar wij druk mee zijn is het verstrekken van inzicht. Inzicht, interpretatie en activatie. Als je ergens heen wilt, kun je er met satellietnavigatie alleen komen als bekend is waar je nu staat. Dat geldt ook voor pensioendeelnemers: Waar sta ik nu? Waar wil ik heen? En hoe kom ik daar? Dat wordt onze kernactiviteit bij communicatie.’
Is er angst in de sector?
‘Zeker. De goedbedoelde actie van nu kan een woekersituatie zijn over vijf jaar. Het blijft een complex onderwerp, dat verklaart de defensieve aanpak. De toezichthouder moet daar ook een beetje bij helpen. En de oplossing is om het samen te doen. Laten we ook eens kijken naar andere branches waar de materie net zo complex is, en daar lering uit trekken.’
Is iedereen straks op tijd klaar?
‘De afhankelijkheden zijn onderling nog nooit zo groot geweest. Bij de pensioenfondsen die ik zie, wordt vol gas gegeven. Fiduciairs wachten intussen rustig af, die zijn wel klaar. Ik ben wel bang dat de transitie op de korte termijn ten koste gaat van communicatie. Die zal instrumenteel zijn en ik vraag me af of die interpretatie – die zó belangrijk is – daar niet onder zal lijden.’
Dit artikel is verschenen in IO Institutioneel, de krant van Investment Officer die gericht is op pensioenfondsbestuurders en pensioenbeleggers en vanaf vandaag bij geregistreerden wordt bezorgd. Via deze link kunt u zich voor ontvangst van de krant aanmelden.