©Carof-Beeldleveranciers
SCHALEN VOOR INVERMENT OFFICERS.jpg

De beleggingsdienstverlening in Nederland is sinds de crisis van 2008 revolutionair geprofessionaliseerd. Maar de prijs van meer regels en controle is hoog: de afvinkcultuur is dominant geworden, schrijft Cees van Lotringen in zijn slotakkoord. Hij nam deze maand afscheid als hoofdredacteur en mede-oprichter van Investment Officer.

Laat ik beginnen met een bekentenis: ik heb de Grote Financiële Crisis van september 2008 niet zien aankomen. Dat is maar goed ook, want anders had dit voor u opgerichte platform waarschijnlijk het levenslicht nooit gezien. Dat ik het niet heb zien aankomen, kwam doordat ik begin van dat jaar met veel hoofdbrekens de oplevering van twee nieuwe websites – fd.nl en bnr.nl – voor de FD Mediagroep had afgerond.

Vervolgens belandden mijn beoogde compagnon Jasper Staring en ik samen in juridische haarkloverij met de grootaandeelhouder van ons gezamenlijke initiatief, terwijl wij tegelijkertijd ons nieuwe platform – fondsnieuws.nl – moesten klaarstomen voor onze Lift off. Dat gebeurde op 28 augustus. Twee weken later was het “bal”: zakenbank Lehman Brothers ging bankroet en trok de wereldwijde markten mee in zijn val. Ik lag ’s nachts in mijn bed naar het plafond te staren: wat had ik gedaan? In welk avontuur had ik mijn gezin in hemelsnaam meegesleurd? 

Jasper en ik concludeerden al snel dat deze crisis weleens lang zou kunnen duren en dat het er op aankwam dat we dit onheil zo lang mogelijk moesten zien te trotseren. Want iedereen in de sector staarde in de koplampen van deze crisis en van het commercieel uitrollen van ons platform kwam vooralsnog weinig terecht. De hand ging daarom op de knip. We kochten tweedehands tafels en stoelen in een nabijgelegen uitdragerij. De eerste twee gasten die ons kwamen opzoeken namens een gerenommeerde internationale vermogensbeheerder zaten in hun maatpakken met tegenzin op onze krakende stoelen, zo verraadden hun opgetrokken wenkbrauwen. 

Denk in oplossingen, niet in problemen

Ons belangrijkste probleem van dat moment? We hadden geen internetverbinding. Dat zou nog zes weken duren, volgens KPN. Zes weken, terwijl de wereld in lichterlaaie stond! Jasper maakte onmiddellijk duidelijk waarom hij een succesvolle ondernemer is. Denk in oplossingen, niet in problemen, leerde ik van hem. ‘Kom’, zei hij, ‘we kopen een lange internetkabel.’ Het was er één van meer dan 100 meter. Bij terugkomst staken we de kabel in een router op de zevende verdieping, waar Jasper’s bedrijf Finfiles gehuisvest was. We gooiden de kabel uit het raam en trokken deze de hoek om, naar de achterzijde van het pand waar wij kantoor hielden. 

Wel, de rest is geschiedenis. Want u, als lezer van het in 2022 tot Investment Officer omgedoopte platform, vereert ons sinds die wittebroodsweken met een steeds frequenter bezoek aan onze website. Zo schreef Iris van de Looij, directeur van de belangenvereniging Dufas, vorig jaar in een testimonial dat het platform ‘de afgelopen jaren een centrale plek heeft ingenomen in onze sector’.

Verbod op kickback

Het is een sector die in de afgelopen vijftien jaar ongekend is veranderd. Het was Theodor Kockelkoren, die daarvoor in 2009 de steen in de vijver gooide. De AFM-bestuurder beschuldigde de banken ervan dat zij hun klanten ‘knollen voor citroenen’ verkochten. Ongelijk had hij daarin niet. Zo lag bij distributeurs als banken en verzekeraars het primaat vaak bij de relatie met de asset managers die een distributievergoeding betaalden als ‘hun’ fonds op het schap van de bank kwam te liggen. Het zou de verleiding par excellence zijn waarmee vooral buitenlandse partijen toegang tot de Nederlandse markt zouden weten te veroveren. Gaandeweg werd die kickback een usance in de markt. Maar de crisis van 2008 zou daar een einde aan maken. Kockelkoren had gelijk: veel beleggingsportefeuilles waren primair samengesteld vanuit het verdienmodel en veel minder vanuit het belang van de eindklant. 

Met ingang van 2014 verbood de regering bij wet het gebruik van de distributievergoeding. Ons platform heeft daarin nog een bescheiden rol gespeeld door de discussie daarover in 2010 aan te zwengelen, zowel op onze site als bij evenementen. Vrienden maakten we daarmee volgens mij niet. Maar het verbod op de distributievergoeding heeft de kwaliteit en de professionaliteit van de sector beslist verbeterd. 

De vrijheid van beleggingsadviseurs en private bankers in relatie tot hun klanten (en de inrichting van de portefeuilles) is drastisch ingeperkt. Daarvoor in de plaats zijn de investment offices doorontwikkeld tot het intellectuele hart van de beleggingsdienstverlening van de grootbanken. In mijn optiek heeft dat de banken goed gedaan; ze zijn qua professionaliteit steeds meer gaan lijken op de fiduciair managers die in de institutionele wereld een grote rol spelen. Daarin draait alles om de zorgplicht, die het belang van de klant boven alles stelt. 

Toezichthouders sterk geprofessionaliseerd 

Het opportunisme van de jaren negentig van de vorige eeuw, met zijn vele schandalen van kickbacks, woekerpolissen, lijfrentes en legio-lease constructies, is grotendeels verleden tijd. De toezichthouders AFM en DNB houden veel strenger toezicht op de markt. Ze zijn in dat opzicht sterk geprofessionaliseerd. Dat geldt vooral voor de AFM. Zij heeft enerzijds de dialoog met de sector verbeterd en anderzijds veel kennis en ervaring uit de financiële sector zelf aangetrokken, wat de kwaliteit en de geloofwaardigheid van de toezichthouder heeft verhoogd. 

Echter, de recente voorbeelden van het Zwitserse Credit Suisse en de regionale Amerikaanse Sillicon Valley Bank laten zien dat de duizenden pagina’s aan ingevoerde complexe wet- en regelgeving dergelijke crises niet heeft kunnen voorkomen. Dat komt voor een belangrijk deel omdat de focus van de autoriteiten zich vooral richt op de crisis van gisteren en niet op die van morgen. ‘Pleisters plakken’, noemde de voormalige gouverneur van de Bank of England, Mervyn King, dat recent in de Financial Times. 

“Too big to fail”

In de crisis van 2008/2009 werden centrale banken en markttoezichthouders geconfronteerd met banken die zo groot waren geworden dat ze een systeemcrisis konden veroorzaken. “Too big to fail”, luidde de analyse. Het antwoord dat ze daarop formuleerden was niet dat van een beleid gericht op het tegengaan van oligopolies – zoals begin twintigste eeuw in de VS nog het geval was –, noch op het bestraffen van topbestuurders van financials voor hun, soms, roekeloze beleid.

Nee, het antwoord van de autoriteiten was er één die vraagtekens stelt bij wie het in de (financiële) wereld voor het zeggen heeft. De banken werden met belastinggeld gered en in enkele gevallen genationaliseerd.  Ondertussen pompen centrale banken onverminderd liquiditeit in de markten. De invloedrijke Amerikaanse filosoof en mediacriticus Noam Chomsky betitelde dat beleid als “Socialism for the Rich, Capitalism for the Poor”. Deze opstelling van – met name – de (monetaire) autoriteiten en toezichthouders heeft veel kwaad bloed gezet en de polarisatie aangewakkerd. Zo wordt nu in veel landen, waaronder ook Nederland, gepleit voor “brede welvaart”, dat minder op groei en meer op een eerlijkere verdeling van de welvaart is gericht. 

Dat voorgenomen beleid past in de wens van Den Haag om de belasting op inkomen te verlagen en op vermogen te verhogen. Die ontwikkeling zal ook doorwerken in de gesprekken die private banks, onafhankelijke vermogensbeheerders en family offices met hun klanten zullen hebben. Estate planning en fiscaliteit worden belangrijker, maar door de schuivende panelen van de (economische en politieke) macht in de wereld zullen ook nieuwe, hogere eisen aan de inrichting van klantportefeuilles worden gesteld. Daarbij zal het onder meer gaan om meer geografische spreiding en om niet-gecorreleerde beleggingen, zoals op het vlak van private markets. 

Afvinkcultuur domineert sector  

Op dit moment is voor de beleggingssector de verduurzaming van samenleving, economie en markten de grootste kopzorg. De (Europese) wet- en regelgever is onder grote tijdsdruk het wiel aan het uitvinden en de sector plukt daar de wrange vruchten van. Wie zijn oor te luisteren legt, hoort alom frustratie, ergernis en vermoeidheid; meerdere professionals hebben mij de afgelopen maanden toevertrouwd dat zij om bovengenoemde reden overwegen de sector te verlaten. Moegestreden. 

In bovengenoemde context vertrouwde een medewerker van een asset manager mij toe dat iedereen in de sector zijn eigen “personal risk officer” is geworden. Daarmee bedoelde hij dat er een afvinkcultuur is ontstaan, waarin iedereen vooral gericht is op het vermijden van loopbaanrisico’s. Inmiddels begint die cultuur ook de media te raken. 

Zo viel het mij de laatste maanden op dat woordvoerders niet langer woordvoerders zijn, maar ophalers van vragen: ‘Kun je je vragen even op papier zetten? Dan ga ik intern achter de beantwoording van die vragen aan.’ Je krijgt dan schriftelijke, afgemeten antwoorden terug. Het heeft - op zijn zachtst gezegd - iets treurigs als een woordvoerder het woord niet meer durft of mag voeren. Dat zal de sector ook geen goed doen, en de toezichthouders uiteindelijk ook niet, want die angstcultuur ondermijnt de transparantie en de dynamiek. 

Meer regels, meer kosten

Mijn vader zei altijd: geef mensen het vertrouwen, totdat het tegendeel is bewezen. Maar het maatschappelijk vertrouwen, dat één van de pijlers van de economische successen van Nederland is, staat zwaar onder druk. We zijn van een “principle based” naar een “rule based” systeem geëvolueerd. De afvinkcultuur die daarmee gepaard gaat, en de compliance officer die daardoor een steeds belangrijkere rol krijgt, leidt tot hogere kosten, tot minder marges en als gevolg daarvan tot meer consolidatie. Enerzijds vermindert dat de keuzevrijheid voor de klant en anderzijds leidt het tot meer systeemrisico’s. Ik kan me niet voorstellen dat Theodor Kockelkoren dat beoogde toen hij in 2009 zijn gevleugelde uitspraak over “knollen voor citroenen” deed. 

Cees van Lotringen is mede-oprichter  en voormalig hoofdredacteur van Investment Officer. Hij heeft zich in mei teruggetrokken vanuit de wens om nieuwe uitdagingen en projecten buiten het platform aan te gaan. Eerder in zijn loopbaan was hij o.a. adjunct-hoofdredacteur van Het Financieele Dagblad. 

Beeld: ©Carof-Beeldleveranciers

Author(s)
Target Audiences
Access
Public
Article type
Article
FD Article
No