Direct na de crisis waren quants, de slimme wis- en natuurkundigen die bij banken ingewikkelde producten bedachten, aangeschoten wild. Tien jaar na dato lijkt het tij gekeerd. ‘Het vak is weer sexy.’
Quants. Tot het uitbreken van de financiële crisis wist vrijwel niemand buiten de financiële wereld dat in de sector briljante wiskundigen en briljante natuurkundigen werkten. Laat staan wat zij en andere bèta’s er deden; het maken van modellen om risico’s in kaart te brengen en om financiële producten te waarderen. Ook om bij de handel in effecten de minder geniale collega’s bij andere partijen af te troeven.
Maar tijdens de grote analyse van de crisis kwamen ze volop in beeld. In veel media en films werd de volledige beroepsgroep gemakshalve afgeschilderd als hoofdschuldige voor alle problemen. De alchemisten van Wall Street werden ze genoemd, de raketgeleerden van de financiële sector.
Waren het immers ook niet deze quants geweest die eindeloos ingewikkelde producten bedachten die grote risico’s juist aan het oog onttrokken? Zonder quants waren er toch geen collatoralized debt obligations (cdo’s) geweest; de opgeknipte en herverpakte hypotheekportefeuilles die aan de basis stonden van de Amerikaanse hypotheekcrisis?
Maar inmiddels is het tij gekeerd, schrijft Het Financieele Dagblad, en is er weer volop vraag naar quants.
De invloed van verschillende soorten quants binnen de banken is echter wel verschoven, schrijft de krant. Voor de crisis lag de nadruk op quants in de frontoffice; de mensen die de producten bedachten en structureerden.
De quants van de risicoafdeling in de backoffice moesten die producten wel doorrekenen en valideren, maar in feite had de eerste groep de leiding. Inmiddels is die balans omgedraaid. Nu heeft risk de touwtjes in handen.
Lees meer op FD.nl