Er staan tientallen vacatures open voor private bankers en wealth managers, zo blijkt uit een overzicht door Investment Officer. Wat is er aan de hand? Rekruteerder Lorraine le Pomellec, partner Banking & Financial Services bij Page Executive, geeft duiding.
Is er een ‘war for talent’ aan de gang voor private bankers?
Lorraine le Pomellec: ‘Zeer zeker. De Belgische markt voor vermogensbeheer is in volle bloei. Er is vooral vraag naar private bankers en wealth managers die al enkele jaren ervaring op de teller hebben. Om te begrijpen waarom, moeten we wat uitzoomen. Het heeft veel te maken met een transitie in het verdienmodel van veel banken, waarbij commissie-inkomsten zwaarder gaan doorwegen. Dat gaat bijvoorbeeld om commissies bij de verkoop van private equity-beleggingen of obligatiefondsen. Om die producten aan de man te brengen, heb je commerciële mensen op het terrein nodig om nieuwe vermogende klanten te vinden.’
‘Parallel worden intern wel sommige ondersteunende taken gebundeld om kosten te besparen. Die besparingen zijn nodig om financiële ruimte te creëren voor digitale investeringen. Een private banker assistent werkt niet voor een bankier, maar is bijvoorbeeld toegewezen aan een regio. Puilaetco heeft een specifieke client advisor desk die meerdere private bankers bijstaat.’
In Nederland is er van zo’n massale vraag naar private bankers geen sprake.
‘Het is inderdaad een typisch Belgisch verhaal. De Belgische gezinnen zijn relatief rijk in vergelijking met de buurlanden. Uit onderzoek weten we dat de mediaanwaarde van het Belgisch gezinsvermogen rond 250.000 euro netto (na aftrek van schulden) bedraagt, wat hoog is in Europees opzicht. De zakenkranten De Tijd en L’Echo ramen de hele Belgische privatebankingmarkt op 480 miljard euro. Dat is enorm.’
‘Het verklaart waarom ook buitenlandse vermogensbanken erg geïnteresseerd zijn in de Belgische markt (In het wealth-segment opende Edmond de Rothschild onlangs in Sint-Martens-Latem en breidde Lombard Odier uit naar Antwerpen, red.). Ik mag geen namen noemen, maar ik kan verklappen dat er nog op komst zijn.’
Hoe komt het dat er ondanks de opkomst van AI en digitale tools er toch meer private bankers van vlees en bloed gevraagd worden?
‘Door de toenemende interactie tussen commercial banking en private banking. “Oud geld”, zeg maar de klassieke familiale vermogens, verhuist niet zo snel naar een andere bank. De betrokken vermogenden zijn vaak al op leeftijd en de Mifid-regelgeving maakt het niet makkelijk om vermogens zomaar te plaatsen. Dus richten de banken zich in toenemende mate ook op new money of “nieuw geld”, recent opgebouwde vermogens van ondernemers.’
‘Om die te detecteren, heb je echter bankiers nodig die op het terrein staan, een uitstekend zakelijk netwerk hebben en de recente corporate transacties opvolgen. Denk aan een ondernemer die 30 procent van zijn bedrijf verkoopt. Vooral de Vlaamse kmo-leiders zijn erg gegeerd. In familiebedrijven kunnen de persoonlijke situaties natuurlijk uiteenlopen. Om te weten welk deel van een familiale onderneming liquide is en welk niet, moet je de aandeelhouders kennen. Er is daarvoor niet zozeer AI nodig, maar EI, emotionele intelligentie.’
‘Bij new money moet je trouwens niet denken aan de clichés van de golfbaan en de Rotaryclub. Het gaat ook om artiesten en topsporters, nieuwe categorieën van rijken die ook financiële planning nodig hebben.’
Ziet u veranderingen in het productaanbod?
‘Het aanbod wordt almaar diverser, waarbij elke speler vanuit zijn eigen sterkte vertrekt. Bij Delen Private Bank is dat discretionair vermogensbeheer. Groepen met een internationale dimensie hebben het voordeel dat ze exclusieve producten uit verre markten kunnen aanbieden. Denk aan een fonds uit Singapore. Zoals bekend wint private equity terrein, met in het bijzonder schuldconstructies voor leveraged buyouts (LBO) van beloftevolle bedrijven.’
‘Wat ook diverser wordt, is het type klant. Het zijn niet alleen particulieren meer. Wat je steeds vaker ziet , is dat private banks een specifiek aanbod ontwikkelen dat specifiek gericht is op semi-institutionele beleggers als een family office.’