Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) heeft vorig jaar een rendement op zijn blootstelling naar private equity behaald van 44 procent, terwijl de portefeuille als geheel gemiddeld uitkwam op een rendement van 8 procent. PFZW, dat het pensioengeld beheert voor zorgpersoneel, zoals verpleegkundigen en tandtechnichi, legt 1,26 miljard euro opzij voor bonussen aan externe private equity-huizen.
Zo schrijft Het Financieele Dagblad vandaag. Die hoge bonussen aan private equity huizen en hedgefondsen liggen van oudsher gevoelig bij onder meer de politiek. PFZW, dat voor zijn deelnemers 277 miljard euro aan pensioenvermogen beheert, was de afgelopen tien jaar niet meer in staat de pensioenen te indexeren.
De hoge, gereserveerde bonus komt doordat private equity partijen werken met een zogenoemde 2 + 20 procent regeling. De beheerfee is (doorgaans ongeveer) 2 procent en als ze onderling afgestemde doelstellingen halen dan mogen ze 20 procent van het voor de klant behaalde rendement voor zichzelf houden.
Pensioenfonds PFZW zegt tegenover het FD dat vorig jaar deze kostenpost van 265 miljoen euro is uitgekeerd. Van de gereserveerde bonuspot van 1,26 miljard euro is bijna de helft inmiddels uitgekeerd. PFZW publiceert vrijdag zijn jaarverslag, de resultaten over het vierde kwartaal 2021 is al eerder gepubliceerd.
‘Tja, beste gepensioneerden: daar gaat jullie indexatie’
Pensioenadvocaat Theo Gommer schrijft in een post op Linkedin: ‘Tja, beste gepensioneerden: daar gaat jullie indexatie. Hup in de diepe zakken van private equity. Uit Amerika. Ach, waarom zou je ook kritischer zijn als pensioenfonds. Toch?’
Toezichthouder Anne Laning is één van de mensen die een kritische reactie geeft: ‘Uhm, volgens het Q4-bericht van PFZW behaalde private equity een rendement van 44 procent in 2021. Dat ook maar weggooien dan? Je kunt niet het een (rendement) zonder het ander (kosten) krijgen.’
Gommer reageert: ‘Dus ik moet verplicht meedoen met een Bpf? En dan gaan zij dit soort bonussen uitkeren van mijn geld?’ En voegt hij eraan toe: ‘En hoe zit het met de malussen als ze het slecht doen? Als je 44 procent rendement behaalt dan ligt het niet aan de vermogensbeheerder, maar aan de markt. Lekker werken met het geld van een ander.’
Laning reageert op Gommer en anderen: ‘Of de opbrengsten de kosten waard zijn? Met een rendement van 44 procent lijkt me dat niet bemoeilijk te beantwoorden. In eerdere jaren waren de opbrengsten wel een stuk lager, en ook wel eens negatief meen ik me te herinneren. Dan zijn de kosten ook lager, want dan is er geen performance fee.’
‘Emoties prevaleren boven feiten’
Gert Jochems, bestuurder en voormalig toezichthouder bij de AFM, schrijft: ‘Fijn, dat je het voorrekent! Ik merk dat veel mensen bij (het naderen van de) pensionering, emoties prevaleren bijven de feiten.’
Ook Hans de Ruiter, de chief investment officer van Stichting Pensioenfonds TNO, mengt zich in de discussie. Hij schrijft: ‘Wat een onzin opmerking. Private equity behaalde een netto-rendement van 44 procent, en was daarmee de beste beleggingscategorie. Op netto basis heeft private equity ongeveer drie procentpunt bijgedragen aan het rendement. Daarmee draagt het ruim bij aan de indexatiedoelstelling! Ik zou niet weten hoe dat een slechte deal kan zijn voor de gepensioneerden.’
Asset owners, onder wie (de grote) pensioenfondsen wijken steeds vaker uit naar private markets, waaronder ook private equity. Deels komt dat door de risico-rendementsverhoudingen die op de publieke markten niet meer optimaal zijn, wat mede samenhangt met de rentes die centrale banken bewust onder het inflatieniveau houden.
Daarnaast kunnen pensioenfondsen met hun lange termijn verplichtingen zich de blootstelling naar illiquide private markets veroorloven. Dat levert doorgaans een betere risico-rendementsverhouding op.
Het vermogen van PFZW wordt door PGGM (foto) belegd, de eigen pensioenbelegger.