Tijdens een debat in Brussel onder investment professionals bleek dat een robuuste portefeuille samenstellen erg belangrijk is. En digitalisering is goed, maar in het hogere segment blijft nabijheid en persoonlijk klantencontact een must. De regelgeving is ook te ver doorgeslagen. Ze is te complex en volumineus geworden. De Belgische massa spaargeld van 300 miljard euro is mede het gevolg van instabiele fiscaliteit.
Dat bleek uit een panelgesprek dat op 13 oktober werd georganiseerd tussen Jurgen Vanhoenacker (Lombard International Assurance), Yves Dumon (Lombard Odier Groep), Frank Vranken (Puilaetco) en Jurgen Vluijmans (Investment Officer). Het onderwerp was ‘hoe investment professionals relevant kunnen blijven in een onzekere periode.’
Na een interview met de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Duitsland, de heer Emerson, bleek dat we de portefeuilles op lange termijn moeten blijven beheren. Frank Vranken gaf aan dat hij ‘het aandelengewicht in de portefeuilles op korte termijn wat heeft verlaagd, omdat deze volatiliteit en onzekerheid op korte termijn ettelijke procentpunten aan rendement kunnen kosten. Op lange termijn zijn er echter niet veel alternatieven voor aandelen.’ Yves Dumon heeft ‘zijn portefeuilles meer afgestemd op een overwinning van Biden’.
Ook bij Lombard International Assurance beheren ze hun verzekeringsportefeuilles op lange termijn, ‘hoewel de totale afwikkeling van de verkiezingen nog lang kan duren. Dat zal toch volatiliteit met zich meebrengen op de markt. Ik vrees dat mensen een afwachtende houding gaan innemen tot dit achter de rug is.’
Spaartegoed
Er staat 300 miljard euro op rekeningen, en dat in een lagerenteomgeving. Vranken: ‘Het woord rationeel is gevallen, maar de homo economicus is nooit volstrekt rationeel. De Belgische fiscaliteit is nooit stabiel gebleken, en de staat is nooit een zekere factor geweest. Daarom gaat men liever aan de zijlijn staan. Er wordt zoveel de Green Deal gesproken, dus daar zijn mogelijkheden. Mensen moeten beseffen dat ze op lange termijn aan koopkracht inboeten.’
Dumon merkt op dat de massa tijdens de coronacrisis nog is toegenomen. ‘Dankzij een sterke Tier 1 ratio van 30 procent hebben we bij Lombard Odier voorzichtige klanten kunnen aantrekken. We hebben ook mensen aangetrokken die de kansen willen grijpen die de markten bieden.’
Vanhoenacker: ‘Het komt erop aan om een zeker consumenten- en ondernemersvertrouwen te creëren. De politieke context is te onzeker. Maar anderzijds zijn er periodes geweest waarin we vroeger spaargeld konden activeren, denk aan de wet Cooreman-De Clercq. Misschien kan dit op Europees niveau worden aangepakt? Veel van onze klanten in België en het buitenland gebruiken hun verzekeringsoplossing om te gaan investeren in de reële economie. Men betaalt de premietaks en dan is de kous op fiscaal vlak af. Dat biedt zekerheid.’
Vranken: ‘Vanuit private banking hoek moet je daarnaast ook een educatieve rol spelen. Als je je spaargeld ongemoeid laat, verlies je aan koopkracht. Ik vind ook dat de staat de spaarder een fiscale incentive moet geven om iets te doen. Er zijn zoveel uitdagingen zoals de Green Deal. Je kan daarin een win-winsituatie spelen.’ Dumon: ‘Op langere termijn moet je met de klant kijken wat de mogelijkheden zijn. Educatie is belangrijk, en vertrouwen geven ook.’ Vluijmans voegde eraan toe: ‘Je spaart je in feite arm als je te veel cash aanhoudt.’
Regelgeving
De panelleden waren het erover eens dat de regelgeving voor alle professionals een uitdaging wordt. ‘Het wordt voor professionals moeilijk om met alle acroniemen gelijke tred te houden. De regelgeving is sinds 2008 fors toegenomen. De bedoeling van de toezichthouder is nobel, maar het probleem stelt zich wanneer de regels in nationale wetgeving moet worden omgezet. Dat zorgt voor verschillen tussen landen. Zo is een inschrijvingsformulier bij ons soms nog altijd honderd bladzijden lang,’ zegt Vanhoenacker.
Dumon: ‘Ik hoop dat we het ergste gezien hebben, maar we moeten onze klant wel goed kennen en bedienen. De wetgeving helpt ons daarbij. We moeten administratief sterk zijn, en ons voortdurend scherp stellen.’ Vranken: ‘Elke private bank ondergaat dit, maar de slinger is te veel doorgeslagen. Ook niet alle klanten zijn hiermee gediend. De doelstellingen zijn nobel, maar na jaren digitalisering zoveel papieren invullen is problematisch. De vacatures in de private bank zijn vooral juridische en compliance functies geweest. Dat is een teken aan de wand. Het is frustrerend voor de bankier én de klant.
Nabijheid
Dumon: ‘Covid-19 mag geen excuus zijn om het persoonlijk contact met de klant te verliezen. Nabijheid blijft een must. Sinds maart bezoeken onze klanten ons virtueel klantenplatform veel vaker.’
Vanhoenacker: ‘Over het algemeen is het telewerk goed verlopen in de sector, ik heb geen weet van rampscenario’s. Maar in het hogere segment moet er ook een klantenrelatie opgebouwd worden, en dat kan je volgens mij niet via een digitale tool. Empathie en creativiteit blijven zo belangrijk, en dat is moeilijk via puur digitale tools.
Vranken: ‘Volgens mij moet je een hybride model nastreven. Banken handelen niet in geld, maar in vertrouwen, zeker de private banks. Iemand die decennialang hard gewerkt heeft, gaat dat vermogen niet toevertrouwen aan een robot.’
Fiscaliteit
Fiscaliteit vonden de panelleden belangrijk, maar volgens Vanhoenacker ‘geen finaliteit op zich’. Vranken noemt het wel een factor die ‘ettelijke procentpunten rendement kan kosten en je er dus rekening mee moet houden.’ Dumon: ‘Klanten en ondernemers denken steeds vaker internationaal, en je hebt er ook een brede kijk op nodig.’
Slotbedenking
Vranken: ‘Als er zoveel monetaire massa is, moet je in reële activa gaan, zowel (beursgenoteerd) vastgoed en goud. Als er morgen een rentestijging is, gaan long duration assets het wel moeilijk krijgen. De centrale banken zullen erg actief blijven. Vluijmans: ‘De jongere generatie neemt het over, en zoekt meer zin in een vermogen. Dat is ook een factor om in vermogensbeheer rekening mee te houden.’
Vranken: ‘Inderdaad, de jongere generatie legt andere klemtonen, en dat komt onder andere tot uiting in meer aandacht voor duurzaam beleggen, hoewel de oudere generatie een inhaalbeweging maakt. Er is een constante evolutie in de waarde die men aan geld hecht.’