Hoewel defensieve aandelenstrategieën tijdens eerdere perioden van dalende markten bescherming hebben geboden, zijn de resultaten dit jaar in sommige gevallen teleurstellend. Voornamelijk strategieën met een quality growth stijl hebben het flink slechter gedaan dan de markt.
Dat blijkt uit onderzoek van Bfinance naar de prestaties van defensieve aandelenstrategieën tijdens acht marktdalingen, waaronder die van januari tot en met juni van dit jaar.
‘Quality Growth strategieën zijn niet zo defensief als hun marketing vaak suggereert’, concluderen de onderzoekers. ‘Als groep hebben ze een hogere volatiliteit dan de benchmark en een neerwaarts effect van meer dan 90 procent. Dat wijst op relatief weinig bescherming tegen marktdalingen.’
8 procent slechter
Ondanks hun voorkeur voor bedrijven met goede resultaten, een voorsprong op de concurrentie én een redelijke waardering, hebben quality growth strategieën het in de eerste zes maanden van dit jaar 8 procent slechter gedaan dan de MSCI ACWI.
Bfinance voert aan dat de sectoren die geschaard worden onder “kwaliteits-beleggingen” in de loop ter tijd drastisch zijn veranderd door diepgaande, structurele veranderingen in economieën en markten. ‘Het begin van de Covid-pandemie heeft dit punt onder de aandacht gebracht’, aldus het onderzoeksbureau.
De IT-sector is een voorbeeld van een bedrijfstak die vroeger door weinig marktdeelnemers werd gezien als een sector met defensieve kenmerken. Gemiddeld genomen zitten beleggers met een quality growth stijl vooral groot in IT en health care en klein in energy, materials en financials, ten opzichte van de MSCI.
Een andere oorzaak voor de ondermaatse prestaties van quality growth fondsen, legt Bfinance bij de enorme aanwas van nieuwe fondsen binnen deze stijl. ‘Nieuwere Quality Growth-strategieën zijn doorgaans meer op groei gericht dan de oude garde van beheerders die dit label gebruikten.’
Andere defensieve strategieën
Van de andere vier defensieve stijlen die het adviesbureau onderscheidt, hebben income-strategieën, low volatility strategieën en quality value het het best gedaan in de eerste helft van dit jaar. Ze haalden respectievelijk een outperformance van 11, 8 en iets minder dan 8 procent ten opzichte van de MSCI ACWI, die eind juni op zo’n -20 procent eindigde.
Classic quality daarentegen deed het 1 procent slechter dan de markt. Volgens Bfinance voornamelijk doordat veel beheerders met deze stijl niet beleggen in bedrijven die in de eerste jaarhelft in de lift zaten: cyclische waardeaandelen in sectoren als zoals energie, materialen en nutsbedrijven.
Uitzoomend blijkt uit het onderzoek van Bfinance dat de vijf verschillende type defensieve strategieën zich goed gehouden hebben tijdens marktdalingen tussen 2008 en 2016, maar dat sindsdien de eerste scheurtjes zich hebben voorgedaan. Tijdens de marktdaling in het najaar van 2018 deed quality growth het iets slechter dan de benchmark, in het voorjaar van 2020 leverde income in ten opzichte van de benchmark. En tijdens de marktdaling van dit jaar underperformden twee stijlen. ‘Een belangrijke reminder dat elke crash zijn eigen, unieke kenmerken heeft’, aldus de onderzoekers.
Eeuwigdurende, controversiële vraag
Dat sommige andere defensieve stijlen zich relatief goed gehouden hebben in de eerste jaarhelft, plaatst Bfinance bovendien direct in perspectief. Het maakt immers bij lange na niet de verliezen van deze strategieën van de voorgaande jaren goed.
‘Met name beheerders van low volatility hebben de afgelopen vijf jaar minder dan 70 procent van de stijgende marktbewegingen van aandelen gepakt. De vraag of het opofferen van opwaarts potentieel ten koste moet gaan van neerwaartse weerbaarheid, is een eeuwigdurende en controversiële vraag. Beleggers moeten sceptisch staan tegenover elke strategie die beweert een sterke neerwaartse bescherming te bieden zonder een opwaartse opoffering.’
Juist institutionele beleggers, die vanwege hun nadruk op kapitaalbehoud doorgaans meer defensieve componenten aan hun portefeuilles toevoegen, zouden nog eens kritisch naar hun allocatie naar defensieve strategieën moeten kijken, stelt senior-director Robert Doyle van Bfinance.
‘Actieve beheerders van de verschillende soorten defensieve strategieën - kwaliteit, lage volatiliteit en inkomen - zetten hun kapitaal op zeer verschillende manieren in’, aldus senior-director Robert Doyle van Bfinance. ‘Waardoor hun portefeuilles een zeer verschillende onderliggende blootstelling hebben. Door dit onderzoek vragen wij ons af: is het wel redelijk om te verwachten dat elk van hen defensief is in álle recessies? Moeten asset owners anders gaan denken over welk type defensieve strategie voor hen geschikt is?’
Wat de toekomst brengt
Hoewel defensieve strategieën zich doorgaans betrekkelijk goed staande houden onder inflatoire omstandigheden, hangen de prestaties van dit soort fondsen de komende tijd af van de vraag of centrale banken in staat zijn een “zachte landing” te bewerkstelligen.
Over quality growth strategieën in het bijzonder zegt director public markets Martha Brindle dat deze doorgaans een sterk prijszettingsvermogen hebben, en een vaste klantenbasis, waardoor zij prijsstijgingen kunnen doorberekenen aan eindgebruikers. ‘Ze worden echter ook vaak gewaardeerd op basis van hoge verwachte toekomstige kasstromen, waardoor ze kwetsbaar zijn als de toekomstige groeiverwachtingen verwachtingen afzwakken. Die kwetsbaarheid kan nog worden versterkt door stijgende rentevoeten, die de discontovoet verhogen die veel beleggers gebruiken om de geschatte toekomstige waarden terug te rekenen naar het heden.’