Hans Bevers Degroof Petercam
hans_bevers2_degroof_petercam_1.jpg

Hans Bevers ziet geen recessie in de kaarten voor België dit jaar, ondanks de krimp in de industrie en de malaise in de bouw. ‘Onze concurrentiekracht moet in gaten worden gehouden, maar er is voorlopig geen reden om er alarm over te slaan.’

Bij de bank KBC en de werkgeverorganisatie VOKA was het vizier van econoom Hans Bevers specifiek op België gericht. Als hoofdeconoom bij Degroof Petercam is zijn blikveld vandaag ruimer, maar één openingsvraag volstaat om meteen een diepgravende analyse te krijgen van wat we mogen verwachten voor de Belgische economie in 2024.

In 2023 deed de economie het al boven verwachtingen goed met een groei die wellicht op 1,5 procent zal uitkomen. Ook dit jaar blijft de economie overeind, zij het met een magere groei van 0,7 procent. Bevers zit daarmee licht onder de Bloomberg-consensus van 0,9 procent. ‘Als je puur op de vertrouwensindicatoren afgaat, zou je misschien een stagnatie of zelfs lichte krimp verwachten, maar het verleden leert dat je je kan mispakken aan die vertrouwenscijfers’, legt hij uit.

Volgens Bevers komt er dus geen harde landing of recessie. In de eerste plaats door de consument, die opnieuw een bescheiden groei van het reëel beschikbaar inkomen mag verwachten. ‘We zien dat de inkomens goed op peil zijn gebleven door de automatische loon indexering in ons land. Sommige mensen zijn tijdens de energiecrisis zelfs rijkelijk bedeeld, in die mate dat econoom Gert Peersman in een studie vond dat de gemiddelde Belg de energiecrisis niet heeft gevoeld.’

Naast de consumptie is er ook een positieve bijdrage van de bedrijfsinvesteringen. ‘Die zijn niet spectaculair aan het stijgen, maar ze nemen wel toe.’ En van de overheidsinvesteringen. ‘Die zitten echt wel duidelijk in de lift.’

Zachte landing

Als de economie inderdaad een zachte landing maakt, zal dat menig waarnemer verbazen. De theorie wil namelijk dat een forse verhoging van de beleidsrente door de centrale banken, zoals we die dit jaar gekend hebben, moet leiden tot een recessie en stijging van de werkloosheid. Anders lukt het niet om de inflatie onder de controle te krijgen. 

Net dat laatste lijkt nochtans wel te gebeuren. Volgens de jongste cijfers daalt de inflatie nu zelfs fors. ‘Ik zie niet onmiddellijk redenen waarom de inflatie terug duurzaam zou oppikken’, stelt Bevers. Hij houdt wel een slag om de arm wat betreft de effecten van de hogere rente. ‘We weten dat een monetaire verkrapping met een zekere vertraging werkt.’ 

De zachte landing verbloemt ook dat heel wat sectoren het moeilijk hebben. ‘We zitten echt in een industriële recessie’, stipt Bevers aan. ‘De capaciteitsbezettingsgraad in de chemie bijvoorbeeld ligt onder de 70 procent. Dat is ongezien. Er is ook niet onmiddellijk beterschap zichtbaar. We zien in het beste geval een bodem opduiken, maar nog niet onmiddellijk een verbetering.’

Een andere sector in moeilijkheden is de bouw. ‘Ik hoorde dat er nu zelfs prijzen naar beneden worden herzien. Dat is anekdotisch, maar volgens die architecten en aannemers hebben ze zoiets nog nooit meegemaakt.’

Structurele pijnpunten

De malaise in de industrie en de bouw is geen Belgisch fenomeen, maar treft heel Europa. Het is dus geen zaak dat de automatische loonindexering de Belgische bedrijven uit de markt zijn geprijsd. ‘Bedrijven hebben de gestegen lonen niet verder doorgerekend in hun prijzen. Er is dus geen loon-prijsspiraal op gang gekomen. Dat betekent wel dat de marges van bedrijven onder druk zijn gekomen.’ Van greedflation was er volgens Bevers met andere woorden geen spraken in België. 

Belgisch bedrijven hadden wat ruimte om die gestegen lonen en kosten op te vangen, maar die is niet eindeloos. Bovendien is die ruimte niet bij elk bedrijf even groot. Bevers pleit daarom voor een soepeler loonvormingsproces op sector- of zelfs bedrijfsniveau en een hervorming van de gezondheidsindex, want nu kwam de rekening voor de energiecrisis bij de bedrijven terecht. ‘Onze concurrentiekracht moet in gaten worden gehouden, maar er is voorlopig geen reden om er alarm over te slaan.’

Een andere werkpunt blijft de tewerkstelling verhogen door een stijging van de participatiegraad. Een grote fiscale hervorming was daarvoor het middel bij uitstek, maar die is gesneuveld op de regeringstafel. Bevers is realistisch dat zo’n hervorming niet voor morgen is, aangezien 2024 zich aandient als een verkiezingsjaar en er nadien nog een regering moet gevormd worden. 

Dat voorspelt ook weinig goed voor de Belgische begroting, die afstevent op een tekort van 5 procent van het bruto binnenlands product. België toont zich daarmee één van de slechtste leerlingen van de klas. ‘Ik houd weinig rekening met die ranking’, zegt Bevers. ‘Want achter een tekort kunnen ook slimme infrastructuurinvesteringen zitten.’ Dat is te weinig het geval voor België, maar toch verwacht de econoom niet dat we in het vizier van de markten komen in 2024. ‘België zou opnieuw een beroep kunnen doen op de rijkdom van de privésector en dat geeft een krachtig signaal.’

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No