De ambitie van de sector om de private markten verder te democratiseren, komt in Nederland nog niet overtuigend terug in de praktijk. De AFM ervaart nog weinig animo voor het Eltif-regime. De zogenaamde “top-up” waarmee AIFM-beheerders hun fonds kunnen openstellen voor particulieren, wordt beperkt ingezet voor fondsen in private equity en private debt.
De fondsensector praat graag over de Eltif 2.0, de herziene Europese regeling voor beleggingsfondsen die volgend jaar in werking treedt. Het instrument wordt flexibeler qua beleggingsconstructies en hoeft zich aan minder strenge regels te houden. Dat zou beleggen in private markten - nu vanwege de illiquiditeit nog voornamelijk weggelegd voor institutionele beleggers - democratiseren. Luxemburg is “wild enthousiast”, volgens experts.
Inderdaad worden her en der voorbereidingen getroffen voor productlanceringen onder de Eltif 2.0. DWS plaatste onlangs haar eerste Eltif in de markt - nog onder de oude regels - en wil het vehikel ook in de 2.0-versie gaan gebruiken. Natixis werkt specifiek aan een product onder de nieuwe regels.
Europarlementariër Michiel Hoogeveen maakte eerder de inschatting dat er 100 miljard euro naar de hervormde variant zou kunnen stromen. Een flinke toename ten opzichte van het huidige instrument; uit eerdere cijfers blijkt dat nog geen 10 miljard euro in het in 2015 gelanceerde Europese regime zit. ‘Er is op dit moment weinig interesse in het Eltif-regime’, zegt een woordvoerder van de Autoriteit Financiële Markten nu in een reactie op vragen van Investment Officer.
Problemen niet opgelost
Wim Nagler, die de institutionele afdeling leidt van Schroders, zei dit voorjaar in gesprek met Investment Officer dat hij vreest dat het ook na de hervorming bij lange na niet tot 100 miljard euro zal komen. Omdat er niet zoveel te beleggen euro’s voor het oprapen liggen voor dit soort fondsen en belangrijker: omdat Eltifs hun closed end structuur niet mogen opgeven, en daarmee niet de liquiditeit bieden die retailbeleggers vaak zoeken.
Ook Martijn Langenberg, sales director bij Natixis Investment Managers, zegt nu dat de 2.0-versie van de Eltif ‘een deel van de problemen oplost, maar lang niet alles’. Daarbij verwijst hij eveneens naar de regel dat beleggers voor een bepaalde periode niet uit mogen stappen. ‘Wat die precies is, is aan de aanbiedende asset manager, maar voor private equity wordt gerekend met drie jaar en voor private debt met één jaar. Dat zorgt nog altijd voor beperkte flexibiliteit en vrijheid.’
Hij verduidelijkt: ‘De 2.0 versie is wel echt beter dan de eerste variant, de beleggingsmogelijkheden zijn verruimd, maar de vraag is of je de beoogde flows gaat krijgen. Voor 1.0 was dat minimaal, in 2.0 zal het meer worden. Het maakt private markten wel een stukje toegankelijker, uiteindelijk hebben we het nog altijd over de democratisering van private assets. Het is een stap in de goede richting.’
Tweesporenbeleid
Natixis IM heeft om die reden een tweesporenbeleid; het fondshuis zet behalve op de Eltif 2.0, ook in op een zogenaamde “retail top-up” voor een bestaand RAIF-fonds dat belegt in een mix van publieke en private schuld. Deze mogelijkheid bestaat in Nederland sinds medio 2013 en zorgt ervoor dat alternatieve beleggingsinstellingen die over een AIFMD-vergunning beschikken, hun fonds onder bepaalde aanvullende voorwaarden ook mogen aanbieden aan niet-professionele beleggers.
De rechten van deelneming kunnen dan verworven worden tegen een tegenwaarde van minder dan 100.000 euro per deelnemer. In ruil daarvoor heeft de aanbieder een zwaardere rapportageverplichting, meer transparantievereisten en aanvullende eisen met betrekking tot de bedrijfsvoering in lijn met normale ucits- en sicav-fondsen.
Vijftig beheerders
Van alle ruim honderd AIFMD-vergunninghoudenden, bieden ongeveer vijftig beheerders hun fondsen ook aan retailbeleggers aan, laat een AFM-woordvoerder weten. Hij voegt toe dat de top-up breed wordt ingezet, dus niet voornamelijk voor een bepaald type alternatieve fondsen. Over lopende vergunningsaanvragen doet de toezichthouder geen uitspraken.
Daarbij is nog een onderscheid tussen aanbieders die hun fonds aan zowel professionele klanten als retailklanten aanbieden, of alléén aan een van de twee groepen. Uit het vergunningenregister van de toezichthouder blijkt dat het Mint Tower Arbitrage Fund en het ASN Biodiversiteitsfonds bijvoorbeeld zowel voor professionals als retailklanten zijn. Het Triodos Groenfonds en de fondsen van Anthos Private Wealth Management richten zich bijvoorbeeld specifiek op retailbeleggers.
‘Best veel werk’
Natixis IM gebruikt de top-up dus specifiek voor een fonds dat belegt in private debt, en voorziet niet de top-up binnenkort ook voor een ander fonds te gebruiken. Het gaat om het MV Dual Credit fonds, waarbij dochterbedrijf MV Credit de allocatie van 60 procent naar private debt voor haar rekening neemt en dochterbedrijf Loomis Sayles dat doet voor de 40 procent aan “gewone” obligaties. MV Credit richt zich daarbij op Europese, mid market leningen van niet-cyclische bedrijven met een goede kasstroom.
Het fonds vond haar roots vijf jaar geleden in het Verenigd Koninkrijk, destijds als antwoord op de overgang van het DB- naar DC-stelsel. ‘Waar in DB-fondsen van oudsher vrij ruim alloceren naar private markten, is dat in DC-structuren moeilijk vanwege de liquiditeitsbehoefte’, voert Langenberg de reden voor de fondslancering van destijds aan. ‘Juist voor DC-fondsen wilden we de toegang naar private markten daarom vergemakkelijken, via een meer liquide fonds in private markten.’
Met de nieuwe wet pensioenen in Nederland, wilde Natixis datzelfde doen voor de Nederlandse markt. Echter, aangezien RAIF-fondsen normaliter een minimale belegging van 100.000 euro vragen, was dat met het bestaande fonds niet zo zinvol. Langenberg: ‘De tractie bleef uit. In contact met juristen en de AFM, kwam daarom de retail top-up op tafel. Nu hebben we een fonds zonder instapdrempel.’
Dat levert ‘best een hoop werk’ op, beaamt Langenberg, doelend op de extra rapportageverplichtingen waar een fonds voor retailbeleggers aan moet voldoen. Daarbij biedt het fonds - anders dan veel andere fondsen in private markten - een dagelijkse Netto-vermogenswaarde (NAV) en dagelijkse liquiditeit.
Maandelijkse liquiditeit
Moet je dat willen bij een privaat fonds, dagelijks in- en uitstappen mogelijk maken? Langenberg: ‘In principe niet, liever beleg je voor de lange termijn. Maar het kán wel. We hebben vier bronnen van liquiditeit in het fonds, zoals de 40 procent beleggingen in liquide markten en de uitbetaling van coupons van de inmiddels volledig opgebouwde portefeuille met bijna zestig private leningen met een gemiddelde looptijd van tweeënhalf jaar. Bijna elke maand wordt wel een lening afgelost. Opgeteld levert dat een maandelijkse liquiditeit van 5 procent op.’
In het fonds zit inmiddels 300 miljoen euro, maar vooralsnog niet van Nederlandse retailbeleggers. Die mogelijkheid is er pas net, en Natixis biedt het alleen aan via private banken en vermogensbeheerders. Langenberg zegt dat de top up júist is genomen vanwege geïnteresseerde relaties die er niet in konden voor hun klanten, dus heeft er alle vertrouwen in dat dat gaat veranderen.
Gevraagd naar het moment van lancerings-timing van de bredere openstelling van het MV Dual Credit fonds gezien de oplopende defaults, zegt Langenberg dat veel van de leningen in het fonds momenteel rond het moment van terugbetaling zitten. ‘Wij denken bovendien dat 2024 een goed jaar is voor private debt, met name vanwege de yields ten opzichte van het risico. De defaults zullen waarschijnlijk toe gaan nemen, maar in de segmenten waarin MV Credit opereert, zien we dat voorlopig niet.’