De kloof tussen sterke en zwakke bedrijven wordt door de aanhoudende economische- en kredietcrisis steeds groter.
Sterke bedrijven financieren zichzelf of doen dat goedkoop via onderhandse plaatsing, terwijl de zwakke ondernemingen soms wel honderden procenten opslag moeten betalen.
Volgens Willem Burgers en Hilco Wiersma (foto) van het Add Value Fund grijpen de sterke ondernemingen de moeilijke omstandigheden juist aan om hun marktpositie te versterken.
Wederkerende termijncontracten
Van de 14 bedrijven die het fonds in portefeuille heeft, zullen 9 recordresultaten over 2011 boeken, zegt Wiersma. De sterke mid- en small caps hebben die kracht ondermeer te danken aan wederkerende lange termijncontracten, zoals Imtech en softwarebedrijf Unit4.
Zo maakte de topman van Imtech recentelijk bekend dat het orderboek vorig jaar met 12 procent is gegroeid. Wiersma en Burgers zijn dol op bedrijven die een voorspelbare winstgroei hebben.
Winstgroei
‘Ze zijn “earnings resilient” en ze hebben “earnings visibility” ’, zegt Wiersma. Een gevolg is volgens het tweetal wel dat het aantal namen in de portefeuille van het Add Value Fund sinds een jaar of twee gaandeweg is verkleind van 25 naar 14 nu.
‘Nu er minder economische groei is, wordt het realiseren van winstgroei moeilijker. Er is nog maar een kleine groep van bedrijven die er bovenuit steekt. ASML is er daar een van’, zegt Burgers.
Geografische spreiding
Naast de winstcapaciteit, kijken de twee fondsbeheerders naar de geografische spreiding van de bedrijven in portefeuille. Van de 14 bedrijven die in portefeuile zijn, wordt gemiddeld 19 procent van de omzet uit Nederland gehaald, 43 procent uit Europa en 38 procent wereldwijd.
De managers richten zich op de onderliggende winstgroei, de duurzaamheid van het dividend en de waardecreatie. Burgers spreekt van de beleggingsfilosofie die ‘S-Curve’ wordt genoemd. Daarin wordt gezocht naar ondergewaardeerde groeiondernemingen, die niet goed gevolgd worden.
Amsterdam Commodities
Een voorbeeld is Amsterdam Commodities geweest, dat in 2010 meer dan 100 procent in waarde is gestegen. Maar ook worden structurele trends meegewogen, zegt Wiersma, want er is onmiskenbaar sprake van een paradigmawisseling in de wereldeconomie.
Genoemd wordt de vergrijzing, waar detacheringsbedrijven als Brunel International en TMC Groep op inspelen. Groene technologie biedt Nedap en Imtech kansen en van digitale media en cloud computing profiteert een bedrijf als LBi International en UNIT4.
Imtech
Imtech, dat de grootste holding is in de portefeuille (circa 12 procent) zal volgens Burgers binnen twaalf tot achttien maanden worden opgenomen in de AEX-index.
Burgers: ‘Dat betekent dat Imtech voor ons als bedrijf in de portefeuille in een finale fase komt. We denken dat de marges van Imtech ook niet meer wezenlijk kunnen worden verbeterd.’
K/w-verhouding
De koers/winstverhouding in het fonds is voor 2011 nu 9,6. ‘Bij een verwachte winstgroei van de bedrijven in onze portefeuille met 10 procent, is dat historisch gezien voor 2012 echt laag. In 2007, voor de crisis, was de k/w 12’. zegt Burgers.
Volgens Wiersma en Burgers is het opwaartse potentieel van het fonds zeer groot. ‘Wij kijken in onze interne koersdoel vooral naar de ondernemerswaarde. Nu is de intrinsieke waarde 27,75, maar ons interne koersdoel is boven de 40.’
Rendement
Burgers ziet mogelijke parallellen met 2009 en 2010. In beide jaren werden rendementen geboekt van meer dan 50 procent, omdat de k/w na de klap van 2008 zeer sterk gedaald was. Het fonds verloor in 2011 20,3 procent, maar januari liet een vliegende start zien.
Het Add Value Fund tekende in 21 dagen 8,24 procent aan waarde bij.