Dierickx Leys heeft een rijke historie als effectenmakelaar en is uitgegroeid tot een volwaardige private bank. Directielid Filip Decruyenaere vertelt over de strategie en de uitdagingen van steeds meer regels.
Je hoeft niet altijd naar Brussel te gaan om vermogensbeheerders te vinden. Ook in Antwerpen zijn er een aantal namen met een rijke historie. Denk aan nichespelers die een klein maar trouw cliënteel bedienen dat vaak nog in individuele lijnen wil beleggen. Leo Stevens, Merit Capital, Bank Delen maar ook Dierickx Leys passen in dat rijtje.
Investment Officer sprak met Filip Decruyenaere, lid van het directiecomité van Dierickx Leys Private Bank. Decruyenaere begon in oktober 2017 bij Dierickx Leys en was eerder actief bij het voormalige Dexia Bank. Daarna maakte hij een zijsprong naar een bouwgroep, waar hij CFO was, en tot slot was hij vennoot in een consultingbedrijf, waar hij bezig was met de financiële dienstverlening aan bedrijven.
IO: Wat is de geschiedenis van Dierickx Leys?
Decruyenaere: ‘Dierickx Leys is een familiaal geleide bank sinds meer dan 100 jaar. Van wisselagent over beursvennootschap tot private bank, in de loop van onze rijkgevulde geschiedenis kwamen cliënten steeds bij ons om te krijgen wat ze elders niet konden vinden. Voor de kennis en ervaring van onze adviseurs, voor de inzichten van onze fondsenbeheerders. Om maar te zeggen dat maatwerk en individuele service diep geworteld zijn in ons DNA. In 2015 werd de benaming van de bank gewijzigd in Private Bank. De bank breidde haar fiscaal-juridische dienst uit en biedt voortaan vermogensplanning aan in het kader van de nieuwe wetgeving. Ons bankstatuut behouden we om gelden van cliënten te kunnen bewaren, wat vermogensbeheerders niet kunnen, en om Lombardkredieten te kunnen aanbieden.’
IO: Welke strategie wordt momenteel gevolgd bij van Dierickx Leys?
Decruyenaere: ‘We zijn een nichespeler, in de zin dat we enkel vermogensbeheer doen. Dat onderscheidt ons van de klassieke banken. We hebben ook een beperkte kredietactiviteit, waarbij we Lombardkredieten aanbieden (op basis van de onderliggende waarde van een beleggingsportefeuille). We bieden geen andere retail- of corporate activiteiten aan. Vermogensbeheer zit van oudsher in ons DNA.
De AuM bedragen op dit moment zo’n 2 miljard euro. 55 procent daarvan zit onder discretionair beheer, in fondsen en adviesbeheer. 45 procent heeft betrekking op andere ad-hoc klanten. Die hebben bij ons enkel een rekening en vragen ad hoc advies zonder dat ze een beheerovereenkomst hebben afgesloten.’
IO: Veel partijen stoten adviesbeheer af, jullie niet. Wat is de reden?
Decruyenaere: ‘We houden hier inderdaad aan vast. Het zit immers in ons DNA, omdat we een verleden hebben als effectenhuis. Tradingactiviteiten op de financiële markten zitten ons in het bloed. Adviesverlening blijft voor ons belangrijk, omdat onze klanten gepassioneerd zijn door de financiële markten. Vaak hebben ze persoonlijk een grote bagage en ervaring opgebouwd. Wij fungeren dan als sparringpartner en klankbord. Door Mifid II hebben andere huizen inderdaad andere beslissingen genomen, maar onze klanten blijven hier behoefte aan hebben. Het is ook een onderscheidende factor geworden.’
IO: Hoe staan jullie tegenover de institutionele markt?
Decruyenaere: ‘Wij hebben inderdaad de ambitie om meer actief te worden op de institutionele markt. We doen momenteel een oefening om deze markt meer in kaart te brengen. Enkele mensen die we onlangs hebben aangeworven, houden zich hiermee bezig en leggen bijvoorbeeld de contacten met de consultants, schrijven de beleggingsprocessen, bereiden RFP’s voor en gaan langs bij grote partijen.
Vooral onze Balanced-fondsen springen in het oog van deze institutionele partijen. Deze gemengde fondsen hebben dan ook een trackrecord van meer dan twintig jaar opgebouwd, met meer dan behoorlijke performances.
Alles begint uiteraard met ons meer bekend te maken op deze markt. Zo zijn we de afgelopen tijd langs geweest bij enkele verzekeraars, waar ze appreciëren dat we een duidelijk gekristalliseerd beleggingsproces en een uitgesproken visie op de financiële markten hebben. Deze zijn vooral geïnteresseerd in onze fondsen voor hun Leven-oplossingen. We richten ons ook op bedrijfstakpensioenfondsen en non-profitinstellingen.
Onze familiale aandeelhouderstructuur en het feit dat enkele van onze kaderleden al meer dan dertig jaar bij ons werken, speelt ook in ons voordeel om dit soort cliënten aan te spreken.’
IO: Vele spelers grijpen ook terug naar profielfondsen, en duwen hun klanten zacht in die richting. Hoe gebeurt dat bij Dierickx Leys?
Decruyenaere: ‘De regelgeving pusht inderdaad het werken via profielfondsen. Het heeft wel als voordeel dat iedereen op dezelfde manier beoordeeld wordt. In het discretionair beheer is het commercieel gezien uiteraard gemakkelijker om via profielfondsen te werken. Ons fondsengamma is compleet, dus kunnen we elk risicoprofiel het juiste fonds aanbieden.
Grotere portefeuilles kunnen nog steeds rekenen op beheer via individuele lijnen. Onze klanten onder adviesbeheer en ad-hoc beheer voelen toch nog steeds de behoefte om met individuele effecten bezig te zijn. Wij zijn dan een klankbord voor hen. Desondanks willen ze er nog steeds zelf mee bezig zijn. Onze expertise is hierop gericht, en wij kunnen beide oplossingen aanbieden.
IO: Tot slot, hoe zien jullie de toekomst voor een kleinere speler als Dierickx Leys?
Decruyenaere: ‘We zijn sterk aan het investeren, zowel in mensen als in marketing. Ook doen we forse inspanningen om ons bedrijf verder te digitaliseren. Daarom kijken we positief en met vertrouwen naar de toekomst. We willen zeker niet onheilspellend zijn. Deze sector is niet gemakkelijk en door het beleid van de centrale banken is dat nog moeilijker geworden. Maar het blijft een mooi metier. We willen verder blijven groeien en nieuwe klanten en AuM aantrekken, zoals gezegd ook in het institutionele segment. Onze kosten houden we onder controle door heel efficiënt te werken en uitstekend te zijn in wat we doen.
Een belangrijk speerpunt van onze strategie is om onze naamsbekendheid uit te breiden buiten de regio Antwerpen. We hebben een kantoor in Gent, maar ook verder in Vlaanderen willen we uitbreiden.’
‘Tot slot staan we open voor schaalvergroting, maar onze aandeelhouders hebben duidelijk aangegeven dat ze autonoom willen blijven.’