Het Rekenhof bracht recent een verslag uit over de jaarlijkse taks op effectenrekeningen (JTER) en geeft daarin aan dat fiscus bijkomende controles voorbereidt.
Zo onthult het Rekenhof dat in de periode 2024-2025 er een grondige controle komt op de interne processen van de vijf grootste financiële instellingen inzake de toepassing en aangifte.
- Deze controle zal plaatsvinden via onderzoeksvragen vanuit de Administratie Grote Ondernemingen (GO) van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit (AAFisc).
- Het doel is om na te gaan hoe robuust de interne procedures zijn en in welke mate ze zekerheid bieden dat de juiste JTER wordt ingehouden, aangegeven en betaald.
- In een latere fase zal de Administratie GO deze aanpak ook toepassen op andere tussenpersonen.
Buitenlandse effectenrekeningen
Er zullen ook indirecte controles worden uitgevoerd op de aangiften van de jaarlijkse taks op effectenrekeningen (JTER) die particulieren, inwoners van België, moeten indienen.
- Dit betreft personen die (mede-)titularis zijn van een effectenrekening in het buitenland of (mede-)oprichters zijn van een buitenlandse juridische constructie.
- Het Rekenhof merkt op dat er op dit moment geen controles plaatsvinden van particulieren die zelf verantwoordelijk zijn voor hun JTER-aangifte. Hierdoor ontstaat volgens haar een aanzienlijk risico op niet-indiening van deze aangiften.
- Het beveelt aan om een vergelijking te maken tussen de ontvangen informatie over buitenlandse rekeningen (DAC2), waarbij het saldo meer dan 1 miljoen euro bedraagt, en de JTER-aangiften die door de rekeninghouders zelf zijn ingediend. Dit zou helpen om eventuele onregelmatigheden op te sporen en de naleving van de JTER-verplichtingen te verbeteren.
De Algemene Administratie van de Bijzondere Belastinginspectie (AABBI) meldt dat zij via haar afdeling Private Juridische Constructies systematisch onderzoek uitvoert naar in het buitenland gestalde vermogens en niet-aangegeven roerende inkomsten.
Binnen deze onderzoeken wordt ook aandacht besteed aan de JTER-aangiften, die indien nodig worden gecorrigeerd. Gezien het relatief lage tarief van de JTER, acht de AABBI het echter onwaarschijnlijk dat er specifiek voor de JTER een afzonderlijke controleactie zal worden ondernomen.
Aanbevelingen
Hieronder volgt een overzicht van de voorgestelde controles die het Rekenhof aanbeveelt:
- Een risicoanalyse opmaken op basis van de ontvangen buitenlandse inlichtingen met een rekeningsaldo ≥ 1 miljoen euro en op basis van de JTER-aangiften ingediend door de titularissen zelf
- Erover waken dat de JTER door ondernemingen wordt opgenomen in de rubriek “verworpen uitgaven”
- Bij controles van roerende inkomsten en de kaaimantaks (ook wel ‘doorkijkbelasting’ genoemd) nagaan of de JTER van toepassing is
- Gerichte controles uitvoeren om ongeoorloofde omzettingen op naam, splitsingen en creatie van nulwaarden op referentietijdstippen te bestrijden
- Een toepassing ontwikkelen die het risico op een dubbele teruggave van de JTER uitsluit, aan de bank enerzijds en aan de titularis van de effectenrekening anderzijds
Meer achtergrond is in deze nota terug te vinden.
Dirk Coveliers is advocaat-vennoot bij het kantoor LLJ (Lallemand, Legros & Joyn) en Investment Officer kennisexpert. Hij is eveneens hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Beleggingsfiscaliteit.