De nieuwe Vlaamse regering verstrengt de regels om zonder registratie bij de notaris geld te schenken aan kinderen en kleinkinderen. Het belang van een semi-vaste datum voor niet-geregistreerde giften wordt zo nog groter.
De ontmoediging van bank- en handgiften is een van de maatregelen van de nieuwe Vlaamse regering om fiscale misbruiken tegen te gaan en tot een betere inning te komen van schenkingsrechten. Daarbij worden geld of roerende goederen zonder notaristussenkomst of andere officiële procedure belastingvrij overgedragen.
Nu is beslist om de ‘verdachte periode’ van drie jaar voor niet-geregistreerde schenkingen van roerende goederen op te trekken naar vijf jaar. Vlaanderen aligneert zich zo op Wallonië, waar deze verdachte periode begin 2022 al tot vijf jaar verlengd werd.
Concreet: als de schenker van zo’n hand- of bankgift binnen de vijf jaar overlijdt, dan worden de geschonken goederen geacht nog tot het patrimonium van de overleden schenker te behoren. Die activa komen dan in de aangifte van de nalatenschap, met erfbelastingen tot gevolg.
Met terugwerkende kracht of niet?
Het is evenwel nog wat koffiedik kijken om te weten of ook de regels van inwerkingtreding dezelfde zullen zijn als in Wallonië. Daarvoor moeten we wachten op een ontwerp van decreet of verdere preciseringen van de bevoegde minister Ben Weyts (N-VA).
De wijziging in Wallonië is in werking getreden op 1 januari 2022 . De verlenging van de risicotermijn tot vijf jaar viseerde toen enkel roerende schenkingen uitgevoerd NA die datum. De kortere risicotermijn van drie jaar bleef toen dus van toepassing op alle schenkingen gedaan voor 1 januari 2022.
Mocht de Vlaamse regering eenzelfde regel volgen qua toepassingsgebied en de nieuwe verdachte periode van 5 jaar laat ingaan vanaf 1 januari 2025, dan is de kans groot dat in vele families dit jaar nog gulle kerstgeschenken uitgedeeld zullen worden. Bepaalde bronnen melden zelfs dat deze langere periode van vijf jaar pas zal ingaan voor schenkingen gedaan vanaf 1 januari 2026!
Semi-vaste datum
Het is in elk geval belangrijk om aan elke niet-geregistreerde schenking een zogeheten “semi-vaste” datum te geven. Dat gebeurt meestal op de volgende manieren:
1. Uitwisseling van een bevestiging via Bpost:
Het betreft hier een document (of “pacte adjoint”) waarin de wil tot schenken en de aanvaarding ervan wordt bevestigd. De partijen bij de bankgift ondertekenen dat. Als dit document per post wordt verzonden (bijvoorbeeld aangetekend), geldt de verzenddatum als de semi-vaste datum. De stempel van Bpost wordt best op de achterkant van het document zelf aangebracht.
2. Registratie bij de fiscale diensten:
Een registratie van de bankgift bij de registratiekantoren kan de datum van de schenking vastleggen. Dan wordt de datum onomstotelijk en kan de fiscus deze niet meer betwisten. Dit geeft meteen een vaste datum aan de schenking. Het nadeel is echter dat de registratie schenkingsrechten triggeren.
3. E-mail:
Hoewel minder gangbaar en nog niet volledig uitgewerkt in de rechtspraak, kunnen e-mails en elektronische communicatie een semi-vaste datum bieden wanneer ze een duidelijke en traceerbare verzenddatum bevatten.
4. Bankuittreksels:
De datum van de bankoverschrijving zelf kan ook dienen als bewijs voor de uitvoering van de schenking. Het bankuittreksel waarop de overschrijving staat, is een erkend bewijsstuk om te bevestigen dat de schenking effectief heeft plaatsgevonden op een bepaalde datum. Dit levert echter geen semi-vaste datum op, omdat het alleen bewijst dat de transactie plaatsvond, maar niet de intentie van schenking.
Advocaat Dirk Coveliers is vennoot bij het kantoor LLJ (Lallemand, Legros & Joyn) en Investment Officer kennisexpert. Hij is eveneens hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Beleggingsfiscaliteit.