Actieve aandelenmanagers met een focus op ontwikkelde markten mogen dan de beste rendementen hebben binnengehaald in het eerste kwartaal van 2020; ze moeten óók de “prijs” voor slechtste rendementen in ontvangst nemen. De dispersie in deze beleggingscategorie is het grootste in deze periode, volgens onderzoek van Bfinance.
Dat bleek woensdagochtend tijdens een webinar waarin het consultancybureau de resultaten van asset managers over het eerste kwartaal van dit jaar presenteerde. De best renderende strategie deed het bijna 18 procent beter dan de MSCI World, terwijl de slechtste het meer dan 24 procent sléchter deed.
Wat meer uitgezoomd haalde de top 25 procent van actieve aandelenmanagers binnen global developed markets een outperformance van 3,6 procent, de slechtste 25 procent een van -2,8 procent, aldus Bfinance op basis van een vergelijking van de resultaten van 800 actieve strategieën.
Quality en growth
Vooral managers die een quality- of growth-stijl hanteren, horen bij de winnaars van het eerste kwartaal volgens de consultant, terwijl value-managers hun wonden likken. Ter vergelijking: qualitymanagers haalden in het eerste kwartaal een relatieve performance van +7,6 procent, growthmanagers een van +6 procent, terwijl value-managers gemiddeld 6,4 procent inleverden ten opzichte van de benchmark.
In bijvoorbeeld opkomende markten is de dispersie minder groot, en horen sec growthmanagers níet meer tot de uitblinkers. Net zoals in ontwikkelde markten deden quality-growth-managers het wel goed, maar een van de onderzoekers van Bfinance voegde daar in het webinar aan toe dat maar weinig managers in opkomende markten die stijl hanteren.
Investment grade
Wat Bfinance verder opvalt aan de resultaten van asset managers in het eerste kwartaal, is dat veel investment grade managers in het eerste kwartaal van 2020 overwogen zaten in BBB. ‘Sommige managers hadden een deel van de rally gemist in 2019 omdat ze destijds te voorzichtig waren. Ze besloten risico toe te voegen en waren compléét niet voorbereid op de plotse val die zou volgen’, aldus hoofd public markets Mathias Neidert.
Het is een van de redenen dat er in fixed income weinig outperformance werd gehaald in fixed income, ook omdat er eigenlijk geen plek was om te schuilen voor obligatiemanagers. Neidert: ‘Veel managers waren dit kwartaal terughoudend met het herbalanceren van hun portefeuilles. Vanwege de aanhoudende onzekerheden, maar ook door het gebrek aan liquiditeit.’
Private markten
Waar de crisis eveneens voelbaar is, maar de hardste klap misschien nog moet komen, is in de private markten. ‘Het is nog vroeg om de gevolgen in te schatten voor private markten. We weten dat ze veerkrachtig kunnen zijn in periodes van dalingen, maar ook zij kunnen hier niet aan ontkomen’, aldus hoofd private markets Peter Hobbs (foto). Opsommend: ‘In vastgoed zijn er wat signalen van een tekort aan cash en private equity is lastig vanwege onderliggende markten zoals toerisme die het moeilijk hebben.’
Toch is het te vroeg om de invloed daarop op de waarderingen te bekijken, volgens de professor. Momenteel liggen die er volgens hem namelijk nog best aardig bij, maar hij verwacht dat de klap alsnog komt in juni of september. ‘Private markten werken in de regel wat vertraagd. Het zal niet zo lang duren als tijdens de financiële crisis, maar denk niet dat het leed al geleden is.’