Het belangrijkste bij de samenstelling van een modelportefeuille is te voorkomen dat je een overexposure hebt naar slechte assets. In die zin is diversificatie nog steeds essentieel.
Dat zegt Henk Radder, directeur Investment Strategy and Solutions bij de Amerikaanse vermogensbeheerder Russell Investments.
Radder en twee van zijn collega’s gaven in Nederland een presentatie voor institutionele beleggers en family offices.
De benadering van diversificatie is de afgelopen maanden ter discussie gesteld, omdat in de beurscrisis van eind vorig en begin dit jaar alle asset classes onderuit gingen, met uitzondering van staatsobligaties.
Toch stelt Radder dat diversificatie in historisch perspectief de beste garantie biedt voor het spreiden van de risico’s.
Matching assets
Russell Investments, die pensioenfondsen adviseert bij het inrichten van modelportefeuilles, stelt dat deze portefeuilles moeten worden opgebouwd uit ‘matching assets’, die dienen om het risico te controleren. Hiervoor worden obligaties, cash en derivaten gebruikt.
Daarnaast wordt de portefeuille opgebouwd uit ‘return seeking assets’. Hierbij gaat het om assets die voor een ‘market return’ (beta) zorgen en voor een ‘manager return’ (alpha).
Return seeking gedeelte
Bij het ‘return seeking’-modelgedeelte zijn meerdere mogelijkheden denkbaar. Radder stelt dat naast aandelen en credits er doorgaans te weinig aandacht is voor assets, zoals grondstoffen en infrastructuur.
‘De kapitalisatie van deze markten is over het algemeen zeer groot, maar meestal zijn ze onderwogen in de allocatie’, stelt Radder.
Voor wat betreft het traditionele gedeelte van aandelen en obligaties moet er volgens hem sterke nadruk worden gelegd op beta en op het het zo laag mogelijk houden van de kosten.
Alternatives
Alpha moet komen van alternatives, zoals de meeste pensioenfondsen vandaag de dag ook doen. Daarbij is de kwaliteit van de manager essentieel.
Weet hij in te spelen op onevenwichtigheden op de markt en kansen te pakken en weet hij tegelijkertijd het risico de managen van illiquide assetclasses als hedegfondsen? zegt Radder.
Private investments, zoals private equity, infrastructuur en vastgoed, bieden volgens Radder ook kansen, maar beleggers moeten er wel rekening mee houden dat de liquiditeit geringer is en succes behalen een kwestie van lange adem is.
Voor fiduciair managers is timing en toegang doorgaans een probleem.
Modelportefeuille
Bij de inrichting van een mogelijke modelportefeuille komt Radder tot een opbouw van 50 procent aandelen, 20 procent credits, 10 andere ‘marketable assets’, zoals grondstoffen en genoteerd infrastructuur, 10 procent alpha gedreven strategieën en 10 procent voor - wat hij noemt - private investments, zoals private equity, vastgoed en infrastructuur.
Binnen deze asset classes zijn verschillende thema’s en trends denkbaar. Zo kunnen volgens Radder agrarische grondstoffen, industriële materialen, edelmetalen en energie in de portefeuille worden opgenomen.
Radder noemt deze asset classes in het kader van megatrends van demografie, inflatie en groei in opkomende landen.
Portefeuille pensioenfonds
De asset allocatie van het gemiddelde pensioenfonds in Nederland is volgens onderzoek van Russell op dit moment conservatiever ingericht dan de hierboven genoemde modelportefeuille: 30 procent staatsobligaties, 19,5 procent bedrijfsobligaties, 25,4 procent aandelen ontwikkelde landen, 4,1 procent aandele opkomende markten.
Het overige gedeelte is verdeeld over cash, grondstoffen, hedgefondsen, vastgoed en private equity.