De economische schade van de coronapandemie in het eerste en tweede kwartaal van 2020 is dermate omvangrijk, dat een diepe, vrijwel wereldwijde economische recessie onontkoombaar is. Dat blijkt uit de halfjaarlijkse ramingen van De Nederlandsche Bank.
Dat schrijft de toezichthouder maandagmiddag in een persbericht. In de raming voor 2020 daalt het bruto binnenlands product (bbp) in Nederland met 6,4 procent, bijna twee keer zo hard als tijdens de kredietcrisis (2009). Halverwege 2020 treedt langzaam maar gestaag het herstel in, resulterend in een bbp-groei van bijna 3 procent in 2021 en 2,4 procent in 2022.
Per inwoner daalt het reële bbp dit jaar volgens DNB in één klap naar het niveau van 2015. ‘De grootste negatieve effecten van de Covid-19-schok zijn te verwachten in het tweede kwartaal van 2020. Dit komt niet alleen door de initiële schok van de lockdown, maar ook door de verdere gevolgen voor de bestedingen. Onder andere door afnemend vertrouwen, meer onzekerheid en inkomensverlies, zullen huishoudens, bedrijven en buitenlandse afnemers hun bestedingen naar verwachting flink reduceren’, schrijft de centrale bank van Nederland.
De bank noemt onder meer een krimp van de particuliere consumptie van 7,6 procent, maar een groei van de overheidsbestedingen met ruim 3 procent.
Intussen neemt de werkgelegenheid flink af in 2020 en 2021, waardoor de werkloosheid dit jaar omhoog zal gaan naar 4,6 procent van de beroepsbevolking. Volgend jaar zal deze naar schatting van DNB verder stijgen naar ruim 7 procent, gevolgd door een daling naar bijna 6 procent.
In haar ramingen verduidelijkt de bank dat veel onzekerheid gaande is over de verdere ontwikkeling van corona-infecties en bijbehorende maatregelen. De onzekerheden rondom de raming zijn daardoor óók groter dan gebruikelijk.