DNB is de eerste centrale bank in de wereld die de Principles for Responsible Investment (PRI) heeft ondertekend. Fondsnieuws sprak met directielid Job Swank en stuitte al pratende op het kwetsbare evenwicht tussen gewenste snelheid en noodzakelijke (financiële) stabiliteit.
Op deze woensdagochtend heeft directielid Swank formeel de handtekening onder de PRI-verklaring gezet, waarmee De Nederlandsche Bank (DNB) zich committeert aan de integratie van zes ESG-criteria in haar beleggingsbeleid.
‘Inclusief financieel beleid’
Tegelijkertijd daarmee heeft de Bank een Charter Verantwoord Beleggen gepubliceerd, alsook haar visie Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 2019-2025 gepresenteerd, waarin DNB als centrale bank, toezichthouder en resolutie-autoriteit zich sterk maakt voor financiële stabiliteit en binnen dat kader twee thema’s komende jaren nadrukkelijk aandacht wil geven: ‘een houdbare economische groei zonder schadelijke effecten voor de leefomgeving’ en een ‘inclusief financieel en economisch beleid’.
De nadrukkelijke interesse die DNB sinds enkele jaren voor duurzaamheid aan de dag legt, en daarin binnen de financiële sector zelfs het initiatief naar zich toegetrokken heeft, vindt volgens Swank onder andere zijn oorsprong in een analyse van de energietransitie volgend op het Klimaatakkoord van Parijs van 2015.
Dilemma: Hoe ver ga je?
‘Na gesprekken met de industrie en onderzoeken naar de weerbaarheid van financiële instellingen, kwamen we al snel tot de conclusie dat het transitiebeleid een duidelijke relatie heeft met ons mandaat als centrale bank’, stelt Swank, die binnen de directie verantwoordelijk is voor onder meer financiële stabiliteit en economisch beleid.
‘Daarbij stuit je op vele dilemma’s: hoe ver ga je? Je kunt met je adviezen wel het politieke debat beïnvloeden, maar je moet zeer waakzaam zijn waar het moment komt dat je politiek gaat bedrijven’, zegt Swank. Zo heeft DNB in eigen onderzoek bijvoorbeeld aangetoond dat een ‘verhoging van de CO2-prijs met 50 procent voor de nationale economie per saldo niet dramatisch is, hoewel het wel bepaalde CO2-intensieve sectoren raakt. Of, en hoe je zo’n beleid wilt voeren, is echter een politieke afweging.’
Swank zegt: de CO2-belasting levert de schatkist 8 tot 9 miljard euro op, zodat je afzonderlijke CO2-intensieve sectoren kunt ondersteunen de energietransitie versneld te maken. ‘Maar dat moet je dan wel op een slimme wijze naar bedrijven sluizen. Het liefst wil je namelijk dat getroffen bedrijven zelf de transitie bepalen. Daar zit namelijk de deskundigheid. Normen stellen is ingewikkeld en een industriepolitiek zoals in de jaren zeventig van de vorige eeuw wil je al helemaal niet.’
‘Veel fossiel in de portefeuille’
Belangrijker voor DNB - want direct vallend onder haar mandaat - is dat er in de beleggingsportefeuilles van onder haar toezicht gestelde financiële instellingen, zoals pensioenfondsen en asset managers nog veel ‘fossiel in de portefeuilles’ zit. ‘Dat betekent dat ze kwetsbaar zijn voor klimaatmaatregelen en dat timing dus zeer belangrijk is. Je moet vooruit, maar in een redelijk tempo, zodat het beleid niet zelf een systeemcrisis veroorzaakt’, waarschuwt Swank.
In de woensdag gepresenteerde MVO-visie 2019-2025 zegt DNB komende jaren te gaan kijken naar toepassing van ESG-criteria in het beleggingsbeleid betreffende de algemene reserves van de Bank, zijnde 19 miljard aan overwegend staats- en bedrijfsobligaties en aandelen.
‘Meer groene obligaties’
Als onderdeel van het Charter Verantwoord Beleggen gaat DNB in de toekomst mogelijk meer in groene obligaties beleggen, al zijn daar vanwege de huidige rente-analyse wel beperkingen van kracht, namelijk een korte looptijd. Over de invulling van die strategie gaat op korte termijn Kommer van Trigt als chief investment officer van DNB zich buigen, de van Robeco overgekomen obligatiespecialist die in deze functie zijn voormalige baas Edith Siermann opvolgt.