Carl Kool, BlackRock
plaatje.jpg

Op cruciale momenten kan het kapitaal bij vermogensbeheerders nog weleens vastzitten, terwijl het beschikbaar moet zijn om verliezen op te vangen. Dat stelt Marloes Foudraine van De Nederlandsche Bank. Een interview met het hoofd toezicht op asset managers, over ondernemerschap, consolidatie en natuurlijk het toezicht zelf.

De AFM en DNB zijn samen verantwoordelijk voor het toezicht op de asset management sector. Waar de AFM toezicht houdt op het gedrag van ondernemingen, houdt DNB in de gaten of partijen wel financieel solide zijn.

Dat begint aan de poort: Alle huidige 332 beleggingsondernemingen en beheerders van beleggingsinstellingen zijn in het verleden door de screening van DNB gekomen. Oftewel, van allemaal is onder meer gecontroleerd of ze financieel solide zijn en of ze voldoende (eigen) vermogen beschikbaar hebben.

Dat is een zorgvuldig proces, wat niet altijd in goede aarde valt bij vermogensbeheerders die de markt snel willen betreden. ‘Dat neemt inderdaad wat tijd in beslag’, beaamt Foudraine. Maar, zo werpt ze tegen: ‘Een gezonde markt begint bij een goede poortwachtersfunctie. Het is niet makkelijk een vergunning weer in te trekken.’

Consolidatie aanmoedigen

Foudraine staat sinds vier jaar aan het roer als hoofd toezicht voor Nederlandse asset managers. Het team van 13 mensen dat ze aanstuurt, doet behalve de screening van nieuwe partijen, ook een periodieke check op de periodieke financiële gegevens die asset managers moeten rapporteren aan DNB.

Zelfstandige vermogensbeheerders hekelen de vele gegevens die ze moeten rapporteren, vinden de kapitaaleisen hoog en vrezen dat dat ten koste gaat van hun innovatie en ondernemerschap.

Foudraine benadrukt dat de AFM beoordeelt of een bestuur of bestuurder geschikt is en dat DNB enkel kijkt naar de financiële soliditeit van de onderneming en de betrouwbaarheid van de aandeelhouders. ‘Kijk, wij vinden het geen probleem als een vermogensbeheerder stopt, mits dit ordentelijk gebeurt. Je kunt je sowieso afvragen wat het effect ervan is, aangezien er 300 kleine instellingen in Nederland zijn, waar zelfstandige vermogensbeheerders onder vallen.’

Ze beaamt dat een gezonde financiële markt baat heeft bij concurrentie, dus dat het goed is dat er naast de grootbanken nog andere “smaken” verkrijgbaar zijn in Nederland. ‘Maar of dat nu 330, 332, of minder beheerders zijn, maakt mijns inziens niet zoveel uit. En uit klanten-oogpunt: Vermogensbeheer stopt niet bij de grens. Een klant kan altijd in het buitenland zoeken naar een geschikte asset manager.’

Bovendien, zo is haar ervaring, is de hoeveelheid nog altijd stabiel. In de markt klinkt het geluid dat toezichthouders consolidatie zouden aanmoedigen in de sector. Een zegsman van AFM stelde eerder dat het wat ‘ver gaat te zeggen dat de toezichthouder fusies stimuleert’, maar beaamde wel dat meer vermogen kan leiden tot een sterkere financiële positie.

Foudraine stelt dat het niet aan DNB is om een oordeel te vellen over consolidatie of over een minimale hoeveelheid beheerd vermogen om slagkrachtig te kunnen zijn. ‘Maar het kan zo zijn dat een vermogensbeheerder met ons in gesprek gaat omdat hij merkt dat zijn bedrijf niet levensvatbaar is. Dan kan het onderwerp fusies aan de orde komen. Kijk, er is toenemende regeldruk, bedrijfsmodellen staan onder druk. Je moet óf voldoende massa hebben, of je op een niche doelgroep richten.’

Eigen vermogen

Als het gaat om de kwaliteit van kapitaal, is Foudraine duidelijk. Continuïteit van dienstverlening moet gewaarborgd kunnen worden, punt. ‘Als een beheerder in de problemen komt, moet er voldoende tijd zijn om dat af te kunnen wikkelen, vermogen over te dragen en mogen klanten daar geen last van ondervinden. Daar is geld voor nodig, in de vorm van eigen vermogen.’

Elk kwartaal is er echter wel weer een geval van een vermogensbeheerder die tekortkomingen heeft op dat vlak, zo merkt haar team van toezichthouders uit de rapportages die ze controleren. Foudraine: ‘Kapitaal is nog weleens niet beschikbaar op cruciale momenten. Je moet wel voldoen aan de kwaliteitseisen, maar het kapitaal moet er ook zíjn als je het nodig hebt, het mag niet vastzitten.’

Om die reden zal DNB in 2019 onderzoeken of vermogensbeheerders voldoende eigen vermogen beschikbaar hebben om hun risico’s te dragen. In de praktijk komt dat neer op een extra kritische analyse van de kwaliteit van het kapitaal dat instellingen opgeven in hun verplichte rapportages. Daarnaast heeft de bank vermogensbeheerders in januari per nieuwsbrief verzocht zelf nog eens extra kritisch naar hun kapitaalsituatie te kijken en te bezien of het eigen vermogen en het beschikbare kapitaal voldoet aan de wettelijke eisen.  

Bij tekortkomingen volgt een gesprek met DNB. Foudraine: ‘Ik ga geen oplossingen aanreiken, maar er moet wel een oplossing komen. Een ondernemer kan een nieuwe partner inbrengen, eigen kapitaal bijstorten. Als de kwaliteit van het kapitaal maar voldoet aan de eisen en er bijvoorbeeld geen sprake is van preferentie tussen aandeelhouders, zowel in stemrechten als in dividendrechten, impliciete of expliciete dividendverplichtingen of vreemd vermogen.’

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No