Ophélie Mortier
Ophélie Mortier.jpg

De recent ingevoerde Esma-richtsnoeren voor ESG-of duurzaamheidstermen in fondsnamen leiden tot extra bedrijvigheid bij de fondshuizen. ‘De sector heeft nog maar enkele maanden om zich aan te passen’, zegt Ophélie Mortier, chief sustainable investment officer bij DPAM.

Esma (European Securities and Markets Authority) voerde op 21 november haar richtsnoeren voor ESG-of duurzaamheidstermen in fondsnamen in. Dat moet paal en perk stellen aan de creatieve en goed klinkende benamingen die de particuliere beleggers kunnen misleiden over het werkelijke beleggingsbeleid. 

De regulator werkte regels uit voor zes termen die vaak in de namen van fondsen opduiken. Het gaat om de drie ESG-termen en de varianten van “duurzaam”, “transitie” en “impact”:

  • “Ecologisch”, waaronder ook “groen”, “milieu”, “klimaat”, “ESG” en “MVB
  • “Sociaal”, waaronder ook “gelijkheid”
  • “Governance”
  • “Duurzaamheid”, waaronder ook afleidingen als “duurzaam” en “verduurzamen”
  • “Transitie”, waaronder ook “vooruitgang”, “evolutie”, “netto nul” (“net zero”)
  • “Impact” en “Effect”

Ophélie Mortier, chief sustainable investment officer bij DPAM, volgt de Europese regelgeving al jaren op de voet en kan zich vinden in de Esma-regels, behalve dan die ene ‘grote vergissing’ waar ook sectorkoepel Efama bezwaar tegen maakt.

Wat is uw evaluatie van de Esma-richtsnoeren?

Ophélie Mortier: ‘Het is goed dat er duidelijkheid komt voor de retailklant. De beleggers krijgen zo een beter beeld van de duurzaamheidskenmerken van een fonds. De criteria voor activiteiten waarin niet belegd mag worden, zijn relatief helder. Dat gebeurt op basis van twee bekende referenties: CTB (climate transition benchmark) en PAB (Paris alignment benchmark).’

‘Wat we wel betreuren als fondsensector, is dat de uitsluitingscriteria toegepast worden op de uitgever van het financiële instrument, en niet op het instrument zelf. Nochtans is het logischer om te focussen op het concrete instrument en niet op de bredere activiteiten van de uitgevende partij. Dit is duidelijk een vergissing in de Esma-regelgeving en kan met name de groei van groene obligaties doen stokken.’

Op welke manier?

‘De grootste corporate emittenten van zulke green bonds zijn energiebedrijven, die de groene obligaties gebruiken om hun transitie naar groene energie mee te financieren. Ze dreigen nu geen toelating te krijgen om duurzame termen in de fondsenbenaming te gebruiken, hoewel de te financieren activiteit duidelijk wel in de transitie naar meer duurzaamheid past. Dat vinden we jammer.’

Welke gevolgen hebben de Esma-richtsnoeren voor de namen van de DPAM-fondsen?

‘Die zijn beperkt, want onze sustainable fondsen voldoen reeds aan de richtsnoeren. Er zijn alleen enkele beperkte wijzigingen in onze fondsen met groene obligaties, omwille van de problematiek die we net bespraken. We kiezen ervoor sommige posities te verkopen om in orde te zijn, eerder dan de benamingen van het fonds te wijzigen.’

‘Onze duurzame fondsen voldoen ook aan de vereiste om de drie ESG-dimensies te integreren. Onze strategie was altijd al om zowel de E (environment), de S (social) als de G (governance) te bekijken, weliswaar met variërende wegingen. DPAM was al met duurzaamheid bezig lang voordat de Europese instanties er zich op gingen richten en daar plukken we nu de vruchten van.’

Wat ziet u in de sector bewegen?

‘Esma telt 6.490 fondsen met ESG-gerelateerde termen in hun benaming, waarvan er toch een aantal mogelijk van namen moet veranderen. Het gaat bijvoorbeeld om sommige Angelsaksische fondsen die het duurzaamheidskarakter volgens het strikte minimum geïnterpreteerd hebben. Terzijde: de uitsluitingen op basis van de CTB-richtsnoeren, bijvoorbeeld fabrikanten van controversiële wapens of tabaksbedrijven, lijken ons toch erg haalbaar.’

Prospectus

Hoeveel werk is er met het veranderen van een fondsnaam gemoeid?

‘Je moet het prospectus wijzigen en alles wat daarbij hoort. Het is niet zomaar een woord schrappen en vervangen door een ander. Een belangrijke kwestie: als je een term schrapt, moet dan ook de beleggingsstrategie van het fonds gewijzigd worden? Want dat vergt een controle door de toezichthouder en - als het een ingrijpende wijziging is - een voorafgaandelijk akkoord van de aandeelhouders, met eventueel een kosteloze exit uit het fonds voor zij die dat wensen. Er komt dus een hele juridische machine op gang die niet te onderschatten is.’

Wanneer zullen we op de markt de eerste naamswijzigingen zien?

‘Alle asset managers zijn dit nu aan het analyseren. Voor de nieuwe fondsen gelden de Esma-richtlijnen meteen. De bestaande moeten tegen mei 2025 in orde zijn. Dat betekent dat je je dossier bij de toezichthouder best ten laatste in maart indient. En dan heb je nog de dakfondsen (fund of funds) die hun asset managers challengen en vragen of hun fonds in orde is en of er iets gaat veranderen. Dus de markt is zich aan het voorbereiden, dat is duidelijk.’

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

Access
Members
Article type
Article
FD Article
No