Milieu_windturbine_fabriek.jpg

Degroof Petercam AM geeft België, Frankrijk en Nederland een tik op de vingers in zijn halfjaarlijkse duurzaamheidsranking van OESO-landen, met name op milieugebied.

Opvallend is dat Frankrijk en Nederland slecht scoren wat betreft de uitstoot van broeikasgassen en het aandeel hernieuwbare energie. België presteert zowel ondermaats op emissie als op energie-efficiëntie en riskeert de veertiende plaats in de ranking niet te kunnen behouden.

Het Internationaal Monetair Fonds trok onlangs aan de alarmbel met de mededeling dat het wereldwijde schuldniveau hoger ligt dan net na de financiële crisis van 2008. De schuldgraad ten opzichte van het bbp bedraagt 225% of 164.000 USD. Om die reden vindt DPAM het meer dan ooit belangrijk om ‘gezonde’ landen van ‘ongezonde’ landen te onderscheiden, zowel op financiële als op duurzaamheidsprestaties. 

De vermogensbeheerder voert de ranking uit sinds de lancering van het DPAM L Bonds Government Sustainable fonds tien jaar geleden. Het proces kent vijf belangrijke pijlers gebaseerd op zestig criteria: transparantie & democratische waarden, bevolking, gezondheid en welvaartsverdeling, onderwijs & innovatie en economie en milieu.

België

De positie van België op de ranglijst wordt behoorlijk precair. Ons land behoudt de veertiende plaats, maar boekt weinig vooruitgang. Vanwege die stagnatie, is het onzeker of deze plek voor de lange termijn kan worden gehandhaafd, stelt het fondshuis. België klom op het vlak van transparantie met twee plaatsen naar de elfde plaats. DPAM is voor ons land streng wat betreft milieu en degradeert op dit punt België met vijf plaatsen.

Vooral op het gebied van emissies, energie-efficiëntie en biodiversiteit scoort België slecht. Anderzijds scoort ons land met de elfde plaats niet slecht op het aandeel hernieuwbare energie als deel van de totale energieproductie.

Frankrijk 

De Scandinavische landen, Zwitserland en Duitsland doen het goed. De Verenigde Staten (plaats 28) en Japan (plaats 20) staan niet op het favorietenlijstje van de DPAM. Ook Latijns-Amerikaanse landen en Oost- en Zuid-Europese landen doen het slecht. Zuiderbuur Frankrijk (plaats 19) wipt opnieuw de top twintig binnen, maar heeft dat niet per se te danken aan betere prestaties. 

Het land blijft een van de zwakste landen op het vlak van de demografische afhankelijkheidsratio en scoort met 22,3 procent slecht op jeugdwerkloosheid. En hoewel Frankrijk sinds de Klimaattop van Parijs in 2015 sterk geëngageerd is om de klimaatverandering aan te pakken, blijven de resultaten achter op de verwachtingen. Ter vergelijking: in Frankrijk maakt hernieuwbare energie 9,5 procent uit van het primaire energieaanbod, in Denemarken 30 procent. 

Nederland

Nederland stijgt van de elfde naar de achtste plaats in het klassement en lijkt daarmee keurig aan te haken bij de beste leerlingen van de klas. Toch legt een meer gedetailleerde blik enkele pijnpunten bloot. Zo zakt het land in de pijler Transparantie & Democratische waarden van plaats 4 naar plaats 9. Ook op Gezondheid, Welvaartsverdeling en Economie scoren de Noorderburen iets slechter dan voorheen.

Teleurstellend is de veertiende plaats voor milieu. Nederland haalt een goede score op energie-efficiëntie, maar de uitstoot van broeikasgassen en het aandeel hernieuwbare energie in de elektriciteitsproductie kunnen beter. Ook de biodiversiteit vergt aandacht. Wat betreft de loonkloof tussen mannen en vrouwen scoort Nederland nog altijd slecht (plaats 17).

Redenen waarom Nederland nog steeds zo hoog scoort in het klassement zijn de sterkte van de overheidsinstellingen en de hoge mate van persvrijheid. 

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No