‘Regeringen hebben toenemende zorgen om de voedselveiligheid, hetgeen aanleiding is om maatregelen te nemen om prijzen en productie beter te controleren. Dat kan tot protectionisme en prijsvolatiliteit op de wereldwijde markten leiden.’
Dat zegt Ralf Oberbannscheidt, fondsmanager van het DWS Invest Global Agribusiness, in een gesprek met Fondsnieuws.
Mislukte tarweoogst
De jongste aanwijzingen voor deze ontwikkelingen ziet Oberbannscheidt in de voedselrellen in Pakistan en Mozambique.
Ook verwijst hij naar de uitvoerbeperkingen die de regeringen van Rusland en Oekraïne hebben genomen na de bosbranden van deze zomer die grofweg 35 procent van de tarweoogst hebben vernietigd.
Weliswaar is het landbouwareaal in de afgelopen jaren licht gegroeid, omdat overheden anticiperen op een toenemende vraag naar voedsel, maar volgens Oberbannscheidt gaat de ontwikkeling niet snel genoeg.
Voedselimporten
Dit jaar moest, tot nu toe, volgens de wereldvoedselorganisatie FAO wereldwijd al 1.000 miljard dollar aan voedsel worden geimporteerd, omdat er in eigen land onvoldoende voedsel voor handen is. Dit leidt volgens Oberbannscheidt tot grote prijsschommelingen op de grondstoffenmarkten.
Vooral de urbanisatie gaat in veel ontwikkelde landen veel harder dan eerder werd aangenomen. De verwachtingen zijn dat tot 2050 er een omvangrijke trek naar de stad plaatsvindt, zodat dan ongeveer 70 procent van de wereldbevolking in een stedelijke omgeving woont.
‘Dat leidt tot grote veranderingen in de levens- en consumptiestijl van mensen’, stelt Oberbannscheidt.
Groei wereldbevolking
Volgens de fondsmanager zal er wereldwijd op grote schaal moeten worden geinvesteerd in de voedselketen. DWS verwijst naar de FAO. De wereldvoedselorganisatie heeft berekend dat de wereldbevolking tot 2050 met 34 procent groeit tot 9,1 miljard mensen.
Om die wereldbevolking van voedsel te voorzien, zijn tot 2050 investeringen in de voedselketen nodig van 9200 miljard dollar. Per jaar komt dat neer op 210 miljard dollar.
Niet alleen moet er meer voedsel worden geproduceerd, er moeten ook grote veranderingen plaatsvinden in de voedselconsumptie en in het productieproces, zegt Oberbannscheidt.
Voedselpatroon
‘Westerlingen moeten hun voedselpatroon aanpassen. Ze eten verhoudingsgewijs teveel proteïnerijk voedsel’, zegt de fondsmanager. Tevens wijst hij erop dat er in het productieproces thans te veel voedsel verloren gaat.
Oberbannscheidt rekent voor dat een boer grofweg 4800 calorieën per capita per dag produceert en dat uiteindelijk voor de consument hier niet meer dan 2000 calorieën van overblijft. Dat komt volgens hem mede door kwalitatief slechte opslag van voedsel.
‘Dat maakt grootschalige investeringen nodig in nieuwe landbouwgronden, irrigatie, machines, mankracht, mest, maar ook in zaden, melk en vleesproductie, opslag en verwerking’, zegt Oberbannscheidt.
Stock pickers
Het DWS Global Invest Agribusiness probeert op deze ontwikkelingen in te spelen door niet actief te zijn op de markt van soft commodities, maar rechtstreeks te beleggen in aandelen van verwante bedrijven. Eén van de voordelen is een aanzienlijk lagere volatiliteit.
‘We zijn stock pickers en zoeken naar kansrijke bedrijven die de hele voedselketen beslaan’, stelt Oberbannscheidt. De totale marktweging van de agribusiness is volgens hem meer dan 2500 miljard dollar groot. Het universum waaruit het fonds kiest is 850 bedrijven.
Prestaties
Het fonds heeft sinds de lancering in 2006 een rendement behaald van 17,7 rendemen (4 november), tegen 11,8 procent voor de S&P GSCI Agri Total Return index. Het fonds houdt overigens geen benchmark aan. De MSCI World Index haalde in dezelfde periode een resultaat van -11,6 procent.
DWS Global Invest Agribusiness richt zich in zijn landen- en regioallocatie voor ruim 24 procent van het vermogen op de VS. Op sectorniveau wordt ruim 80 procent belegd in bedrijven die zich richten op zaden, mest, voedselproductie, verpakking en opslag.
Het fonds staat eind oktober op een YtD van 16,8 procent.