De vrees om een boeterente te riskeren, drijft goede doelen mogelijk verder naar aandelen. Hun risicoprofiel dreigt te offensiever te worden dan gebruikelijk.
Dat zeggen oprichter Peter van Duinen en managing partner Lodewijk Siertsema van Capital Support, een multi family office dat de administratie doet over enkele miljarden van particulieren, families en ongeveer honderd goede doelen. ‘Ze willen hun geld natuurlijk niet uitgeven aan boeterentes, maar aan het goede doel.’
Het is een actuele discussie die bij vrijwel alle vermogensfondsen wordt gevoerd, weten de partners uit de gesprekken die ze met vermogensfondsen en stichtingen voeren. Want hoe ver willen ze dat risico opschuiven?
‘In de afgelopen periode met lage rentestanden hebben veel vermogensfondsen hun asset allocatie al opnieuw onder de loep genomen. Een negatieve rente op banksaldi kan een extra impuls geven’, zeggen ze. Vermogensfondsen moeten ervoor waken dat hun risicoprofiel op last daarvan niet gaat veranderen.
Groter belang in aandelen
Een grote belang in aandelen hoeft niet slecht te zijn, vinden ze. Siertsema: ‘Kijk maar naar de horizon van een goed doel. Dat is vaak tientallen jaar. Als je door de cycli heen kunt beleggen, kun je meer risico nemen, met het bijbehorende betere rendement van aandelen.’
Een deel van het vermogen zullen goede doelen overigens altijd in cash aanhouden. Afhankelijk van de stichting parkeren ze twee tot vier keer hun jaarbudget in cash, volgens Van Duinen. ‘Die buffer hebben ze nodig om de continuïteit in hun uitkeringsbeleid veilig te kunnen stellen. Ze willen geen aandelen hoeven verkopen op een moment dat de beurs laag staat, enkel om die uitkeringen te kunnen doen.’
Capital Support doet overigens niet zelf de beleggingen voor dit soort vermogensfondsen en stichtingen, maar werkt daardoor samen met banken en zelfstandige vermogensbeheerders in binnen- en buitenland.
Zelf helpt het family office goede doelen om te voldoen aan wet- en regelgeving, maar ook met uiteenlopende zaken als administratievoering, de voorbereiding van vergaderingen, de monitoring van geldstromen en benodigde aanpassingen voor de AVG.
Vermogensregie
Het kantoor noemt het zelf vermogensregie, deze coördinatie en rapportage over alle vermogensbestanddelen. Het heeft daarom ook geen vergunning nodig voor vermogensbeheer. Datzelfde doet het voor families. ‘We openen hen vooral de ogen. We laten mensen zien wat er allemaal beschikbaar is en waar de kosten zitten. Het leukste is om samen met hen en andere adviseurs tot goede keuzes te komen.’
Het kantoor bestaat op de kop af vijftien jaar en is in die periode gegroeid van 6 man naar 26 man. Verdere groei staat nadrukkelijk op de agenda, eventueel via overnames. In 2017 nam het al stadsgenoot Family Wealth Care over en in de Nederlandse family-office-industrie zijn er zo’n twintig partijen die een soortgelijke werkwijze hebben. Een groter deel van de Nederlandse family offices - Van Duinen en Siertsema schatten het aantal op 100 - doen de beleggingen wél zelf en zullen een minder goede match vormen met Capital Support.
Op de vraag of ze in de sector meer openstelling van single family offices voorzien, in navolging op Anthos Fund & Asset Managemente, zegt Siertsema dat dat lastig zal zijn met de in verhouding slechts kleine hoeveelheid “supervermogenden” in Nederland.
Rockefeller
‘Het kán hoor, kijk maar naar Rockefeller in Amerika, die ooit begonnen is voor één familie en nu ook andere families als klant heeft. Maar dat kantoor richt zich dan wel op de top van de markt. De Nederlandse markt is natuurlijk niet zó groot. Ja, er is een aantal miljardairs met een eigen kantoor, maar zoveel zijn er ook weer niet in Nederland. Veel rijke families in Nederland hebben dertig tot veertig miljoen aan vermogen. Maar als ze zich ook op hen zouden willen richten, ga je twee compleet verschillende segmenten bedienen.’
Capital Support richt zich juist op het segment dat geen eigen family office runt, en legt de nadruk op financiële dienstverlening. Verder werken ze veel samen met financieel partners die aanvullende financiële zaken voor hun rekening nemen, zoals fiscalisten en accountants.