De druk op het Britse pond is geen goede zaak voor beleggingen in multinationals die vanuit het Verenigd Koninkrijk opereren.
‘Het is de vraag of er na de verkiezingen een sterke regering komt die in staat is de overheidsfinanciën weer in goede banen te leiden.’
Dat zegt Rob Jones, fondsmanager van het Threadneedle Pan European Fund, in een gesprek met Fondsnieuws. Het fonds is genomineerd voor een FD Morningstar Award in de categorie Europa Large Caps.
Woelig vaarwater
Het Verenigd Koninkrijk is door de opgelopen staatschulden in woelig vaarwater gekomen. Opiniepeilingen duiden op een afkalvende voorsprong van de Conservatieven op de Labour-partij van premier Gordon Brown.
De consequentie zou kunnen zijn dat er ná de verkiezingen een minderheidsregering komt die geen snelle reductie van het begrotingstekort kan bewerkstelligen. Dit vooruitzicht zorgde deze week voor de koersval van het Britse pond ten opzichte van de dollar en de euro.
Volgens Jones vormen deze ontwikkelingen belangrijke risico’s voor dit jaar. De exposure van zijn fonds, dat hoofdzakelijk in Europese large caps belegd, is het grootst in het Verenigd Koninkrijk. Van de portefeuille was medio februari 38,4 procent in dat land geïnvesteerd.
Dat is een onderweging van 7,1 procent ten opzichte van de benchmark, de FTSE World Europe Inc UK.
‘Global footprint’
‘Het Verenigd Koninkrijk is belangrijk omdat veel Britse ondernemingen internationaal georiënteerd zijn en een “global footprint” hebben’, zegt Jones. De druk op het Britse pond kan echter een vervelende impact hebben op de winsten van die bedrijven.
De fondsmanager vindt het uiterst belangrijk dat het Threadneedle Pan European Fund inspeelt op wereldwijde langetermijnontwikkelingen, zoals de toenemende vraag vanuit Azië.
Hij is niet bang om met overtuiging te beleggen. Zijn kerndeelnemingen worden gedreven door fundamenten over de lange termijn. Bijvoorbeeld de kracht van de naam van het bedrijf en de kwaliteit van de balans.
Jones die in oktober 2006 verantwoordelijk werd voor het fonds, heeft sinds zijn komst het aantal posities verminderd van bijna 100 naar ongeveer 60.
Consumeren in Azië
‘China is voor ons een doorslaggevende factor geworden. Maar ook opkomende markten buiten Azië zijn van groot belang. De consumptie neemt daar snel toe, mede als gevolg van een sterk aanwassende middenklasse.’
Jones zet daarom het liefst zijn kaarten in op large caps met een (vaste) voet tussen de deur in die markten. Hij heeft daarbij voor dit jaar een voorkeur voor bedrijven die zich richten op voedingsmiddelen, huishoudproducten en luxe consumptiegoederen, zoals merkartikelen.
‘De Zwitserse horlogemaker Swatch doet goede zaken in China’, zegt Jones. Een ander modelvoorbeeld is het eveneens Zwitserse voedingsmiddelenconcern Nestlé.
Van het Threadneedle Pan European Fund is 4,4 procent in dit bedrijf belegd. Daarmee is Nestlé de belangrijkste deelneming van het fonds.
Ook het Brits-Australische Rio Tinto neemt met 2,7 procent van de portefeuille een belangrijke plaats. De mijnbouwer droeg in 2009 met Tullow Oil, dat voor 2,4 procent is opgenomen, sterk bij aan de performance. Met name Rio Tinto profiteerde nogal van de Chinese honger naar grondstoffen, zoals ijzererts.
Performance
De retailvariant van het Threadneedle Pan European Fund boekte vorig jaar een rendement van 31,24 procent. De benchmark deed het met 33,1 procent echter net iets beter.
Volg de actuele koers van het Threadneedle Pan European Fund
Volgens Jones zette zijn fonds een wat mindere prestatie neer omdat de cyclische aandelenrally die vanaf begin maart op gang kwam zijn verwachtingen overtrof.
‘Ik voorzag tegen het eind van 2008 dat de markten in 2009 zouden opkrabbelen, maar ik rekende niet op de kracht en de vasthoudendheid waarmee dit uiteindelijk plaatsvond’, aldus Jones.
Aangezien hij op tegenwind rekende, zat het Threadneedle Pan European Fund in het tweede en derde kwartaal voor 75 procent in groeiaandelen. De rest van de portefeuille was voornamelijk opgevuld met cyclische aandelen.
Goede formule
‘In het vierde kwartaal toen de rally verbreedde, zorgde ik voor een fifty-fifty verhouding tussen groeiaandelen en cyclische aandelen. Dat bleek een goede formule die sterk heeft bijgedragen aan de performance’, zegt Jones.
Hij blijft voor dit jaar gecharmeerd van groeiaandelen. ‘De waarderingen zijn nog steeds relatief laag’, meent Jones. Behalve in de consumptiegoederensector denkt de fondsbeheerder ze te vinden in de healthcare sector en de mediasector.
Minder kansen ziet hij in nutsbedrijven en telecomondernemingen. ‘Over het brede front zijn deze aandelen niet duur maar ze hebben weinig goede groeivooruitzichten.’ Ze zijn daarom onderwogen ten opzichte van de benchmark.
Dat geldt ook voor de bancaire sector, vanwege de onzekere vooruitzichten. Een gunstige uitzondering is Standard Chartered, de in Londen gevestigde bank, die zich vooral op Azië focust. De deelneming in dit fonds bedraagt nu 2,6 procent.