Voor het eerst in tien jaar laten duurzame beleggingen een daling zien op de Belgische markt, meldt Forum Ethibel. Een eenmalige dip of een trendbreuk?
Volgens de vzw maakten de duurzame fondsen in 2023 een zwakker jaar door dan de niet-duurzame. Het volume van duurzame beleggingen zakte van 136,3 miljard euro naar 131,9 miljard euro, wat neerkomt op een daling met 3,2 procent.
De zogeheten ERSIS-studie (Ethibel Research on Sustainable Investments and Savings) neemt de fondsen bestemd voor particuliere beleggers onder de loep die op de Belgische markt aangeboden worden. Fondsen die hun effecten kiezen op basis van milieuvriendelijkheid, sociale rechtvaardigheid en goed bestuur – de ESG-criteria – én ook nog ongewenste activiteiten (waaronder wapens) uitsluiten, worden als duurzaam gedefinieerd.
Is Ethibel-directeur Kenny Frederickx ontgoocheld door de terugval? ‘Dat is te sterk uitgedrukt, maar is wel reden tot waakzaamheid’, antwoordt hij. ‘We wachten af. In de volgende jaren zal moeten blijken of dit een trendbreuk is. Dat zou natuurlijk zorgelijk zijn. Maar voorlopig gaan we ervan uit dat de donkere wolken gaan overwaaien. Een correctie is normaal. Hopelijk is dit tijdelijk. Mogelijk zijn we de overgang aan het maken naar een stabielere fase voor duurzame beleggingen.’
Grootbanken boven
Een opsplitsing per marktaandeel toont de dominantie van de grootbanken, met BNP Paribas Asset Management (27 procent) op de eerste plaats en KBC Asset Management (26 procent) dat in de nek hijgt. Nog een grootbank, Belfius, staat op plaats drie. Enkele spelers, waaronder DPAM, namen door omstandigheden niet deel aan deze editie.
‘Volumes zijn een zaak, de kwaliteit van de duurzame beleggingen een andere’, nuanceert Frederickx. ‘Triodos heeft bijvoorbeeld heeft in percentage maar een klein marktaandeel, maar het gaat wel steevast om Artikel 9-producten.’
Artikel 8 versus 9
Artikel 9 verwijst naar de Europese SFDR-classificatie (Sustainable Finance Disclosure Regulation). Ter herinnering:
- Artikel 6: beleggingsproducten zonder duurzame ambities;
- Artikel 8: beleggingen met ecologische en/of sociale kenmerken en beleggingen in bedrijven met goed bestuur;
- Artikel 9: producten met meetbare duurzaamheidsobjectieven en een duidelijke impactdoelstelling.
Er heerst wel nogal wat verwarring rond. Omdat de criteria voor Artikel 8 niet streng zijn, is die categorie dominant geworden. Volgens de Ethibel-cijfers zijn de Belgische Artikel 8-volumes (zowat 120 miljard euro) ruim tien keer groter dan die van Artikel 9 (zowat 11 miljard euro).
Maar de vraag stelt zich wel of Artikel 8-fondsen nog wel echt “duurzaam” genoemd kunnen worden. ‘Tot Artikel 8 behoren, is vrij eenvoudig. Als je bijvoorbeeld niet in tabak en wapens belegt, heb je al een aantal duurzaamheidskarakteristieken en mag je erin’, zegt Tom Van den Berghe, directeur sustainable finance bij bankenkoepel Febelfin. ‘De categorieën mag je niet zien als een label of kwaliteitsgarantie, maar uniformiseren wel de rapportering.’
Geen helder verhaal dus voor particuliere beleggers die niet thuis zijn in de materie, bevestigt Frederickx. ‘Artikel 8 kan je zien als een minimumstandaard, maar zegt verder niets over de duurzame strategie van het fonds. We raden beleggers aan gecombineerd te kijken naar Artikel 8 en 9 en duurzaamheidslabels zoals het label Towards Sustainability. Als je die samen bekijkt, krijg je toch een goed beeld van het duurzaamheidskarakter van het fonds.’
Labels
Er zijn in Europa een heleboel duurzaamheidslabels, zoals het Franse Greenfin, het Scandinavische Swan Ecolabel of Umweltzeichen, dat in Oostenrijk en deels in Duitsland gebruikt wordt. Het ziet er ook niet meteen naar uit dat er een eengemaakt Europees duurzaamheidslabel komt. Daarvoor zijn de culturele verschillen binnen de EU te groot. Nucleair minnend Frankrijk kijkt bijvoorbeeld heel anders tegen kernenergie aan dan anti-nucleair Duitsland.
‘Die verscheidenheid in duurzaamheidslabels kunnen we ook positief bekijken’, zegt Frederickx. ‘Het geeft landen de kans om eigen accenten te leggen, wat het aanbod voor de beleggers kan verrijken en meer keuzemogelijkheden kan scheppen.’