Bijna elke index krijgt een duurzaam broertje of zusje. Toch raken traditionele benchmarks niet uit de gratie. Sommige duurzame fondshuizen gebruiken ze zelfs liever dan de maatschappelijk verantwoorde ESG-variant.
De indexmarkt lijkt op een supermarkt waar het assortiment met biologische producten maar blijft groeien. Naast elke pot pindakaas of jam verschijnt een duurzaam alternatief. Zo zetten indexmakers naast veel indices een ESG-variant, waarbij de E staat voor ‘environmental’, de S voor ‘social’ en de G voor ‘governance’.
‘We verwachten dat vrijwel alle veelgebruikte indices een ESG-versie krijgen’, zegt Manjit Jus, hoofd ESG-ratings bij RobecoSAM. Dit bedrijf ontwikkelt samen met S&P Dow Jones talloze duurzame indices.
Brede duurzame indices
De oudste brede duurzame indices, zoals Dow Jones Sustainability Index (1999), de FTSE4Good (2001) en de MSCI KLD 400 Social Index (1990) bestaan al enkele decennia. Dit soort indices werkt altijd met een combinatie van uitsluiten van zaken zoals wapens en tabak en zwaarder beleggen in bedrijven met een hoge ESG-score.
MSCI laat weten dat de MSCI KLD 400 Social Index de eerste is die de 1 miljard dollar aan volgend kapitaal is gepasseerd.
Sinds enkele jaren is het aantal indices geëxplodeerd. MCSI zegt bijvoorbeeld al zo’n 900 ESG-indices te voeren voor aandelen en vastrentende waarden. Indexmakers lanceren niet alleen maar duurzame varianten van bestaande indices, maar ook indices en indexfamilies die geen conventionele pendant hebben.
CO2-prijs
Zo kwam S&P Dow Jones deze zomer met een serie van twaalf indices die rekening houden met de stijging van de CO2-prijs in 2030. Bedrijven die worden getroffen door die verwachte prijsstijging wegen minder zwaar in deze index.
De S&P Carbon Price Risk Adjusted Index moet beleggers laten inzien wat de verborgen financiële risico’s zijn van ondernemingen die veel broeikasgas uitstoten, aldus de indexbouwer. Ook FTSE Russell en MSCI hebben klimaatrisico’s op diverse manieren ingebakken in bestaande indices.
Woman’s Leadership Indices
Een ander voorbeeld zijn de MCSI Women’s Leadership Indices die bedrijven volgen met een meer dan gemiddeld aantal vrouwen in de top. Het idee is dat ondernemingen met een gendervriendelijk beleid op de langere termijn beter presteren.
De indexbouwers noemen een drietal oorzaken voor de enorme groei van het aantal ESG-benchmarks. Ten eerste omarmen steeds meer beleggers duurzame criteria als uitgangspunt voor hun beleid.
Een groeiend aantal wil hun beleggingen dan ook afzetten tegen een duurzame index die hun beleggingsbeleid beter weerspiegelt. Een pensioenfonds dat tabak uitsluit, gaat bijvoorbeeld op zoek naar een index die eveneens rookwaren mijdt.
Vraag naar goedkope duurzame beleggingsvormen
Ten tweede is er een groeiende vraag naar relatief goedkope duurzame beleggingsvormen. Die kunnen in de vorm van ETF’s of indexfondsen worden afgeleid van de nieuwe indices. Soms worden die indices ontwikkeld in samenspraak met grote aanbieders van etf’s.
Vandaar dat het aantal duurzame trackers hand in hand stijgt met de groei van het aantal ESG-indices. Denk aan etf’s die beleggen in bedrijven met een lagere CO2-uitstoot.
De derde oorzaak is dat de hoeveelheid en de kwaliteit van ESG-data enorm is toegenomen, laat Aled Jones, hoofd duurzaam beleggen Europa bij FTSE Russell weten.
Bedrijven zoals RobecoSAM en Sustainalytics leveren steeds gedetailleerde ESG-data over een groeiend aantal bedrijven en landen. En MSCI zegt alleen al tweehonderd duurzaamheidsanalisten in dienst te hebben.
Dat extra onderzoek maakt duurzame indices duurder dan de meeste huis-tuin-en-keuken-indices. Volgens MSCI wegen die iets hogere kosten op tegen de voordelen van deze indices. Zo presteren die indices over het algemeen beter omdat bedrijven die betrokken zijn bij allerlei schandalen er vaak niet of minder inzitten.
Pas aan het begin
Indexleveranciers melden graag dat het aantal en het gebruik van ESG-indices groeit, maar willen weinig kwijt over hoeveel vermogen wordt afgezet tegen deze bench-marks.
Alleen MSCI geeft een cijfer. Volgens deze indexbouwer volgt bijna 180 miljard dollar aan vermogen ESG-indices van MSCI. Het gaat daarbij om kapitaal van institutionele en particuliere beleggers en om ETF’s.
MSCI noemt Swiss Re en het Japans overheidspensioenfonds als voorbeelden van grote partijen die helemaal zijn overgestapt op het gebruik van duurzame indices. Hoewel het om serieuze bedragen gaat, is dit slechts een fractie van het wereldwijd belegde vermogen. ‘We staan pas aan het begin van de toepassing van ESG-indices’, aldus MSCI.
Indexmakers noch beleggers verwachten dat duurzame indices op den duur de traditionele indices overbodig gaan maken. ‘Marktgewogen indices zullen altijd blijven bestaan, omdat ze meten wat de markt kan opleveren’, meldt MSCI. Bovendien zijn er tal van duurzame beleggers die ze juist gebruiken om de voordelen van hun aanpak aan te tonen.
Dat geldt bijvoorbeeld voor de fondsen van ASN, een van de duurzame beleggers van het eerste uur. ‘Wij gebruiken geen duurzame indices’, zegt Bas-Jan Blom, directeur ASN Beleggingsfondsen.
‘De belangrijkste reden is dat duurzaamheid geen apart thema moet zijn. Ons doel is duurzame keuzes te maken. We geloven dat onze keuzes op lange termijn een beter rendement opleveren. De vergelijking met brede marktindices is een instrument om dat te monitoren.’ Ook de beleggers van Triodos zetten hun prestaties af tegen gangbare indices.
Niet alleen dit soort groene beleggers laat duurzame indices links liggen. Ook Morningstar gebruikt conventionele indices om prestaties van fondsmanagers te meten en te vergelijken. Dat geldt eveneens voor fondsen die claimen duurzaam te beleggen.
RobecoSAM, dat zelf data levert aan indexmaker S&P Dow Jones, hanteert een conventionele meetlat om te bepalen of de eigen fondsen al dan niet goed presteren.
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine dat op 26 september is verschenen.