Factor investing wint aan belang de laatste jaren. Het is academisch bewezen dat factoren of stijlkenmerken op lange termijn beter presteren dan de markt.
Momenteel zijn Value en Small Cap fundamenteel de goedkoopste stijlkenmerken, zowel in absolute als relatieve zin t.o.v. de klassieke indexen.
Sinds 1963 leveren Kwaliteit en Momentum de hoogste sharpe ratio. Factorrotatie kan ook additionele diversificatie bieden naast de traditionele
sectorrotatie. Heb wel aandacht voor sectorneutraliteit binnen de fondsen.
“factors” zijn bepalende factoren
Empirisch is bewezen dat ‘factors’ of stijlkenmerken historisch gezien beter presteren dan hun tegenhanger of het risico reduceren. De meest gekende factoren zijn value, quality, momentum, minimum volatility en grootte. Volgens een analyse van BlackRock presteren kwaliteitsaandelen in 87% van de gevallen beter dan aandelen van lagere kwaliteit in voortschrijdende periodes van telkens 5 jaar en dit sinds 1963. Minimum volatility, d.w.z. aandelen gekenmerkt door een lagere volatiliteit scoren zelfs in 92% van de gevallen beter dan zogenaamde ‘high beta’ aandelen. Een strategische, statische allocatie naar die factoren in uw portefeuille loont dus op lange termijn. Vooral kwaliteit en momentum bieden
historisch de hoogste risk/reward verhouding of Sharpe Ratio. Een statische allocatie daarentegen naar sectoren levert historisch weinig meerrendement t.o.v. de markt op lange termijn.
Sectorneutraliteit
Beleggers die gebruik willen maken van die factor-gedreven meerrendementen in hun portefeuille hebben de keuze tussen een sectorneutrale of flexibele sectorblootstelling in de factorproducten. Bij de stijlkenmerken value en kwaliteit, die vooral gebaseerd zijn op fundamentele gegevens, is het aangewezen om te kiezen voor sectorneutraliteit. Je wenst immers de meest kwalitatieve en goedkope aandelen te selecteren zonder onbedoelde sector over- of ondervertegenwoordiging. Sectorneutraal wil niet zeggen industrie neutraal.
Je kan perfect neutraal zijn in een sector in vergelijking met de markt, maar binnen die sector over- of onderwogen zijn in bepaalde industrieën. Bijvoorbeeld, de MSCI USA Sector Quality Index (en bijgevolg alle ETF’s die de index volgen) implementeert een neutrale sectorweging t.o.v. de traditionele index bij iedere herbalancering. De MSCI indexmethodologie gebruikt 3 criteria om kwaliteit te definiëren nl. schulden, winstvariabiliteit en rendement op eigen vermogen. Terwijl die kwaliteitsindex neutraal is op de sector “financials”, zitten er geen banken in omdat die laatste niet altijd goed scoren op voornoemde kwaliteitscriteria.
Sector- vs. factorrotatie
Binnen een tactische asset allocatie implementeren professionele beheerders dikwijls hun visie via een rotatie in sectoren, afhankelijk van de economische cyclus en fundamentele data zoals waardering. Door rekening te houden met sectorneutrale factoren kan je een complementaire visie integreren in je portefeuille en zo additionele diversificatie realiseren.
Waarderingen
Naast de waardering, zijn de macro-economische vooruitzichten, momentum en sentiment bepalende inputs voor factorrotatie, nl. welke factoren op welk moment in de portefeuille. In het Toward asset allocatie model wordt een analyse gemaakt van de fundamentele waardering van de 5 voornaamste stijlkenmerken. De factoren small cap en value zijn niet duur, zowel in absolute zin als relatief t.o.v. zowel de MSCI Europe Index als de MSCI USA Index. Eind juli bedroeg de forward koers/winst-verhouding van Europese value-aandelen 9,02 t.o.v. 12,69 voor de MSCI Europe Index. Kwaliteit en minimum volatiliteit zijn dan weer een stuk duurder. Tenslotte, volgens het MSCI multi-factor allocation model scoort value zonder twijfel zeer positief op alle punten, dus niet alleen waardering. Maar, de laatste jaren was dit dikwijls het geval.
Stephan Desplancke is oprichter van Toward en Investment Officer kennisexpert