Zoals verwacht heeft de Europese Centrale Bank vandaag opnieuw haar overtuiging uitgesproken dat de stijgende inflatie van voorbijgaande aard is. Hoewel een daling van de inflatie - die inmiddels 3,4 procent bedraagt in de eurozone - langer op zich kan laten wachten dan eerder beraamd, voorziet de bank in de loop van volgend jaar een normalisering van het prijspeil.
Dat was de boodschap van ECB-president Christine Lagarde in haar persconferentie bij het rentebesluit. Maar die boodschap komt ‘wellicht nog niet helemaal over’, zo vatte Lagarde haar woorden samen.
De depositorente werd zoals verwacht gehandhaafd op - 0,50 procent. De belangrijkste beleidsrente bleef zoals verwacht staan op 0,00 procent en de strafrente op 0,25 procent. Tevens zal het omvangrijke opkoopprogramma van obligaties in hetzelfde tempo worden voortgezet. Het Pandemic Emergency Purchase Program (PEPP) van 1,85 miljard euro zal worden voortgezet in een “gematigd lager tempo” dan het niveau van 80 miljard euro per maand dat tot vorige maand werd gehanteerd.
Daarmee onderscheidt de ECB zich van andere grote centrale banken zoals de FED, die een verschuiving naar een strakker monetair beleid laten zien. Over het verschil in opvattingen tussen de ECB en andere centrale banken zei Lagarde dat vergelijkingen mank gaan, omdat de meeste economieën te verschillend zijn.
‘Inflatie zal afnemen’
De oplopende inflatie heeft volgens Lagarde drie hoofdredenen. Ten eerste is er sprake van een verstoring van het evenwicht tussen vraag en aanbod door het opveren van de economie na de coronapandemie. Een tweede reden is volgens Lagarde de hogere energieprijzen en ten derde werkt het effect van hogere btw in Duitsland door op de inflatie. Maar al deze componenten zijn van voorbijgaande aard, verzekerde de president van de ECB.
Het effect van de Duitse btw, dat goed zou zijn voor ongeveer 50 basispunten, verdwijnt weer vanaf begin 2022. Ook zullen vraag en aanbod na verloop van tijd weer beter op elkaar gaan aansluiten, zei Lagarde. Dat komt omdat er fabrieken worden gebouwd voor de benodigde chips, en schepen om tekorten in de transportcapaciteit aan te vullen. Dit zal wel langer duren dan eerder verwacht, maar zal in de loop van 2022 verbeteren, voorziet de ECB. Ook is het goed voorstelbaar dat de stabilisering en (mogelijk beperkte) daling van de energieprijzen pas na een verdere toename van de prijsdruk zullen plaatsvinden.
Volgens Lagarde hoeft de markt ook niet te vrezen voor een stagflatie-scenario, waarin economische stagnatie hand in hand gaat met hoge inflatie. Er geen sprake van stagnatie, zei Lagarde, wijzend op de aanhoudende groei.
‘De boodschap komt nog niet over’
Lagarde gaf toe dat de boodschap van de ECB blijkbaar nog niet door iedereen wordt geloofd, of mogelijk niet helemaal begrepen. ‘De kunst van de herhaling en de kracht van onze overtuiging zullen uiteindelijk moeten overkomen’, zei de president. ‘Daarom spenderen we ook veel tijd aan het ontleden van onze inflatieverwachting. We geloven dat onze projecties correct zijn. Als er meer gedaan moet worden om de boodschap duidelijk door te geven, dan zal ik dat doen, maar de boodschap zal niet veranderen’, aldus de ECB-president.
Niet iedereen is blij met de set aan maatregelen van de ECB om de Europese post corona economie op peil te houden. Jens Weidmann, de vertrekkende voorzitter van de Bundesbank en een notoire havik, drukte deze week de medewerkers van de Duitse Bundesbank in een afscheidsbrief op het hart om de inflatoire gevaren die in het verschiet liggen niet uit het oog te verliezen. ‘Crisismaatregelen met hun buitengewone flexibiliteit zijn alleen proportioneel in de noodsituatie waarvoor zij in het leven zijn geroepen’, schreef hij.