Als zowat het laatste land in Europa heeft ook Nederland de weg vrijgemaakt voor banken om een nieuw type effecten uit te geven waarmee ze hun kapitaalbuffer kunnen versterken.
De Eerste Kamer heeft ingestemd met een fiscale aftrekbaarheid van de rentebetalingen over deze nieuwe instrumenten, die kenmerken hebben van obligaties en van kapitaal.
Nederlandse banken hebben deze ‘coco’s’ of ‘AT1’s’, zoals ze worden genoemd, nog nauwelijks uitgegeven, omdat er onduidelijkheid bleef bestaan over de belastingaftrek.
Rente aftrekbaar
De rente over coco’s was hier niet aftrekbaar, terwijl dat in de rest van Europa wel het geval is. Nu is de rente ook hier aftrekbaar.
Het wetsvoorstel liet langer op zich wachten dan marktpartijen hadden gedacht en daarna moesten de Tweede en Eerste Kamer nog instemmen. In de meeste andere landen was de wetgeving al minstens een jaar eerder klaar.
Veel Europese landen hebben dit jaar dan ook al coco’s in de markt gezet. De vraag van beleggers was groot, maar Nederlandse banken zagen dit momentum voorbijgaan, en hebben zich daarover meer dan eens beklaagd.
De nieuwe instrumenten zijn obligaties die automatisch worden omgezet in kapitaal (door afschrijving van de waarde, of door omzetting in aandelen) zodra de buffer van de bank door een vooraf vastgestelde bodem zakt.
Buffer
Voor banken is interessant dat deze instrumenten meetellen bij het bepalen van de ‘leverage ratio’, een van de ratio’s waar de buffer aan moet voldoen. Hierbij wordt het balanstotaal zonder risicoweging afgezet tegen het eigen vermogen.
Juist bij de leverage ratio scoren Nederlandse banken laag in vergelijking met Europese concurrenten.
Minister Jeroen Dijsselbloem wil het Europese minimum van 3 procent dat binnenkort geldt, voor Nederlandse banken verhogen naar 4 procent. Dankzij de nieuwe wet hoeven banken niet per se aandelen uit te geven of winst in te houden om dat percentage te halen, maar kunnen ze ook coco’s uitgeven.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 4 december 2014.