Efama, de Europese vereniging voor fondsbeheerders en vermogensbeheer, organiseert op 17 en 18 november haar Investment Management Forum in Brussel. Na een recordjaar 2021 wordt 2022 een stuk uitdagender voor de fondsenindustrie, maar de sector blijft groeien en er zijn geen liquiditeitsproblemen geweest. En het debat tussen actief en passief beheer draait over véél meer dan enkel alfageneratie.
Dat zegt Tanguy Van de Werve (foto), Directeur-Generaal van Efama, de Europese vereniging voor fondsen en fondsbeheerders in de aanloop van hun tweedaagse conferentie, in een interview met Investment Officer.
‘2021 was het beste jaar ooit voor de fondsensector,’ steekt Van der Werve van wal, ‘maar door de hoge energieprijzen, Covid, de voedselcrisis en de Oekraïnecrisis wordt 2022 een moeilijker jaar. Als we kijken naar de fondsensector, en mandaten buiten beschouwing laten, dan zullen de AuM’s een heel stuk lager liggen dan eind 2021, voornamelijk door het markteffect. Omdat de sector geld verdient op de belegde gelden, zal de winstgevendheid van de sector uiteraard ook onder druk komen te staan.’
Toch stelt de topman van Efama dat de beheerders van fondsen over het algemeen de outflows goed hebben opgevangen, en dat er amper liquiditeitsproblemen zijn geweest, buiten enkele zeer specifieke Ruslandfondsen die een tijdje geleden werden bevroren.’
Regelgeving
De bekende SFDR-regelgeving is voor de vermogensbeheerders een grote uitdaging geweest, omdat er volgens Van de Werve een tekort aan duidelijkheid is geweest over de classificering van Artikel 8 en 9 fondsen. ‘Volgens ons bij Efama zijn er drie grote evoluties geweest dit jaar. Ten eerste de aanname van de Eltif-regelgeving, die veel flexibiliteit en verschillende activaklassen kunnen herbergen. Eltif 2.0 zal voor veel nieuwe mogelijkheden zorgen en zal ook retailbeleggers meer toegang geven tot private assets. Ten tweede de SFDR-regelgeving. Ten derde de verdere opmars van ETF’s of passieve fondsen. Die trend zal zich volgens ons verder zetten. We benadrukken echter dat we bij Efama actief en passief beheer niet tegenover elkaar plaatsen, ze kunnen perfect naast elkaar bestaan.’
Driekwart van de actieve beheerders heeft het dit jaar opnieuw minder goed gedaan dan passieve fondsen, zo blijkt uit een recente studie van Morningstar die Investment Officer onlangs publiceerde, maar Van de Werve laat zich genuanceerd uit over deze vaststelling. ‘In plaats van de prestaties van actieve fondsen af te zetten tegenover passieve fondsen, moet je volgens mij de prestaties van actieve fondsen afzetten tegenover cashdeposito’s. Als je de prestaties echter vóór kosten bekijkt, dan krijg je een heel ander beeld.
Een meerderheid van de actief beheerde fondsen presteert dan beter dan hun passieve tegenhangers. De impact van de totale fees zorgen dan uiteraard voor de underperformance. Het is een building block benadering. Performance is niet altijd synoniem met alfa generatie, het kan ook staan voor lage volatiliteit, inkomstengeneratie, impact, inflatie-afdekking enzoverder. Alles hangt af van de beleggingshorizon en -doelstellingen van de belegger.’
Kosten
Op basis van wat Van de Werve leest en analyseert, denkt hij dat talrijke vermogensbeheerders hun aanbod zullen stroomlijnen en rationaliseren, zeker na een uitdagend jaar zoals 2022. ‘Ik geloof echter dat het aantal fondsen en compartimenten zal blijven stijgen door het grote aantal ESG-fondsen dat nog steeds wordt gelanceerd. De vraag naar dergelijke fondsen blijft aanzienlijk.’ Dat brengt ons naadloos bij de Total Expense Ratio, waarvan Van de Werve heeft vastgesteld dat de TER van aandelenfondsen de afgelopen acht tot tien jaar is gedaald.
‘De druk op de kosten zal waarschijnlijk blijven toenemen, dit door een combinatie van de marktwerking, en de correctie op de financiële markten, waardoor mensen kritischer gaan kijken naar deze kosten. De concurrentie is serieus aan het toenemen, en dat is ook de toezichthouders niet ontgaan.’ Van de Werve stelt ook dat je de TER moet afzetten tegenover de kwaliteit van het advies. ‘De TER van een actief beheerd fonds afzetten tegenover dat van een passieve ETF kan dus misleidend zijn, omdat je dan advies gaat vergelijken met een execution only product.’
Duurzaamheid
De afgelopen jaren, en 2022 was daar ook geen uitzondering op, zijn er talrijke fondsen gelanceerd die beleggen in groene aandelen, schone technologie, green en social bonds, en impactfondsen. Dat verhoogt het risico van greenwashing, waarvan DWS een jammerlijk voorbeeld was. ‘Ook hier moet ik genuanceerd zijn. Wat we horen van onze leden, is dat de vraag naar ESG-producten blijft toenemen, zowel van institutionele als retailbeleggers. Deze trend zal niet verdwijnen, onder andere door de klimaatverandering. ESG wordt het nieuwe normaal, maar uiteindelijk is dit ook een leerproces voor de fondsenindustrie.’
Van de Werve stelt wel dat er dit jaar een herclassificering heeft plaatsvonden. ‘Artikel 9 fondsen werden in bepaalde gevallen geherclassificeerd als artikel 8 fondsen, als gevolg van input van de Europese Commissie en Esma. Als de criteria strenger worden, gaan de asset managers hun producten in een andere categorie onderbrengen. Dat is perfect normaal en toont aan dat de sector zijn uiterste best doet om tegemoet te komen aan de regelgeving. Opzettelijke greenwashing is iets waar heel veel CEO’s van vermogensbeheerders zeer beducht voor zijn. Onopzettelijke greenwashing is een groter risico volgens mij. We moeten verschillen tussen producten heel duidelijk uitleggen, zodat beleggers niet ten onrechte denken dat hun fonds een bepaalde impact heeft, en ze uiteindelijk niet teleurgesteld geraken. Daarom is de rol van distributeurs en adviseurs zo belangrijk voor de eindbelegger. zij moeten duidelijk uitleggen waar de E, S en G juist voor staan.’
Consolidatie
Tot slot gaf Van de Werve nog enkele bedenkingen over de consolidatie op de Belgische markt. ‘Die is al een tijdje aan de gang. Maar er zal altijd een plek zijn voor kleinere en boutique asset managers. Het sub-advisory model is nuttig in dat opzicht. Een levendig asset management ecosysteem wordt gekenmerkt door een aantal spelers van uiteenlopende grootte, elk met hun eigen kenmerken, producten en beleggingsstrategieën. Dat is niet specifiek Belgisch.
Ten tweede is goed advies primordiaal, samen met inspelen op de verwachtingen van cliënten. Het aanbieden van oplossingen versus producten is essentieel.
En ten derde worden digitalisering en technologie een gamechanger. Er zullen nieuwe producten, spelers, diensten en processen ontstaan. De pensioenkloof in de EU neemt steeds toe, en de behoefte aan financiële educatie en diensten neemt ook toe. Daarom heeft onze sector nog steeds een veelbelovende toekomst,’ besluit hij.
Gerelateerde artikelen op Investment Officer:
- Kosten beleggingsfondsen in België gematigd
- Actieve beheerders leggen het weer af tegen passieve beheerders