Momentum is een jong family office, met klanten die “nieuw geld” meenemen: ondernemers en artiesten. Hoe is de dynamiek bij deze groep die veel service verlangt? Oprichter Frits Moonen: ‘Ze zijn kritisch, maar ook verbaler als ze tevreden zijn.’
We spreken Frits Moonen (foto) in het pand van Founders Carbon Network, aan de rand het Amsterdamse Vondelpark met een bovengemiddeld aantal Porsches voor de deur. Moonen kent iedereen die binnenloopt voor de lunch en schakelt geroutineerd van het ene gesprek naar de andere ontmoeting. Ondernemers zijn dan ook zijn favoriete doelgroep.
Je werkte als private banker, waarom ben je gestart met Momentum?
‘Na acht jaar personal en private banking bij ING kwam ik op het punt dat ik me realiseerde dat wat werkt voor de bank, niet altijd werkt voor de klant. Je bent gelimiteerd tot de producten van de bank. Ik vond het steeds lastiger als er een klant voor me zat met bijvoorbeeld tien miljoen euro, zonder adviseur, die oprecht dacht dat ze van de bank een breed objectief verhaal zou krijgen waarin alle asset classes meegenomen zouden worden. Ik dacht dan: je hebt geluk als je met de juiste adviseur zit. Ik vond en vind het brede advies geven gewoon leuk om te doen.’
Hoe ziet de klantengroep eruit en hoe komen ze bij jullie?
‘Binnen ING was ik al betrokken bij de entertainment desk. Je merkt al snel dat iedereen elkaar kent binnen die groep. Dus als je een artiest goed helpt, komt hij met nog een artiest. Een derde van de top van de dance zit inmiddels bij ons, dat is wel gaaf. Voetballers zijn complexer als doelgroep: zij hebben zaakwaarnemers, familie en iedereen wil wel iets. Terwijl wij graag objectief advies willen geven. We bedienen nu in totaal zo’n 45 families, daarvan is eigenlijk maar zo’n 15 procent artiest, de rest is ondernemer. Die hebben ook gewoon vaker twintig miljoen plus. We hebben echt hele jonge, hele slimme klanten.’
Wat doe je als zo’n jonge klant bij jou komt en zegt: nou, ik heb nu iets gehoord, daar ga ik de helft van mijn vermogen in stoppen en het wordt helemaal te gek. Ben jij dan de rem?
‘Jazeker, wij zijn heel vaak de rem. Een deel van mijn rol is om te zeggen: dat is niet zo verstandig. Je kunt het wel doen, maar laat me uitleggen waarom ik denk dat deze spreiding, deze verdeling, beter past bij de doelen die we samen gedefinieerd hebben.
‘We beginnen altijd met estate planning. Hoe is de structuur voor vermogensoverdracht? Wat zijn de doelen voor je familie, je kinderen. Die zet je om in een financieel plan en van daaruit ga je naar de asset classes. Vastgoed, private debt, private equity, venture, crypto, zeg maar de hele asset mix van laag rendement, laag risico tot (potentieel) hoog rendement met een hoger risico.’
Hoe wordt er bij Momentum belegd en wat is het verdienmodel?
‘Ik wilde drie dingen toen ik wegging bij ING: breed advies geven, objectief advies geven en service bieden. En dat objectieve advies, that’s where the magic happens. Dus geen performance fees, geen kickbacks, geen eigen producten. Wij krijgen als vergoeding 0,5 procent van het geïnvesteerde vermogen, of dat nou private debt of private equity, aandelen of obligaties zijn, dat maakt niet uit. Ik heb er baat bij als het vermogen groeit in de loop van de tijd, maar er is geen incentive om risico’s te nemen. Je ziet wel dat ook family offices uiteindelijk eigen producten gaan verkopen. Dat snap ik, want daar verdien je drie keer zoveel, maar ja, objectiviteit bewaren is dan lastig. Voor ons is dat dan ook een no go.’
Wat vind je van private markets als beleggingscategorie?
‘Ik vind met name de combinatie van private equity en private debt interessant. De rente is hoog, er is weinig appetite bij banken, er zijn enorme doorlooptijden. In private debt krijg je momenteel op een hypothecair gedekte lening al gauw 7 of 8 procent rente. Private equity is voor de lange termijn een fantastische asset class, maar je moet wel een plan hebben, anders kom je met je vingers tussen de deur. Vaak denken mensen dat het eng is, maar dan denk ik: negen van je tien miljoen in aandelen, dat is pas eng.’
Hoe begeleid jij jongeren, wat zijn de eerste stappen?
‘Vanuit een calvinistische opvoeding dacht ik: als iemand een Rolex heeft, dan betekent dat dat hij minimaal een miljoen heeft. Maar je leert dat er mensen zijn die van hun eerste 20.000 euro al een Rolex kopen. Ik heb liever dat ze eerst de basis op orde brengen.
‘Wat opvalt is dat mensen veel jonger vermogend worden. Vroeger stopten ondernemers pas met hun bedrijf als ze zestig waren of zeventig. Wij hebben klanten van nog geen veertig, die veertig miljoen krijgen. Sommige ondernemers zijn met hun derde of vierde bedrijf bezig. Je bent dan financieel onafhankelijk, maar moet ook gaan nadenken. Wat wil ik nalaten? Hoe wil ik herinnerd worden? Hoe moet ik investeren? Daar praten we veel over.’
Hoe verloopt de samenwerking met andere partijen, zien ze je graag komen?
‘Soms is het lastig, want er zijn vermogensbeheerders en ook banken die hun businessmodel hebben afgestemd op een klant die weinig weet over de markt. Als ik dan meekom, valt dat voordeel voor hen weg. Bij een beleggingsfonds ligt dit anders. Wij beleggen bij voorkeur in de top van de fondsen, daar valt beperkt te onderhandelen over de prijs, maar daar is het juist mijn rol om te zorgen dat we aan boord komen met onze relaties. First time funds doen we overigens praktisch nooit, omdat we waarde hechten aan een goed track record.’
Hoe zie jij de markt voor wealth management en voor Momentum in de toekomst?
‘Ik denk dat je over zo’n tien tot twintig jaar een heel ander landschap hebt. Mensen gaan vaker nadenken over het verschil tussen objectief en niet-objectief advies en komen dan tot de conclusie dat er meer is dan beleggen in aandelen. De markt is immens, er lopen in Nederland duizenden ondernemers rond voor wie we morgen zouden kunnen beginnen. We zijn de afgelopen tijd al hard gegroeid en ik verwacht ook dat we verder zullen groeien. Maar het is geen doel op zich. Ik droom niet direct van een groot bedrijf. We willen gewoon doen waar we goed in zijn. Klanten staan bij ons centraal en de rest komt vanzelf.’