Nederlandse vermogensbeheerders stuiten op wachttijden van maanden en eindeloos “gepingpong” met vragenlijsten, bij het onboarden van nieuwe klanten bij InsingerGilissen Services. De depotbank is te druk met het inhalen van achterstallig werk, zo krijgen vermogensbeheerders te horen.
Dat blijkt uit achtergrondgesprekken met diverse onafhankelijke vermogensbeheerders. Allemaal maken ze gebruik van de dienstverlening van InsingerGilissen, sommigen ook van die van andere bewaarinstellingen zoals Saxo Bank (het vroegere BinckBank), Van Lanschot Kempen en/of buitenlandse aanbieders.
‘Ik word er helemaal gallisch van’, verzucht een van de vermogensbeheerders. Hij vertelt op het punt te staan de dienstverlening van InsingerGilissen op te zeggen en over te stappen naar een andere depotbank. ‘Het duurt te lang, ik kan het niet meer recht praten richting mijn klanten.’ Een andere vermogensbeheerder heeft er twee maanden geleden voor gekozen om tijdelijk geen rekeningen meer te openen bij InsingerGilissen, hopend op ‘licht aan het einde van de tunnel’.
Vermogensbeheerders schetsen situaties waarbij vragenlijsten oeverloos heen en weer gaan tussen InsingerGilissen Services en de vermogensbeheerder, om toch nog méér te weten te komen over de herkomst van vermogen. De vragen hebben daarbij een grote mate van detail, waarbij vermogensbeheerders zich afvragen of die informatie wel bijdraagt. Bijvoorbeeld over de huurders van de panden uit de vastgoedportefeuille van een vermogende cliënt of over de hobby’s van zijdelings betrokken personen.
Ze merken hierbij een verschil met de vragenlijsten van andere depotbanken - die net zo goed vragen (moeten) stellen over de herkomst van het vermogen van een klant, vanwege de eind 2020 aangescherpte anti-witwasregelgeving.
Stapels dossiers blijven liggen
Is al het gevraagde eenmaal aangeleverd, dan is dat nog geen garantie dat de rekening vervolgens snel geopend is. ‘Was het maar waar’, zegt een van de bronnen, ‘ik ben tegenwoordig blij als het binnen een paar maanden geregeld is.’ Een bestuurder van een andere vermogensbeheerder heeft een vergelijkbare ervaring. ‘Het onboarden van nieuwe klanten gebeurt bij InsingerGilissen momenteel niet. Stapels dossiers blijven liggen.’ Een derde beheerder zegt regelmatig drie tot zes maanden te moeten wachten.
De depotbank zelf geeft volgens hen als reden de hogere eisen van de toezichthouder rondom een intake. Ook krappe personele bezetting en het inhalen van achterstallig werk zouden genoemd worden. Verschillende bronnen vermoeden dat de bank zó druk is met het actualiseren van klantdossiers vanwege de aanwijzing die InsingerGilissen vorig jaar kreeg van DNB, dat het onboarden van nieuwe klanten op een laag pitje staat.
Pakweg een kwart van de klantdossiers bleek bij een onderzoek van de toezichthouder vorig jaar niet aan de aangescherpte eisen rondom customer due diligence te voldoen, zo schreef Investment Officer in 2021. InsingerGilissen zou destijds tot einde zomer hebben gekregen om vastgestelde lacunes en onduidelijkheden in de klantdossiers op te lossen.
Reactie InsingerGilissen
In een antwoord op vragen van Investment Officer zegt InsingerGilissen dat vorig jaar door het grote aantal aanvragen en de verscherpte richtlijnen voor onboarding een aanzienlijke werkvoorraad ontstond en de doorlooptijd toenam. ‘Dankzij een uitbreiding van het onboardingteam is deze achterstand momenteel grotendeels ingelopen. Wij bespreken de actuele doorlooptijden regelmatig met onze cliënten’, aldus de bank bij monde van een woordvoerder.
Hij stelt dat onboardingverzoeken binnen 24 uur worden opgepakt, maar dat de doorlooptijd van het proces afhankelijk is van een aantal factoren, waarvan de complexiteit van het cliëntonderzoek en de kwaliteit van de aangeleverde documentatie de belangrijkste zijn.
Op de vraag of de bank nog onder verscherpt toezicht staat van DNB aangaande KYC zegt de woordvoerder dat InsingerGilissen regelmatig contact heeft met DNB over de voortgang van het herzien van al haar cliëntdossiers. ‘Daarbij is ook met DNB gecommuniceerd dat alle nieuwe onboardings plaatsvinden volgens de Wwft-vereisten en ons hierop gebaseerde beleid.’
Nederlandse banken en andere marktpartijen worstelen met KYC (Know Your Customer), de vereisten rondom de verificatie van de identiteit van een cliënt en de uiteindelijke UBO en het onderzoek naar de herkomst van diens vermogen. Het legt veel druk op organisaties, hun operationele proces én hun strategie, zo bleek meermaals de afgelopen tijd.
Ontmoediging kleine vermogens
Volgens een van de geraadpleegde bronnen zou Insinger sinds vorig jaar vermogensbeheerders ontmoedigen om klanten met een vrij te beleggen vermogen onder de vijf ton in te brengen. Omwille van tijd en kosten, zo is zijn vermoeden. ‘Stel, je hebt tienduizend klanten, waarvan tweeduizend in het hoge segment en achtduizend met een vermogen van een paar ton. Vervolgens zegt DNB dat je álle dossiers op orde moet krijgen, een klus die per dossier grofweg even lang duurt. Dan maak je dus onevenredig hoge kosten voor het actualiseren van die achtduizend dossiers.’
Verschillende vermogensbeheerders zijn volgens hem met hun kleinere klanten overgestapt naar Binck, maar ook naar Van Lanschot Kempen, die relatief nieuw is in het speelveld. Van de gesproken bronnen voor dit artikel zijn twee vermogensbeheerders in gesprek met andere partijen, vanwege de huidige kwaliteit van dienstverlening bij Insinger.
Gevraagd naar de hoeveelheid vrij te beleggen vermogen dat klanten moeten hebben om cliënt te worden van de depotbank zegt een woordvoerder van InsingerGilissen dat ‘alle vereiste inspanningen voor het onboarden van cliënten en het onderhouden van cliëntdossiers zowel voor de cliënt, de vermogensbeheerder en de depotbank lonend moeten zijn’. ‘Op basis van de ervaringen die wij momenteel opdoen, overwegen wij aanpassingen op ons beleid. Dit zal ook worden bekeken voor private banking cliënten. Wanneer dit wijzigt, dan communiceren wij dat uiteraard eerst naar onze cliënten.’
‘Helemaal doorgeslagen’
Eén vermogensbeheerder ervaart de laatste maanden wat verbetering bij de bewaarinstelling, nadat deze vorige zomer ‘inderdaad dicht was voor nieuwe klanten’. ‘InsingerGilissen heeft ons juist laatst laten weten weer open te zijn.’ Hij merkt daarbij wel op dat zijn firma voornamelijk grote cliënten inbrengt bij InsingerGilissen. ‘25 miljoen euro is geen probleem.’
Een lange wachttijd merkt hij wel bij klanten met complexe structuren, maar dat is volgens hem bij andere Nederlandse depotbanken net zo goed het geval. ‘Wij gaan dan liever naar Duitsland, daar heb je dat gezeur niet.’ De schuld daarvan ligt wat hem betreft meer bij de toezichthouder dan bij depotbanken. ‘De toezichthouder is helemaal doorgeslagen.’
De andere geraadpleegde vermogensbeheerders benadrukken dat de werknemers van InsingerGilissen met wie ze contact hebben, heel prettig zijn. ‘Zij maken het verschil voor mij en hebben gezorgd dat ik nog zo lang ben gebleven’, zegt een van de bronnen. Een ander: ‘Voor hen is het ook vervelend dat ze vermogensbeheerders niet sneller kunnen bedienen.’
Rijp en groen
Uit de personeelsstroom richting de compliance-afdeling van InsingerGilissen blijkt overigens wel dat van de zeker twintig mensen die volgens hun LinkedIN-profiel een compliance-rol invullen bij InsingerGilissen, ruim een kwart pas enkele maanden aan boord is. De vraag blijft daarom rondzingen of InsingerGilissen de zaken wel op orde krijgt.
‘In het verleden hebben ze niet voldoende tijd gestopt in het op orde stellen van die dossiers, waardoor de toezichthouder is getriggerd om hen in de gaten te houden’, zegt een van de vermogensbeheerders. ‘En pas daardoor heeft Insinger in de gaten hoeveel mensen ze nodig hebben en wat dat doet met de winstgevendheid.’ Een andere vermogensbeheerder: ‘ze hebben de afgelopen jaren rijp en groen toegelaten. Door die groei zijn ze op de vingers getikt en moeten ze nu een enorme hersteloperatie doorvoeren. Hoe dan ook, bij InsingerGilissen, wil je nu niet meer zitten.’