Owi Ruivivar, Goldman Sachs
i-LHJcgQn-XL.jpg

Beleggers zouden emerging market debt (EMD) een aanzienlijke weging in wereldwijde vastrentende portefeuilles moeten geven. Zowel het rendement als de kredietwaardigheid steken gunstig af bij ontwikkelde landen.

Dit zegt Owi Ruivivar (foto), managing director en senior portefeuillemanager EMD bij Goldman Sachs Asset Management uit Singapore in een interview met Fondsnieuws. Ruivivar maakt deel uit van Goldmans twintigkoppige vastrentende team met 38,5 miljard dollar onder beheer. 

Aanzienlijk deel

Traditionele beleggers zien staatsobligaties van ontwikkelde landen nog altijd als ‘veilige’ hoeksteen van hun portefeuille. Maar de tijden dat deze beleggingen nog een rendement hadden van 4 tot 7 procent zijn lang vervlogen. Tegenwoordig bieden staatsleningen zeer schamele - zelfs negatieve - rendementen. Hiermee is het vaak niet meer mogelijk om de inflatie voor te blijven. 

Obligatiemarkten van opkomende landen, zowel voor overheden als bedrijven, bieden evenwel aantrekkelijke rendementen terwijl de kredietwaardigheid vaak niet onderdoet voor ontwikkelde tegenhangers, stelt Ruivivar. ‘Eigenlijk zou een aanzienlijk deel van bijvoorbeeld een staatsobligatieportefeuille uit emerging marktets moeten bestaan.’ 

Aanzienlijk is volgens de schaal van Mock meer dan 30 procent, weet de portefeuillemanager. Van een naar marktkapitalisatie gewogen wereldwijde index maken opkomende landen slechts 6 procent deel uit. 

Index alternatieven

De gedachte achter het gebruik van naar marktkapitalisatie gewogen indices is gebaseerd op twee aannames, aldus Ruivivar. Ten eerste, is het een afspiegeling van de geboden beleggingsmogelijkheden. En ten tweede, zou een hoge weging naar de grootste en diepste markten voor maximale liquiditeit moeten zorgen. 

Maar, zo wijst de EMD-specialist, het geeft ook het grootste portefeuillegewicht aan landen met de hoogste schuld. Zo raakt een belegger juist blootgesteld aan de landen met de relatief zwakste balansen. 

Bij Goldman geven ze de voorkeur aan een overweging naar landen met het hoogste nationale inkomen en groeipotentieel van het bruto binnenlands product. Zoals iedere weldenkende belegger zou moeten hebben, heeft Goldman verder een voorkeur voor sterke balansen, dan wel kredietwaardigheid. 

‘Dat betekent twee keer een overweging voor emerging markets’, aldus de specialist.

Niet altijd goed

‘In het algemeen heeft dit goed gewerkt’, stelt Ruivivar. Al waren er de laatste jaren enkele uitzonderlijke periodes, wijst ze. Zo veerden na de ‘whatever it takes’ uitspraak van Europese centrale bankpresident Mario Draghi de eerder een in vrije val geraakte staatsobligaties van perifere eurolanden sterk terug. Ook kreeg het EMD-segment klappen toen de vorige Fed-president, Ben Bernanke, over ‘tapering’ van het stimuleringsbeleid begon te praten.

Ruivivar lijkt herhaling onwaarschijnlijk. Het stimuleringsbeleid van de Fed is afgesloten en de eerste renteverhoging is a stevig ingeprijsd. En de rendementen op staatsleningen van perifere eurolanden als Spanje en Italië steken erg onaantrekkelijk af tegen die in opkomende landen. 

Indonesische staatsleningen geven tweeënhalf keer het rendement van die van Spaanse, terwijl de staatsschuld van Spanje rond de 100 procent van het bbp bedraagt en die in Indonesië slechts 26 procent.

Succesfactoren

Volgens Ruivivar zijn er een aantal factoren die de performance stuwen en waarop ze zelf selecteert. Ze somt op: schuld ten opzichte van bbp, overheidstekort ten opzichte van bbp, saldo lopende rekening ten opzichte van bbp. 

Deze laatste verhouding kwam in beeld bij de kapitaalvlucht als gevolg van de taper-talk in 2013. Brazilië, India, Indonesië, Turkije en Zuid-Afrika werden door Morgan Stanley bestempeld tot de ‘fragile five’ vanwege hun afhankelijkheid van buitenlands kapitaal. 

Echter, zo wijst Ruivivar, sinds dien hebben deze landen er alles aan gedaan hun handelspositie te verbeteren. Hervormingen kwamen hoog op de agenda’s. Ook deden de lagere grondstoffenprijzen een duit in het zakje.  

Het succesverhaal is India. Al voor de verkiezing van premier Modi, trad de nieuwe centrale bankpresident Rajan aan, die daarvoor jaren bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF) had gewerkt.  

Goldman is daarnaast overwogen Mexico en Brazilië. Voor Brazilië geldt dat de handelsbalans verbetert, terwijl voor Mexico hervormingen opwegen tegen de lagere opbrengsten uit oliewinning door de gedaalde energieprijzen.

Een land dat aan het andere uiterste van het spectrum staat is Rusland. Dit land lijdt niet alleen onder de lage olieprijs, maar ook economische sancties als gevolg van de inmenging in het conflict in Oekraïne. Goldman verwacht dat als gevolg de economie niet zal groeien, wat alle ratio’s met het bbp als deler onder druk zet. 

 

Author(s)
Categories
Companies
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No