Jaap Koelewijn
i-dPgDJVB-L.jpg

Zowel in de Amerikaanse politiek als het bedrijfsleven ontbreekt de wil om de grote problemen in de samenleving echt aan te pakken. ‘Uiteindelijk worden bedrijven door hun aandeelhouders nog steeds in de eerste plaats afgerekend op hun financiële resultaten’, zegt hoogleraar corporate finance Jaap Koelewijn.

Hij is dan ook zeer sceptisch over de verklaring van een grote groep Amerikaanse bedrijven eerder deze week om zich meer te gaan bekommeren om mens en milieu. ‘Mijn eerste gedachte was: Wat is dit nu voor PR-stunt. Hebben ze opeens het licht gezien, dat ze het allemaal anders willen doen?’

Dat bedrijven als Goldman Sachs zouden willen opschuiven van het Anglo-Amerikaanse naar het Rijnlands model, noemt hij ongeloofwaardig. ‘Het zit zó diep in de Amerikaanse samenleving ingebakken dat je voor aandeelhouderswaarde gaat. Dat zal niet zomaar veranderen’, zegt Koelewijn in een gesprek met Fondsnieuws.

Ronald Reagan

Vooral sinds de jaren ‘80 onder president Ronald Reagan staan aandeelhouders in de VS op een voetstuk. ‘Ik herinner me nog dat er op de universiteit toen allerlei Amerikaanse handboeken over aandeelhouderswaarde verschenen. Ook in Nederland veranderde de maatschappelijke opinie helemaal ten gunste van aandeelhouders, terwijl we een decennium eerder nog de structuurwet kregen.’ 

Wie die terugleest bespeurt volgens Koelewijn een vorm van Marxisme. ‘Daar staat in dat niet de aandeelhouder de belangrijkste partij is, maar het geheel van belanghebbenden. Van die gedachte hebben we in Nederland gaandeweg afscheid genomen, maar in de VS heeft ze nooit bestaan.’ 

Niet dat er volgens de hoogleraar niet genoeg maatschappelijke redenen te bedenken zijn waarom Amerikaanse bedrijven hun blikveld zouden moeten verruimen. ‘Ze moeten toch snappen dat hun systeem behoorlijke tekortkomingen heeft. Kijk naar de enorme ongelijkheid, de kwaliteit van leven van mensen aan de onderkant van de samenleving, het onderwijssysteem en de gezondheidszorg, of het aantal doden als gevolg van vuurwapengeweld.’

Desondanks ‘ontbreekt de wil om echt te veranderen, omdat er steeds machtige lobbygroepen zijn die de boel naar hun hand weten te zetten’. Hij zegt te vrezen ‘dat waar het gaat om de financiële doelstellingen van ondernemingen het niet anders zal zijn’.

Koelewijn heeft dus geen hoge verwachtingen van de belofte van Amerikaanse bedrijven om meer oog voor werknemers en omgeving te hebben, omdat het geen geld mag kosten. ‘Ik kan niet voorstellen dat bijvoorbeeld Amazon zijn Mexicaanse medewerkers in depots een fatsoenlijk salaris zal gaan betalen. Dat zou meteen de beurskoers drukken.’

Stap voor zijn

De verklaring ziet hij eerder als een poging om de groeiende groep beleggers die bedrijven aanspreken op hun duurzaamheidsbeleid een stap voor te zijn. ‘Dan zit je niet voortdurend in de verdedigende hoek.’ 

Wat dat betreft doet hem deze actie een beetje denken aan DSM of pensioenfonds ABP, die altijd zo de mond vol hebben van duurzaamheid dat ze volgens Koelewijn ermee de aandacht proberen af te leiden van ‘vervelende dingen’ met betrekking tot de resultaten, strategie of dekkingsgraad.

Nog een andere beweegreden van de Amerikaanse bedrijven om de verklaring te ondertekenen zou volgens Koelewijn kunnen zijn dat ze daarmee mogelijke claims willen ontlopen van partijen die vinden dat ze te weinig doen op het gebied van onder meer het milieu en de mensenrechten. ‘Zo van: we tekenen maar om te voorkomen dat we worden aangepakt. Ik heb heel erg de angst dat dat meespeelt.’

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

 

 

 

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No