De wereldeconomie herstelt zich sneller dan gedacht, maar ‘duurzaam’ is het herstel nog niet. Veel hangt daarbij af van de exitstrategie waar de autoriteiten een sleutelrol in spelen.
Daarbij zijn er twee risico’s: de exitstrategie wordt te snel ingezet, wat deflationaire krachten aanwakkert, of het komt te laat, waardoor inflationaire oververhitting dreigt.
Dat zegt Eric Chaney, chefeconoom van AXA Group, tijdens een bezoek aan Nederland. Hij betreurt dat de onderlinge coördinatie tussen de grote landen, van september en oktober vorig jaar, weg is.
Kredietbubbel in China
Chaney stelt dat het risico van inflationaire oververhitting groter is en dat je daarvan in Azië al eerste signalen ziet. Hij noemt in dat verband China, waar het stimuleringsbeleid zijn gelijke in de wereld niet kent en een kredietbubbel kan zijn ontstaan.
De chefeconoom spreekt van een paradigmawisseling: na deze crisis zal het nooit meer zijn zoals het was. ‘De Verenigde Staten zullen niet meer de motor van de wereldeconomie zijn. Er is vorig jaar 13.000 miljard dollar aan vermogen verloren gegaan in de VS. Dat is het nationaal inkomen van twee jaar.’
Verzwakkende dollar
Chaney stelt dat Amerikanen meer zullen moeten sparen, dat de belastingdruk zal stijgen en dat de consumentenbestedingen zullen dalen. De VS zullen andere bronnen van groei moeten vinden. Hij denkt aan innovatie, zoals schone technologie en aan meer export, dankzij de verzwakkende dollar.
De situatie in China is het spiegelbeeld van dat van de Verenigde Staten. ‘Er moet minder gespaard worden en meer geconsumeerd’, zegt Chaney.
Chinese valuta leidend
Hij denkt dat China drie vliegen in één klap vangt als het een staatsobligatiemarkt weet te scheppen. ‘Dan wordt de binnenlandse vraag gestimuleerd, wordt minder gespaard en krijg je een open kapitaalmarkt, zodat de valuta los gelaten kan worden en de leidende in de wereld kan worden.’
Het inflatiegevaar, waar Chaney op gewezen heeft, is volgens hem de komende drie tot vier jaar niet aan de orde.
‘De arbeidsmarkt is op dit moment allesbehalve overspannen, terwijl prijsstijgingen door grondstoffen op korte termijn niet te verwachten is. En als het tot inflatie komt, dan zal het niet meer dan 5 procent is. Dat vind ik relatief.’
Bloedblad op obligatiemarkt
Volgens Chaney houden de markten in elk geval rekening met een niet-inflationair herstel. Maar medio 2010 zullen de monetaire autoriteiten gedwongen zijn de rente weer te verhogen. ‘Voor de obligatiemarkten betekent dat een bloedbad.’
Maar de hoge overheidsschulden die het gevolg zijn van het stimuleringsbeleid zullen de economieën van de landen in het Westen 10 tot 20 jaar belasten. ‘Europa zal over twintig jaar minder te besteden hebben dan nu. Dat is “a fact of life”.’
Daarbij rekent Chaney wel op grote verschillen in het begrotingsbeleid en de -tekorten tussen de landen in Europa. ‘De spread tussen de staatsobligaties van de EU-landen neemt toe. Je gaat high yield staatsobligaties krijgen, of de eurozone dat overleeft is een terecht vraag.’