ESG en opkomende landen was lange tijd een lastige combinatie, maar inmiddels groeit het aantal duurzame emerging markets fondsen. Een belangrijk obstakel is het gebrek aan data, stelt Madeleine King, co-head European credit research bij Legal & General Investment Management.
Emerging markets zullen bij duurzame beleggers nog steeds beelden oproepen van ecologische aantasting, kinderarbeid of schendingen van mensenrechten. Veel landen lopen hun achterstand echter in en een duurzaam belegde euro zou hier wel eens een grotere impact kunnen hebben dan in ontwikkelde landen.
Een groeiend aantal emerging markets fondsen selecteert inmiddels op basis van milieu, sociaal beleid en (ondernemings)bestuur (ESG), eerst aandelenfondsen en later ook obligatiefondsen. Het is geen snelle groei. In 2018 kwamen er 36 nieuwe duurzame ETF’s op de Europese markt, slechts vier waren emerging market fondsen. ‘De beschikbaarheid van data in opkomende landen blijft een uitdaging’, stelt King in een gesprek met Fondsnieuws.
‘Dat is een belangrijk verschil met ontwikkelde markten.’ King twijfelt er echter niet aan dat deze markt zal groeien. Klanten vragen erom. ‘Bedenk dat ook in ontwikkelde markten de eerste duurzame fondsen dataproblemen hadden.’
Legal & General biedt beleggers al de mogelijkheid om duurzaam in opkomende aandelenmarkten te beleggen. Begin dit jaar volgden twee obligatie-indexfondsen: het ESG Emerging Markets Government Bond (Local Currency) Index Fund plus een dollar-variant (hard currency). Beide volgen een emerging markets ESG-index van JP Morgan.
Dure research
Een bedrijfsobligatiefonds zou voor de vermogensbeheerder een logische vervolgstap zijn, maar geen gemakkelijke. Bij staatsobligaties gaat het vooral om landenrisico’s, stelt King. ‘Bij een corporate view neem je dat ook mee, maar gaat het om veel meer. Bovendien loop je dan aan tegen kwesties van hoe je bijvoorbeeld omgaat met goede bedrijven in slechte landen.’
Waar het bij staatsobligaties vooral gaat om het uitsluiten van landen – in de JP Morgan-index ontbreken onder meer India, Nigeria, Pakistan en Venezuela – is het universum van bedrijfsobligaties niet alleen groter maar voor een ESG-benadering ook complexer. Een actieve belegger zou veel research moeten doen. Aansluiten bij een index is minder ingrijpend, erkent King. De research-last ligt dan bij de indexbouwer.
In veel emerging markets zijn er uitdagingen qua corporate governance die het vergaren van bedrijfsdata bemoeilijken, al wordt ook hier vooruitgang geboekt. Zo worden beursgenoteerde bedrijven in China per 2020 verplicht om hun impact op het milieu openbaar te maken. Andere emerging markets zullen dat voorbeeld waarschijnlijk volgen.
Definitieproblemen
Een andere uitdaging is volgens King dat beleggers voor ESG eigen definities hebben. Ook dat maakt het lastig om nieuwe producten te introduceren. ‘De ene belegger wil bepaalde bedrijven of hele bedrijfstakken uitsluiten, anderen willen een best-in-class benadering.’
Ten slotte willen beleggers graag een trackrecord zien. Het aanhaken bij een langer bestaande duurzame emerging markets index is dan een mogelijkheid, maar ook die indices bestaan nog niet zo lang. Volgens King is de beslissing om wel of niet in dit segment te beleggen vooral een kwestie van een goede inschatting.
‘Bedrijven en overheden in opkomende landen zullen steeds meer ESG-beleid gaan voeren. Van die ontwikkeling kun je als belegger profiteren als je nu instapt. Je hebt de trend mee.’ Daarbij is er volgens King ook een soort self-fulfilling prophecy: bedrijven die niet meegaan met de ESG-trend, zullen een steeds minder aantrekkelijke belegging worden.