Sinds kort beoordeelt Morningstar beleggingsfondsen mede op duurzaamheid. Ook andere partijen zitten op dit spoor. Wat zijn de verschillen en waar moet je als belegger op letten?
Veel fondsenhuizen leggen in hun aandelenselectie tegenwoordig nadruk op hoge ESG-scores, oftewel duurzaamheidskenmerken op de terreinen environment, social responsiblity en governance.
‘Fondshuizen beweren dat ze duurzaam beleggen, maar dat was altijd moeilijk te verifiëren’, aldus John Hale, hoofd duurzaamheidsonderzoek van Morningstar in Chicago bij de introductie van de nieuwe vergelijkingsmethodiek dit voorjaar. ‘Nu kunnen beleggers hun eigen conclusies trekken.’
Ratingsystematiek
‘We kennen de Morningstar Sustainability Rating in twee stappen aan een fonds toe’, legt fondsanalist Ronald van Genderen van Morninstar Benelux uit. ‘Eerst stellen we een portefeuille duurzaamheidsscore vast. Deze score is een vermogengewogen gemiddelde van de genormaliseerde ESG-scores op positieniveau in een portefeuille, waarvan de scores voor controverses waarin de bedrijven verwikkeld zijn, worden afgetrokken. Vervolgens sorteren we de fondsen in vijf normaal verdeelde groepen door de portefeuille duurzaamheidsscores af te zetten tegen vergelijkbare fondsen uit de betreffende categorie.’
Fondsen waarvan meer dan de helft van de bedrijven waarin belegd wordt een ESG-score van Sustanalytics hebben, komen in aanmerking voor een rating. Morningstar gaf ongeveer 10 procent van de meer dan 20.000 beoordeelde fondsen de hoogst haalbare vijf wereldbollen – naast de gebruikelijke ratings uitgedrukt in sterren. De laagste rating van één bol werd door de fondsenvergelijker toegekend aan de laagst scorende 10 procent. Twee, drie en vier bollen-ratings gingen naar respectievelijk 22,5 procent, 35 procent en 22,5 procent van de overige fondsen.
Ook MSCI geeft ESG-scores. In mei verscheen ook onderzoeker en indexbouwer MSCI met een vergelijkbaar ESG-product. De research die al werd toegepast bij de bouw van duurzame indices, gaat ook ingezet worden voor de screening van fondsen. Een nieuwe tool biedt beleggers een manier om fondsen te beoordelen op basis van factoren als ESG-risico’s, de impact op de omgeving, zoals de CO2-voetafdruk, en naleving van waarden en beginselen, aldus MSCI. Hieruit volgt ook voor meer dan 20.000 fondsen een zogenoemde Fund ESG Quality Score.
Al eerder waren er partijen die bij het beoordelen van fondsen en fondshuizen meer focussen op het niveau van eigen management en het gevoerde beleid, in plaats van op dat van de portefeuilleholdings. Voorbeelden hiervan zijn het Britse 3D Investing, het Duitse FNG-Siegel, het Franse Novethic en het Amerikaanse As You Sow. In Nederland zijn er vergelijkbare initiatieven, onder meer van de Eerlijke Bankwijzer.
In de praktijk
Eric Holterhues (foto), hoofd maatschappelijk verantwoord beleggen van Triodos Investment Management, zegt de ESG-ratings op zich toe te juichen – net als eigenlijk alle aandacht voor het onderwerp duurzaamheid. Toch plaatst hij ook enkele kanttekeningen. Van de vier duurzame fondsen uit de Triodos-stal, met een gezamenlijk vermogen van ruim 1,3 miljard euro, heeft alleen het Sustainable Equity Fund de hoogste duurzaamheidsrating van Morningstar.
Het Sustainable Pioneer Fund blijft op bovengemiddeld steken. Hier zal volgens Holterhues meespelen dat belegd wordt in bedrijven waarvan meer dan de helft van de omzet afkomstig is uit duurzame producten of diensten. Gevolg is een hoge allocatie naar kleine en middelgrote bedrijven, die over het algemeen lager scoren op bijvoorbeeld governance. De intensieve engagement die Triodos hier tegenover stelt, wordt vervolgens niet meegenomen.
Het Sustainable Mixed Fonds heeft slechts een gemiddelde score en het Sustainable Bond Fund heeft helemaal geen rating. Holterhues wijdt dit aan het ontbreken van ESG-ratings voor landen. En bij gebrek aan voldoende duurzame bedrijfsobligaties, belegt Triodos juist relatief veel in overheden.
Ondanks dat Holterhues graag mooie ratings ontvangt, zal Triodos niet ‘anders gaan beleggen’ met het doel hoger te scoren. Triodos is nog niet benaderd door MSCI, maar aandelenselectie puur op basis van CO2-voetafdruk zou volgens hem leiden tot een nogal ‘eendimensionale portefeuille’, met amper productiebedrijven.
Triodos sluit fossiele brandstoffen en wapens uit, maar kiest er verder voor om zo breed mogelijk te beleggen in ‘best inclass’-bedrijven. ‘Juist dan kunnen we de dialoog aangaan en bedrijven ertoe bewegen hun bedrijfsvoering te verduurzamen.’
Regionale verschillen
Verder kunnen scores ook regionaal uiteenlopen, wijst uit een inventarisatie van Morningstar Benelux op verzoek van Fondsnieuws uit. Fondsen die beleggen in Europese bedrijven zullen daarom bijvoorbeeld over het algemeen beter scoren dan die beleggen in opkomende markten.
Het is nooit aan te raden om te varen op een enkele rating of score, wijst Holterhues nog. ‘Er is het gevaar van oneliners.’ Hij raadt beleggers dan ook aan hun oordeel altijd op meerdere bronnen te baseren. ‘En als je als belegger verder onderzoek doet, begin dan gewoon bij het prospectus.’
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine Assetmanagement als reddingsboei van 15 juni 2016.