In deze aflevering van ‘De vermogensbeheer-estafette’ vertelt Richard Abma van OHV Vermogensbeheer aan Wytze Riemersma van Trustus Capital Management over het overnameproces van Petrus Wealth Management, hoe zijn beleggersvirus is gegroeid en wat de plannen van OHV zijn met haar obligatiefonds.
Wytze Riemersma: ‘Kan je me wat meer vertellen over je achtergrond als belegger?’
Richard Abma: ‘Beleggen werd bij ons thuis met de paplepel ingegoten. Mijn oudere broer Peter studeerde bedrijfseconomie en kwam regelmatig thuis met interessante aandelentips van studiegenootjes. Dat zorgde ervoor dat mijn middelste broer John en ikzelf als jongste van de drie geprikkeld werden om onderzoek te gaan doen naar de beweging van beurskoersen. John heeft werktuigbouwkunde aan de TU Delft gestudeerd en ikzelf Financiële Economie aan de UvA. Met zijn drieën waren we geobsedeerd van beurskoersontwikkelingen. Dag en nacht staken we onze tijd in de ontwikkeling van modellen die moesten leiden tot goede beleggingsresultaten.
Onze ouders, met name mijn vader, werd daar vaak onrustig van, aangezien hij de boel moest financieren. Normaal gesproken zoeken afstudeerders een baan, zíjn zoons zaten op zolder modelonderzoek te doen. Terugkijkend was het een fascinerende tijd voor ons als familie, die bovendien heeft geleid tot de belegger die ik ben geworden. Tot op de dag van vandaag werk ik samen met mijn broers binnen OHV.’
Wytze Riemersma: ‘Wat is de reden dat jullie met rentes van nagenoeg nul procent een Fixed Income Fund zijn gestart in 2016?’
Richard Abma: ‘Daar liggen meerdere redenen aan ten grondslag. Obligatiebeleggen zit in het DNA van OHV. We zijn al bijna negentig jaar actief op de geld-, kapitaal- en onderhandse leningenmarkt. Door de latere uitbreiding naar institutioneel en particulier vermogensbeheer ontstond de behoefte om op een efficiënte manier het obligatiedeel van particuliere en institutionele beleggers in te richten.
De uitgifte van obligaties in Europa per 100.000 euro en in de VS met 200.000 dollar speelt ook mee. Met kleine vermogens kun je dan minder makkelijk spreiden, met een fonds kan dat wél. En daarnaast: Sturen op de rentegevoeligheid van de portefeuille. Gezien de lage rentes heeft het onze voorkeur om deze gevoeligheid voorlopig nabij 0 te houden door het risicovrije renterisico af te dekken. De yield in het fonds bestaat daardoor voornamelijk uit een kredietopslag die op jaarbasis ruim 3% is.
Een laatste voordeel is de mogelijkheid om onderhandse leningen met een staatsgarantie op te nemen in het fonds. Met de kredietwaardigheid van de Nederlandse Staat kan via het beleggen in deze leningen een hogere rente worden gerealiseerd dan het direct beleggen in staatsobligaties. Hierdoor stijgt de kredietwaardigheid van het fonds terwijl we niet veel aan rendement hoeven in te leveren in het AAA-segment.’
Wytze Riemersma: ‘Het fonds bestaat nu bijna 3 jaar, het is uitgegroeid tot jullie vlaggenschip, waar liggen volgens jou de kansen voor de komende jaren?’
Richard Abma: ‘Het obligatiefonds is in die tijd gegroeid van 30 naar 130 miljoen euro belegd vermogen. Voor een obligatiefonds is dit nog aan de bescheiden kant. We beleggen voornamelijk voor particulier vermogen in het fonds. De kansen voor de komende jaren liggen daar zeker, maar ook steeds meer aan de institutionele kant. Gezien ons trackrecord en lange ervaring in deze markt verwacht ik dat het fonds de komende jaren naar de 250 miljoen euro aan vermogen kan groeien.’
Wytze Riemersma: ‘Recent hebben jullie Petrus Wealth Management overgenomen, hoe is dat proces verlopen?’
Richard Abma: ‘We zijn al jaren actief aan het praten met partijen die de intentie hebben om overgenomen te worden. Vanwege diverse redenen lukte dit eerder niet. Vaak werd er toch voor gekozen zelfstandig verder te gaan, ook werden we een keer overboden, was de informatieverstrekking van een partij in een ander geval onvoldoende en was er die keer dat de eigenaar vond dat hij te weinig aandelen over hield na de overname.
Bij Petrus verliep dit gelukkig anders. De eerste gesprekken waren gelijk een schot in de roos. De Brabantse gemoedelijkheid spatte ervan af en het personeel was gelijk enthousiast over een samenwerking. Peter Adriaanse, de voormalige eigenaar, had ook een duidelijk beeld van wat hij wilde en waarom OHV geschikt voor zijn firma, cliënten en personeel was.
Tijdens het proces hebben we gebruik gemaakt van de diensten van Florin Finance, een onafhankelijk corporate finance advieskantoor die actief is in het middensegment van de bedrijfsmarkt. Deze begeleiding was voor ons erg prettig omdat het de vaart in het proces hield en ze een oplossing konden aandragen bij beren op de weg.
Het duurde uiteindelijk ruim een jaar voordat we de aanvraag ter goedkeuring bij de Nederlandsche Bank konden voorleggen. Daar was men zeer behulpzaam. Na een intensief papiertraject is de toestemming verleend, waardoor Petrus sinds 1 april jongstleden onderdeel is van OHV Vermogensbeheer.’
Wytze Riemersma: ‘Waar zie je OHV over 5 jaar staan, zowel als institutionele als particuliere vermogensbeheerder?’
Richard Abma: ‘Onze intentie is het om een private-bank-achtige partij te worden. We willen geen bank zijn, maar wel richting het idee van een private bank bewegen. Onze overtuiging is dat de twee takken van privaat en institutioneel elkaar versterken. Enerzijds werken we met grote institutionele mandaten die vaak worden belegd in hoog kredietwaardige obligaties of leningen. Anderzijds werken we met maatwerk-mandaten voor particulier vermogen en willen we de fondsen verder uitbreiden en op zichzelf laten groeien.
Door deze brede basis zien en horen we veel binnen de financiële markten en kunnen onze economen en analisten een goed beeld vormen waar we staan in de economie. Als actieve beheerder is dit belangrijk, zodat we risico’s af kunnen dekken waar nodig. Neem weer ons Fresh Fixed Income fonds: Daar dekken we actief het renterisico af, omdat we de rente momenteel te laag vinden.
Als belegger vind ik dit onhoudbaar de komende tijd. We weten dat de ECB is gestopt met opkopen van obligaties. Intussen trekt de inflatie aan in Noord-Europa, mede door de krapte in de arbeidsmarkt, en houdt de economische groei aan. Grote profiteur van het uitblijven van een handelsakkoord tussen de VS en China is daarbij Europa. Dit tezamen zal de lange Duitse staatsrente omhoog doen bewegen en daar spelen we actief op in.
Terugkomend op de vraag verwacht ik dat we de komende jaren organisch 10 a 20 procent per jaar in AUM gaan groeien en hopelijk sluiten zich nog enkele mooie vermogensbeheerfirma’s bij ons aan. De koffie staat in ieder geval klaar.’