Als gevolg van de scherpe bewegingen op de valutamarkt kiezen veel beleggers voor ETF’s die hen daartegen beschermt.
Zo noteert de euro dinsdag voor het eerst sinds begin 2015 boven de $1,20. Het is de derde opeenvolgende dag dat de euro aan waarde wint.
In de markt zou gekeken worden naar het niveau van $1,2167. Op dat niveau heeft de munt 50 procent van de depreciatie sinds 2014 goedgemaakt. Als de munt daarboven komt, dan zou dat een zeer belangrijk koopsignaal zijn.
Verschillende analisten, waaronder die van ING, vinden de euro nu echter overgewaardeerd.
Dat valutakoersen van grote invloed kunnen zijn op het rendement van beleggers toont onder meer de categorie obligaties uit opkomende markten.
De behaalde rendementen op deze obligaties overtreffen de verwachtingen, schreef Rabobank afgelopen week. Staatsobligaties in lokale valuta’s behaalden ruim 13 procent rendement. Circa 9 procent daarvan is echter toe te schrijven aan de opwaardering van de lokale valuta’s.
Overigens zijn deze rendementen dan wel in dollar. ‘Na een omwisseling in euro’s blijft er ‘maar’ 1,4 procent over. Wellicht een schrale troost, maar in de huidige lage renteomgeving nog altijd een bovengemiddeld obligatierendement.’
Currency-hedged ETF’s bieden beleggers bescherming tegen dit risico. Dit jaar (tot en met juli) hebben beleggers al voor 17 miljard dollar in dergelijke aandelen-ETF’s belegd, meldt Reuters.
In dezelfde periode vorig jaar was nog sprake van een uitstroom.
Beleggers die kiezen voor Europese aandelentrackers met een currency hedge, doen dat onder meer uit angst dat de dure euro de outlook voor de bedrijfswinsten zal aantasten.
‘Veel klanten beginnen over te stappen naar euro-hedged producten. We zien deze trend zich de komende maanden voortzetten’, aldus Simone Rosti, hoofd sales passieve producten bij UBS.
Currency-hedged ETF’s zijn nog relatieve nieuw. Met in totaal 127 miljard dollar is het beheerd vermogen van deze producten nog relatief bescheiden. Dit hangt mede samen met de kosten van hedgen, die tussen de 1 en 2 procent per jaar zijn.
Rabobank stelt binnen aandelen het valutarisico in principe niet af te dekken. ‘Het is niet eenvoudig te berekenen wat moet worden afgedekt. Bedrijven dekken zelf deels impliciet of expliciet het valutarisico af. Bovendien zijn bedrijven die in Europa noteren soms gevoeliger voor de ontwikkeling van de dollar dan Amerikaanse bedrijven. Belangrijker is dat juist in crisistijden de reservemunt (de dollar) veelal aan kracht wint, waardoor dit een aandelencorrectie deels compenseert. Verder is het afdekken van de dollar nu niet gratis. Het gaat ten koste van het rendement. Op lange termijn is de invloed van valutaire ontwikkelingen op het aandelenrendement niet meer zichtbaar.’
Iets anders is het volgens de bank bij obligaties. ‘Beleggers die slim dachten te zijn door hoger renderende dollarobligaties te kopen en het valutarisico niet af te dekken, krijgen nu het lid op de neus. Daar dekken we valutarisico’s wel af.’