Niet alleen Amerikaanse maar ook Europese bedrijven profiteren van de mondiale investeringsgolf in onder andere kunstmatige intelligentie. Ze zijn vaak veel goedkoper dan Amerikaanse sectorgenoten, zegt Tom O’Hara, fondsmanager van het Janus Henderson Continental European Fund.
Na een jarenlange underperformance is de Europese aandelenmarkt niet geliefd bij beleggers. Nooit eerder waren Europese aandelen zo goedkoop ten opzichte van Amerikaanse aandelen. ‘Onze klanten vragen zich regelmatig af waarom ze in Europa moeten investeren. De economische outlook is immers vrij zwak en de politieke situatie wispelturig,’ zegt O’Hara in een gesprek met Investment Officer.
Maar de macro-omgeving in Europa heeft volgens hem steeds minder invloed op de prestaties van de grote beursgenoteerde Europese bedrijven. ‘In de afgelopen vijftien jaar is de samenstelling van de Europese aandelenmarkt drastisch veranderd en is de concentratie toegenomen.’
Slechts zeven aandelen zijn nu goed voor 20 procent van de index, terwijl dat tien jaar geleden nog elf aandelen waren. ‘Toen bestonden de zwaargewichten uit telecommaatschappijen, banken en een aantal zwak presterende aandelen zoals het oude Siemens en Bayer’, vertelt O’Hara. ‘Nu behoren bedrijven als Novo Nordisk, ASML, LVMH en SAP tot de grootste aandelen. De achterblijvers van weleer zijn vervangen door groeibedrijven met sterke marktposities en veel prijskracht. Het zijn Europese kampioenen van hoge kwaliteit die wereldwijd actief zijn.’
Supercyclus
Dankzij de andere indexsamenstelling kan de Europese aandelenmarkt de komende jaren beter gaan presteren en de kloof met Wall Street verkleinen, denkt O’Hara. Hij zet vooral in op bedrijven die profiteren van aantrekkende kapitaalinvesteringen. ‘We zitten in een periode van deglobalisering, waarin bedrijven een deel van hun productie vanuit Azië terughalen en dichterbij huis gaan produceren. Investeringen in nieuwe fabrieken in de Verenigde Staten zijn opgelopen tot bijna 0,6 procent van het bbp, het hoogste niveau in ruim dertig jaar.’
In Europa ziet de fondsmanager dezelfde reshoring-trend. Daarnaast zijn er veel investeringen op het gebied van kunstmatige intelligentie en cloud computing. O’Hara spreekt over een CapEx ‘supercyclus’ die nog vele jaren zal duren en extra wordt gevoed door grootschalige publieke investeringen in defensie en infrastructuur. Europese bedrijven zijn volgens hem goed gepositioneerd om van deze wereldwijde investeringsgolf te profiteren.
Een van de sterkste trends waar O’Hara op inspeelt, zijn de toenemende kapitaaluitgaven van de grote Amerikaanse technologiebedrijven. ‘De vijf big tech-bedrijven Amazon, Alphabet, Microsoft, Apple en Meta staan aan de vooravond van de meest kapitaalintensieve periode in hun bestaan. De kapitaalinvesteringen komen dit jaar uit op circa 200 miljard dollar, tegen slechts 70 miljard in 2019, en dat niveau zullen ze vasthouden in de rest van dit decennium.’
Het meeste geld gaat naar datacenters, cloud computing en kunstmatige intelligentie. Om hiervan te profiteren belegt het fonds in de Europese bouwbedrijven CRH en Holcim. ‘Beide zijn sterk aanwezig in de VS. Zo is het Ierse CRH de grootste cementproducent en wegenbouwer in Amerika en behaalt het hier 70 procent van zijn operationele winst.’
Daarnaast zitten Siemens en Schneider in de portefeuille. ‘Dit zijn marktleiders op het gebied van industriële automatisering, elektrificatie en het beheer van datacenters met een wereldwijd bereik. Doordat de vele investeringsplannen voor de lange termijn worden gemaakt, hebben wij een goed zicht op de toekomstige winstgroei van de holdings in onze portefeuille’, aldus O’Hara.
Mooie veiligheidsmarge
Zijn Continental European Fund (ISIN: LU0201071890) richt zich op large caps op het vasteland van Europa en belegt in zowel groei- als waardeaandelen. De beleggingsstrategie heeft geresulteerd in een outperformance. Sinds de lancering eind oktober 2004 bedraagt het totaalrendement gemiddeld 8,25 procent per jaar, tegen 7,39 procent voor de MSCI Europe ex UK index.
‘Onze positionering is nu meer op groei gericht, omdat we hier de meeste kansen zien. Denk aan de Nederlandse chipfondsen ASML, ASMI en Besi, waar wij graag wat extra voor willen betalen gezien de sterke groeivooruitzichten’, zegt O’Hara. Over het algemeen zijn de Europese marktleiders te koop tegen een korting vergeleken met Amerikaanse sectorgenoten. ‘CRH en Holcim zijn bijvoorbeeld 30 procent goedkoper dan Amerikaanse concurrenten, terwijl de winstvooruitzichten net zo sterk zijn. Siemens wordt eveneens ruim 30 procent lager gewaardeerd dan zijn Amerikaanse tegenhangers zoals Rockwell Automation. Voor ons levert dit een mooie veiligheidsmarge op, ervan uitgaande dat de Europese spelers dezelfde waarde kunnen creëren voor hun aandeelhouders.’