Het noorderlicht zien in Nederland kan doorgaans niet. Heel, heel af en toe gebeurt het. Hoe sporadisch dat fenomeen in de polder ook te zien is, het komt vaker voor dan dat de Europese Centrale Bank (ECB) de rente eerder wijzigt dan de Amerikaanse Fed. Dat monetaire fenomeen zullen we op korte termijn meemaken wanneer het bestuur van de ECB in juni bij elkaar komt om te beraadslagen over de rente.
Die uitzonderlijke situatie hebben we te danken aan het feit dat de Amerikaanse economie en die van de eurozone sinds het einde van de pandemie verschillende paden hebben genomen. Waar de Amerikaanse economie uit zijn voegen barst, de werkloosheid historisch laag is, de Amerikaanse overheid geld blijft pompen in de economie en de inflatie door dat alles nauwelijks verder daalt, komt de economie van de eurozone langzaam aan uit de stagnatie die bijna een heel jaar heeft geduurd en is de inflatie bij ons lager en ogenschijnlijk iets minder hardnekkig dan aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Het gevolg is dat waar de ECB een plausibel verhaal kan houden om de rente te verlagen, de Fed, als die iets met de rente zou willen doen, die eerder zou moeten verhógen! Uit de notulen van de laatste vergadering van het rentecomité van de Fed bleek dat verschillende comitéleden er wel oren naar hadden om dat te doen als de inflatie niet terug in zijn hok kruipt.
Ik vraag me wel af hoe ver en hoe vaak de ECB de rente zal kúnnen verlagen in zo’n macro-economische constellatie.
Doorgaans geldt dat als een centrale bank begint met het kortwieken van haar tarieven, dat meermaals gebeurt - zeg vier of vijf keer, zo niet vaker. Op de financiële markten zijn één of twee renteverlagingen door de ECB in de koersen verwerkt, onder meer in de wisselkoers van de euro. Die wordt zwakker omdat het renteverschil tussen de eurozone en de VS groter wordt. Met andere woorden, de dollar wordt aantrekkelijker omdat de rente erop hoger is.
Als de ECB de rente vaker zou verlagen in de komende maanden, zou dat niet per se tot een nog zwakkere euro hoeven leiden, maar alleen onder één belangrijke voorwaarde, namelijk dat ook de Fed begint met het verlagen van de rente.
Gebeurt dat niet, dan zouden meer dan pak ‘m beet twee renteverlagingen door de ECB de euro zwakker maken. Een van de gevolgen daarvan zou zijn dat wat de ECB al jaren probeert te bestrijden, namelijk te hoge inflatie, via een achterdeur geïmporteerd zou worden. Bij een zwakkere euro wordt een belangrijk deel van de import van de eurozone namelijk duurder, in euro uitgedrukt. Denk aan bijvoorbeeld de olie of gas.
De kans dat de Fed de komende maanden het lenen van geld in de VS goedkoper zal gaan maken, is vrijwel nihil. De ontwikkeling van de economie en inflatie geeft er geen aanleiding toe. Toen Jerome Powell, voorzitter van de Fed, onlangs in Amsterdam was als gast bij de jaarvergadering van de Foreign Bankers’ Association, omschreef hij onder meer de Amerikaanse arbeidsmarkt als “zeer, zeer sterk”. Dat was een belangrijke opmerking omdat de Fed afgelopen maanden keer op keer heeft gezegd dat ze de rente pas kan gaan verlagen als de arbeidsmarkt normaliseert. Daar is volgens Powell dus geen sprake van.
Wat dit in feite betekent – en dat zullen ze bij de ECB alles behalve leuk vinden – is dat de facto in Washington wordt bepaald hoe vaak de bank uit Frankfurt de rente zal kunnen verlagen en hoe lang die daarmee kan doorgaan.
‘The dollar is our currency, but your problem’ zei in de jaren zeventig de toenmalige Amerikaanse minister van Financiën tegen zijn geërgerde Europese collega’s, die er last van hadden dat de Amerikaanse munt nogal in waarde schommelde. Anno 2024 kunnen we parafraserend zeggen dat de Fed alle aanleiding heeft tegen de ECB te zeggen: ‘onze rente is onze rente, maar het is jullie probleem’.
Edin Mujagić is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en auteur van het boek Keerpunt 1971. Hij schrijft iedere maand voor Investment Officer een ECB Watch over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.